ECLI:NL:RBNHO:2023:7772

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
10340246 \ CV EXPL 23-961
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichtingen uit overeenkomst van opdracht tussen endodontoloog en praktijkhouder; geschil over betaling factuur en geheimhoudingsplicht

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, staat de verplichting van Elsure B.V. om een factuur van €4.328,60 te betalen aan [eiser], een endodontoloog, centraal. [eiser] vordert daarnaast een contractuele boete van €5.000,- wegens schending van de geheimhoudingsplicht. De kantonrechter oordeelt dat Elsure geen betaling aan [eiser] verschuldigd is, omdat de factuur is verrekend met een door [eiser] verschuldigde boete. De boete is opgelegd omdat [eiser] vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met een derde partij, wat in strijd is met artikel 11.4 van de overeenkomst van opdracht. De kantonrechter concludeert dat de mededeling van Elsure aan patiënten dat [eiser] niet alle patiëntverslagen heeft gemaakt, geen schending van de geheimhoudingsplicht oplevert, omdat dit grotendeels aan [eiser] zelf te wijten is. De vordering van [eiser] tot betaling van de factuur wordt afgewezen, terwijl de vordering om gegevens van [eiser] van de website te verwijderen, wordt toegewezen. De proceskosten komen voor rekening van [eiser].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10340246 \ CV EXPL 23-961
Uitspraakdatum: 9 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats],
eiseres,
verder te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. T.A.M. van Oosterhout,
tegen
Elsure B.V.
gevestigd te Hoofddorp,
gedaagde,
verder te noemen: Elsure,
gemachtigde: mr. D.J.B. Bosscher.

1.De zaak in het kort

Deze zaak gaat over de verplichtingen uit een overeenkomst van opdracht tussen een endodontoloog ([eiser]) en een praktijkhouder (Elsure). [eiser] vordert hoofdzakelijk betaling door Elsure van een factuur en van een contractuele boete wegens schending van de contractueel overeengekomen geheimhoudingsplicht. De kantonrechter is van oordeel dat Elsure geen betaling aan [eiser] is verschuldigd.
Ten aanzien van de factuur slaagt het verweer van Elsure dat deze teniet is gegaan door verrekening met een door [eiser] aan Elsure verschuldigde boete. [eiser] is deze boete verschuldigd, omdat zij onverplicht een e-mail met bedrijfsgevoelige informatie heeft doorgestuurd aan een derde. [eiser] meent dat zij geen boete verschuldigd is, maar de kantonrechter geeft op basis van de Haviltex-maatstaf een andere uitleg aan de geheimhoudingsbepaling dan [eiser]. Elsure heeft daardoor een verrekenbare tegenvordering terwijl ook aan de andere vereisten van verrekening is voldaan.
De kantonrechter is verder van oordeel dat niet is komen vast te staan dat Elsure haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden, zodat de door [eiser] gevorderde boete wordt afgewezen. De mededeling van Elsure aan patiënten en verwijzende tandartsen dat [eiser] niet alle patiëntverslagen heeft gemaakt kwalificeert niet als schending, omdat het ontbreken van de verslagen grotendeels aan [eiser] zelf is te wijten. Deze mededeling levert daarom geen onterechte (reputatie)schade op voor [eiser].

2.Het procesverloop

2.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 9 februari 2023 een vordering tegen Elsure ingesteld. Elsure heeft schriftelijk geantwoord.
2.2.
Bij vonnis van 17 mei 2023 heeft de kantonrechter bepaald dat een mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Die zitting heeft op 14 juli 2023 plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Elsure bij brief van 4 juli 2023 stukken toegezonden. Op de zitting heeft Elsure een afschrift van een Whatsapp-gesprek overgelegd.

