ECLI:NL:RBNHO:2023:7967
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Discretionaire bevoegdheid bij verlening omgevingsvergunning in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een berging en veranda aan de [adres 1] te [plaats]. Eiser, die aan de [adres 2] woont, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Medemblik, dat op 18 oktober 2021 de vergunning verleende aan [naam vergunninghouder]. Eiser stelt dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan en dat de bouw van de berging onevenredige afbreuk doet aan zijn woonsituatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de omgevingsvergunning in strijd met het bestemmingsplan is verleend, maar dat het college van burgemeester en wethouders in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de vergunning te verlenen. De rechtbank benadrukt dat het primaat bij verweerder ligt en dat de toetsing door de rechtbank terughoudend dient te zijn. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de ventilatie van de spouwmuur en de muizenoverlast, verworpen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.