Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
,
,
1.De procedure
.Aanwezig waren partijen en hun advocaten. Verder was [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad) aanwezig.
2.De feiten
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met de veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak.
- zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
- gedurende de proeftijd op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met de veroordeelde en mede afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft de veroordeelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 14 uur niet op het verblijfadres te zijn. In de weekenden heeft de veroordeelde een aaneengesloten blok van 8 uur per dag vrij te besteden. De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is [verblijfadres] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft. De veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat hij in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering het locatiegebod laten vervallen.
3.Het geschil
,na wijziging ter zitting, dat de voorzieningenrechter een voorlopige omgangsregeling vaststelt tussen de man en [de minderjarige] van één keer in de twee weken twee uur contact, waarbij de omgang begeleid plaatsvindt bij [locatie] .
4.De beoordeling
spoedeisend belang
5.De beslissing
de voorzieningenrechter verzoekt de Raad in zijn correspondentie aan de rechtbank het hiervoor genoemde zaak-/rekestnummer van de bodemprocedure te vermelden;