3.De feiten

3.1.
Elsure heeft verscheidene tandartsenpraktijken in Noord-Holland.
3.2.
[eiser] is endodontoloog en heeft op basis van een overeenkomst van opdracht (hierna: overeenkomst) vanaf 1 november 2020 tandheelkundige zorg verleend aan patiënten verbonden aan de praktijken van Elsure. Zij was verplicht om van haar werkzaamheden een zogenaamd patiëntverslag op te stellen, dat vervolgens moest worden opgeslagen in de (digitale) patiëntenadministratie en verzonden kon worden aan de (verwijzend) tandarts van de patiënten.
3.3.
Artikel 11.4 van de overeenkomst van opdracht luidt:
“[…]OPDRACHTNEMERverklaart alle vertrouwelijke informatie van OPDRACHTGEVER geheim te houden gelijk OPDRACHTGEVER verklaart geen informatie te zullen verstrekken overOPDRACHTNEMERof over de werkzaamheden dieOPDRACHTNEMERten behoeve van de patiënten van OPDRACHTGEVER heeft verricht, behoudens met zijn instemming, één en ander op straffe van een direct opeisbare boete van € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) per overtreding, onverminderd het recht om de volledige schade te verhalen indien deze hoger is.”
3.4.
Op 23 juli 2022 heeft [eiser] per e-mail de overeenkomst opgezegd per 1 november 2022. De e-mail is gericht aan de directeur-grootaandeelhouder van Elsure, [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]), en bevat een uitgebreide toelichting waarom [eiser] de overeenkomst wenst te beëindigen. Er staat onder meer in:
“We were even approached by the bailiff representing energy company ENECO because of outstanding bills which piled up to almost 3500 euros, we were begin threatened in the middle of our working day that electricity will be cut off the building.”
3.5.
Op 27 november 2022 heeft [eiser] aan Elsure voor verrichte werkzaamheden een factuur verzonden ter hoogte van € 4.328,60 met kenmerk 09-2022 (hierna: de factuur). Op 27 december 2022 is door [eiser] aan Elsure een aanmaning verstuurd.
3.6.
Op 29 december 2022 heeft de gemachtigde van Elsure een e-mail verstuurd aan [eiser]. Hierin wordt door Elsure het standpunt ingenomen dat [eiser] de geheimhoudingsverplichting van artikel 11.4 van de overeenkomst heeft geschonden en daarom een boete verbeurt van € 5.000,-. Elsure verklaart in de e-mail die boete van € 5.000,- te verrekenen met de factuur van € 4.328,60.
3.7.
Op 10 januari 2023 is door de rechtsbijstandverzekering van [eiser] een brief gestuurd naar Elsure. [eiser] ontkent hierin dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming en een boete verschuldigd te zijn. [eiser] eist betaling van de factuur. Ook schrijft [eiser] dat Elsure artikel 11.4 van de overeenkomst heeft geschonden daarom verplicht is tot betaling van een boete van € 5.000,-.

