ECLI:NL:RBNHO:2023:7986

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
10516329 \ VV EXPL 23-57
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en ontruiming van bedrijfsruimte in kort geding

In deze zaak heeft Hoorne Vastgoed B.V. [gedaagde] gedagvaard vanwege een huurachterstand van € 7.797,90 per 1 mei 2023, die inmiddels is opgelopen tot € 8.074,66. De huurovereenkomst betreft een bedrijfsruimte die door [gedaagde] wordt gehuurd voor gebruik als sportschool. De kantonrechter heeft op 27 juni 2023 in kort geding uitspraak gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juni 2023 heeft [gedaagde] erkend dat er een huurachterstand is, maar verzocht om een redelijke ontruimingstermijn en een betalingsregeling. Hoorne Vastgoed vorderde onder andere betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en ontruiming van het gehuurde.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang, gezien de aanzienlijke huurachterstand. De vordering tot betaling van de huurachterstand en de wettelijke handelsrente is toegewezen, evenals de ontruiming van het gehuurde binnen zeven dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand niet betwist is en dat de vordering in een eventuele bodemprocedure waarschijnlijk toegewezen zal worden. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Hoorne Vastgoed toegewezen, omdat [gedaagde] ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10516329 \ VV EXPL 23-57
Uitspraakdatum: 27 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hoorne Vastgoed B.V.
gevestigd te Uitgeest
eiseres
verder te noemen: Hoorne Vastgoed
gemachtigde: mr. R.A.M. Schram
tegen
[gedaagde] ,handelend onder de naam
[handelsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Hoorne Vastgoed heeft [gedaagde] op 24 mei 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juni 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.Feiten

2.1.
[gedaagde] huurt met ingang van 1 maart 2022 van Hoorne Vastgoed een bedrijfsruimte aan het [adres] (hierna: het gehuurde). De huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van uiterlijk 22 maanden, lopende tot en met 31 december 2023. Partijen zijn overeengekomen dat zij de huurovereenkomst tussentijds kunnen opzeggen tegen ieder tijdstip, met inachtneming van een termijn van een maand.
2.2.
Het gehuurde is blijkens de huurovereenkomst bestemd om te worden gebruikt als sportschool.
2.3.
De huur bedraagt thans € 1.994,30 per maand. In de huurovereenkomst is bepaald dat de huur en bijkomende kosten dienen te worden betaald vóór de eerste dag van iedere maand.
2.4.
[gedaagde] heeft een huurachterstand laten ontstaan, die per 1 mei 2023 € 7.797,90 bedroeg.

3.De vordering

3.1.
Hoorne Vastgoed vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] veroordeelt om:
- binnen drie werkdagen na dit vonnis aan Hoorne Vastgoed te betalen een bedrag van € 8.074,66, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 24 mei 2023. Dit bedrag bestaat uit € 7.797,90 aan huurachterstand tot en met mei 2023 en € 276,76 aan wettelijke (handels)rente;
- binnen drie werkdagen na dit vonnis aan Hoorne Vastgoed te betalen een bedrag van € 764,85 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, met machtiging aan Hoorne Vastgoed, indien [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, de ontruiming zelf te doen bewerkstellingen, desnoods met de hulp van de sterke arm.
- aan Hoorne Vastgoed te betalen een bedrag van € 1.994,30 voor iedere maand, of gedeelte daarvan, dat de huurovereenkomst voortduurt.
3.2.
Hoorne Vastgoed legt aan de vordering – kort weergegeven – ten grondslag dat ondanks sommaties [gedaagde] stelselmatig niet tijdig betaalt waardoor een huurachterstand is ontstaan. Er is sprake van ernstige wanprestatie die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] erkent de huurachterstand. Hij voert (samengevat) aan dat hij momenteel niet over inkomsten kan beschikken om de huur te betalen. Hij verzoekt een redelijke ontruimingstermijn en wil graag een betalingsregeling treffen.

5.De beoordeling

Spoedeisend belang
5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Hoorne Vastgoed daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een aanzienlijke huurachterstand die steeds verder oploopt.
Toetsingskader
5.2.
Voor toewijzing van de vordering in dit kort geding is vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een (eventueel) nog te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
Huurachterstand en rente
5.3.
[gedaagde] heeft de huurachterstand van € 8.074,66 inclusief verschuldigde rente niet betwist. Dit bedrag zal worden toegewezen. Ook de niet-betwiste gevorderde wettelijke handelsrente vanaf 24 mei 2023 over de hoofdsom zal worden toegewezen. Voor zover Hoorne Vastgoed rente over de verschenen rente heeft gevorderd, wordt die vordering afgewezen nu deze rente pas verschuldigd is na verloop van een jaar (artikel 6:119a lid 3 BW).
5.4.
De kantonrechter kan geen betalingsregeling opleggen. De gemachtigde van Hoorne Vastgoed heeft ter zitting aangegeven dat Hoorne Vastgoed onder verband van een vonnis mogelijk bereid is een betalingsregeling met [gedaagde] te treffen.
Ontruiming
5.5.
De huurachterstand bedraagt inmiddels vijf maanden. Het is in voldoende mate aannemelijk dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst op deze grond zal worden ontbonden. Ontruiming van het gehuurde is daarom gerechtvaardigd. De kantonrechter zal de gevorderde ontruiming dan ook toewijzen, met dien verstande dat de ontruimingstermijn wordt gesteld op zeven dagen na betekening van dit vonnis.
5.6.
De gevorderde machtiging tot gedwongen ontruiming is niet toewijsbaar. Indien noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis, kan de deurwaarder met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 555 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zonder toestemming van de gebruiker het betreffende pand betreden en ontruimen.
Toekomstige huurtermijnen
5.7.
Hoorne Vastgoed vordert betaling van € 1.994,30 per maand aan huur zolang de huurovereenkomst tussen partijen voortduurt. Hoorne Vastgoed heeft goede gronden om te vrezen dat [gedaagde] ook de toekomstige termijnen niet op tijd zal betalen. De kantonrechter zal deze vordering dan ook toewijzen vanaf de maand juni 2023.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.8.
Hoorne Vastgoed maakt aanspraak op vergoeding van € 764,85 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat Hoorne Vastgoed voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van € 132,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Hoorne Vastgoed worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis aan Hoorne Vastgoed te betalen een bedrag van € 8.074,66, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 7.797,90 vanaf 24 mei 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis aan Hoorne Vastgoed te betalen een bedrag van € 764,85 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen en het gehuurde leeg en ontruimd, bezemschoon en onder afgifte van alle sleutels aan Hoorne Vastgoed ter beschikking te stellen;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hoorne Vastgoed vóór de eerste van de betreffende maand te betalen een bedrag van € 1.994,30 voor iedere maand, of gedeelte daarvan, dat de huurovereenkomst voortduurt;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Hoorne Vastgoed tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 109,33
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 529,00
nakosten € 132,00 , voor zover daadwerkelijk nakosten worden gemaakt;
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter