ECLI:NL:RBNHO:2023:7841
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling van geen dienstbetrekking en opheffing van conservatoir beslag
In deze zaak heeft verzoeker, de directeur-grootaandeelhouder van [bedrijf 1] B.V., verzocht om vast te stellen dat er in de jaren 2017 en 2018 geen sprake was van een dienstbetrekking met [bedrijf 2], zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964. Dit verzoek is gedaan in het kader van een lopende bezwaarprocedure tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen (IB/PVV) die door de inspecteur van de Belastingdienst aan verzoeker zijn opgelegd. Verzoeker heeft tevens verzocht om een voorlopige voorziening om het strafrechtelijke conservatoir derdenbeslag dat op zijn bankrekening is gelegd, op te heffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, omdat er niet voldaan is aan het materiële connexiteitsvereiste. Dit houdt in dat het belang van verzoeker bij de opheffing van het beslag niet samenhangt met de lopende bezwaarprocedure. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat verzoeker zijn belangen kan behartigen via een klaagschrift tegen het beslag en dat een voorlopige voorziening geen zekerheid kan bieden over de aard van de arbeidsrelatie met [bedrijf 2]. De uitspraak is gedaan op 25 juli 2023.