4.De vordering

4.1.
[eiser] vordert, samengevat, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Elsure te veroordelen:
aan [eiser] te betalen het bedrag € 9.328,60 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
aan [eiser] te betalen het bedrag € 1.018,13 inclusief btw wegens buitengerechtelijke kosten;
de gegevens van [eiser] binnen 24 uur na betekening van het vonnis van de website van [betrokkene 3] te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag te betalen voor iedere dag dat [eiser] na 24 uur na betekening van het vonnis in gebreke is met verwijdering van de gegevens van [eiser] van de genoemde websites;
in de kosten van deze procedure.
4.2.
[eiser] legt hieraan ten grondslag dat Elsure op grond van de overeenkomst verplicht is de factuur te voldoen. Volgens [eiser] is de factuur niet verrekend, omdat Elsure geen tegenvordering op [eiser] heeft. Daarnaast is Elsure op grond van artikel 11.4 van de overeenkomst een boete van € 5.000,- verschuldigd, omdat Elsure onjuiste informatie aan patiënten heeft verstrekt, aldus [eiser].
4.3.
Elsure voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering van [eiser] bestaat uit twee delen: een factuur van € 4.328,60 en een contractuele boete van € 5.000,-. Dat de factuur terecht is gestuurd en de hoogte van het daarop in rekening gebrachte bedrag klopt, daarover verschillen partijen niet van mening. Op de verweren van Elsure die betrekking hebben op betaling van de factuur wordt vanaf overweging 5.14 inhoudelijk ingegaan. De kantonrechter beoordeelt hieronder eerst de door [eiser] gevorderde boete.
de door [eiser] gevorderde boete van € 5.000,-
5.2.
De kantonrechter is van oordeel dat Elsure geen boete van € 5.000,- verschuldigd is aan [eiser]
.De kantonrechter zal hieronder uitleggen waarom.
5.3.
[eiser] stelt dat Elsure artikel 11.4 van de overeenkomst heeft geschonden, omdat Elsure patiënten heeft bericht dat [eiser] de patiëntenadministratie niet heeft bijgewerkt (geen patiëntverslagen heeft gemaakt), zonder deze patiënten te informeren dat [eiser] daartoe niet in staat is gesteld door Elsure. Volgens [eiser] heeft Elsure door dit handelen onjuiste informatie verstrekt aan derden en schade aan [eiser] toegebracht. [eiser] erkent dat de administratie niet door haar is bijgewerkt, maar dat komt volgens haar omdat zij fysiek geen toegang meer had tot de praktijk en niet kon inloggen op de software TeamViewer waar de patiëntadministratie door Elsure wordt opgeslagen.
5.4.
Artikel 11.4 van de overeenkomst bevat een geheimhoudingsbeding, op straffe van een boete. Partijen verschillen van mening over de vraag hoe het geheimhoudingsbeding en het boetebeding moeten worden uitgelegd. Om de vraag te kunnen beantwoorden of Elsure met de genoemde informatieverstrekking artikel 11.4 van de overeenkomst heeft geschonden, moet dit artikel worden uitgelegd. Uitleg geschiedt aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Volgens die maatstaf wordt een partijbedoeling niet alleen afgeleid uit de tekst van de overeenkomst, maar ook uit de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en wat zij ten aanzien daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Uitleg boeteclausule
5.5.
Elsure betoogt dat uit de mannelijke verwijzing in de zinsnede ‘behoudens
zijninstemming’ van artikel 11.4 volgt dat kennelijk alleen de opdrachtgever aanspraak kan maken op de contractuele boete die is verbonden aan het geheimhoudingsbeding. De kantonrechter is het niet eens met deze uitleg die Elsure geeft aan deze zinsnede. De volledige tekst van het artikel bezien en de onderlinge verhouding van partijen geven geen enkel aanknopingspunt voor een eenzijdige werking van het boetebeding. Het woord
gelijkduidt juist op wederkerigheid. De enkele verwijzing met het woord
zijnin de tekst van het artikel verhindert daarom niet een eventuele aanspraak van [eiser] op de boete zoals opgenomen in artikel 11.4 van de overeenkomst.
Uitleg en gestelde schending geheimhoudingsbeding
5.6.
Vervolgens moet beoordeeld worden of Elsure in strijd heeft gehandeld met het geheimhoudingsbeding door patiënten en verwijzende tandartsen te informeren dat [eiser] niet alle patiëntverslagen heeft gemaakt. Het beding verbiedt immers Elsure zonder haar instemming informatie over [eiser] te verstrekken of over de werkzaamheden die zij ten behoeve van de patiënten van Elsure heeft verricht.
5.7.
Partijen zijn het erover eens dat meerdere patiëntverslagen over het jaar 2022 ontbreken en dat [eiser] de verplichting heeft die verslagen te maken, zodat dit als feit vaststaat. Ook staat als feit vast dat Elsure patiënten en verwijzende tandartsen informeert dat de verslagen (nog) niet zijn gemaakt door [eiser]. Partijen twisten over de vraag door wie het komt dat patiëntverslagen ontbreken en geven kortgezegd elkaar de schuld. [eiser] stelt dat Elsure had moeten vermelden dat deze verslagen ontbreken omdat [eiser] door Elsure hiertoe niet in de gelegenheid is gesteld. Door dat niet te doen heeft Elsure volgens [eiser] het geheimhoudingsbeding geschonden en heeft zij daarom de boete verbeurd.
5.8.
Bij de uitleg van het geheimhoudingsbeding stelt de kantonrechter voorop dat de letterlijke tekst van artikel 11.4 zeer ruim geformuleerd is. Uitgaande van de tekst van het geheimhoudingsbeding, is iedere informatieverstrekking door Elsure over (de werkzaamheden van) [eiser] een overtreding van het geheimhoudingsbeding. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet de bedoeling van partijen kan zijn geweest. Dit zou het Elsure namelijk onmogelijk maken om de praktijken op een juiste wijze te exploiteren al dan niet na een vertrek van [eiser]. Daarvoor is het namelijk noodzakelijk dat Elsure de verwijzende tandartsen op de hoogte brengt van de werkzaamheden die [eiser] heeft verricht voor de patiënten en ook dat zij gestopt is met haar werkzaamheden voor Elsure. De kantonrechter is daarom van oordeel dat [eiser] artikel 11.4 niet aldus heeft mogen opvatten, dat Elsure in het geheel geen informatie mocht verstrekken over (de werkzaamheden van) [eiser].
5.9.
Dat betekent dat de enkele mededeling dat [eiser] de patiëntverslagen niet heeft gemaakt, nog geen schending van het geheimhoudingsbeding oplevert, ook al is die mededeling niet met instemming van [eiser] gedaan. Wel is de kantonrechter het met [eiser] eens dat het geheimhoudingsbeding er in dit geval toe strekt (reputatie)schade aan [eiser] als opdrachtnemer te voorkomen. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat de informatieverstrekking door Elsure (inhoudende dat [eiser] de patiëntenadministratie niet heeft bijgewerkt) een overtreding van het geheimhoudingbeding oplevert, indien vaststaat dat dit niet aan [eiser] maar uitsluitend aan Elsure te wijten is. In dat laatste geval had Elsure alleen mededeling over het ontbreken van een bijgewerkte administratie mogen doen onder de gelijktijdige mededeling dat [eiser] hier niets aan kan doen. Daarom moet beoordeeld worden of [eiser], zoals zij stelt, door Elsure niet (voldoende) in staat is gesteld om patiëntverslagen te maken.
5.10.
Ter zitting hebben partijen het debat met name toegespitst op de online toegang van [eiser] tot TeamViewer. De stelling van [eiser] dat zij niet kon inloggen op TeamViewer omdat haar inloggegevens niet werken, is door Elsure gemotiveerd betwist. [eiser] onderbouwt haar stelling met berichten laatstelijk van 5 december 2022, terwijl uit het door Elsure op de zitting overgelegde Whatsappbericht blijkt dat op 9 januari 2023 [betrokkene 1] nogmaals de inloggegevens naar [eiser] heeft gestuurd. In dat screenshot is te zien dat [eiser] ook eerder al de inloggegevens heeft ontvangen. Als reactie op die eerdere verstrekking vraagt [eiser] op 25 december 2022 alleen om betaling van de factuur en maakt zij geen melding van inlogproblemen. Als [eiser] niet kon inloggen met deze gegevens, had het op haar weg gelegen Elsure hierover te informeren en om hulp te vragen. De kantonrechter ziet geen berichten van een latere datum dat [eiser] dit nadien wel heeft gedaan. Bovendien is door [eiser] niet betwist dat patiëntverslagen ontbreken van patiënten behandeld in begin 2022, zoals blijkt uit de door Elsure overgelegde Excellijst. Het was dus geen probleem van de laatste maanden. Ook heeft Elsure ter zitting onweersproken toegelicht dat de licentie van TeamViewer met een jaar is verlengd om [eiser] in staat te stellen haar administratie af te ronden vanaf haar eigen laptop. Gelet op de verplichting die op [eiser] rust om patiëntverslagen te maken, had zij zich naar het oordeel van de kantonrechter bij problemen met (inloggen bij) TeamViewer zich actiever moeten opstellen. De stelling van [eiser] dat het enkel aan Elsure te wijten is dat zij geen toegang heeft tot TeamViewer is gelet op het voorgaande dus niet voldoende uitgewerkt.
5.11.
Ten aanzien van de fysieke toegang tot de praktijk heeft Elsure niet betwist dat zij de sloten van de praktijk heeft vervangen, zonder overleg met [eiser] en zonder haar nieuwe sleutels te geven. Uit het debat van partijen over TeamViewer concludeert de kantonrechter echter dat de fysieke toegang tot de praktijk niet noodzakelijk is voor het maken van patiëntverslagen, terwijl de patiëntverslagen al zeer geruime tijd niet zijn bijgewerkt, ook in de periode dat [eiser] nog wel fysieke toegang tot de praktijk had. Voor de beoordeling in hoeverre [eiser] in staat is gesteld patiëntverslagen te maken wordt dit daarom verder buiten beschouwing gelaten.
5.12.
De ter zitting ingenomen stelling van [eiser] dat een deel van de verslagen wel gemaakt zijn, maar door slordigheid van de assistentes niet gekoppeld zijn aan de juiste dossiers is in zijn geheel niet onderbouwd. Daar wordt daarom aan voorbij gegaan. Daarbij ziet deze verklaring van [eiser] kennelijk niet op alle dossiers waarin de patiëntverslagen ontbreken, zodat in ieder geval vast staat dat voor een gedeelte van ontbrekende patiëntverslagen dit betoog van [eiser] niet opgaat.
5.13.
Gelet op de overwegingen 5.10 tot en met 5.12 is niet komen vast te staan dat het ontbreken van patiëntverslagen enkel (of grotendeels) aan Elsure te wijten is. Elsure mocht de verwijzend tandartsen dus berichten dat [eiser] de patiëntgegeven niet heeft bijgewerkt en was niet verplicht daarbij te vermelden dat dit niet aan [eiser] te wijten was.
Elsure heeft de patiënten en verwijzende tandartsen dus niet zodanig onjuist of onvolledig geïnformeerd dat sprake is van dreigende (onterechte) reputatieschade en dus een schending van artikel 11.4 van de overeenkomst.
De vordering van [eiser] tot betaling van een boete zal worden afgewezen.
betaling van de factuur van [eiser] door Elsure
5.14.
De juistheid van de factuur is niet tussen partijen in geschil en staat daarom vast. Ten aanzien van de verplichting tot betaling van de factuur heeft Elsure twee verweren gevoerd. Elsure voert enerzijds als verweer dat zij een opschortingsrecht heeft, omdat [eiser] nalatig is geweest bij het maken van de patiëntverslagen. Daarnaast voert Elsure aan dat de factuur is verrekend met een door [eiser] verschuldigde boete wegens schending van de geheimhoudingsplicht volgend uit artikel 11.4 van de overeenkomst.
Het verrekeningsverweer zal als eerst worden beoordelend, omdat dat het meest verstrekkend is.
5.15.
De kantonrechter is van oordeel dat het beroep van Elsure op verrekening slaagt, omdat Elsure een tegenvordering had op [eiser] vanwege schending van artikel 11.4 van de overeenkomst. Dit licht de kantonrechter als volgt toe.
5.16.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser] de aan [betrokkene 1] verstuurde e-mail van 23 juli 2022 heeft doorgestuurd aan mevrouw Ree, destijds de verhuurder van het pand waar de praktijk in gehuisvest was. Partijen zijn verdeeld over de vraag of die e-mail vertrouwelijke informatie bevat zoals bedoeld in artikel 11.4.
5.17.
Elsure heeft op de zitting desgevraagd gespecificeerd dat de zinsnede over een bezoek van een deurwaarder aan de praktijk wegens een onbetaalde factuur als vertrouwelijk moet worden aangemerkt, zoals geciteerd in punt 3.4. [eiser] betwist dat dit vertrouwelijke informatie is zoals bedoeld in artikel 11.4, omdat het geen informatie is over patiënten of verwijzers.
5.18.
Voor de beoordeling dient het artikel wederom te worden uitgelegd aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Volgens de tekst legt het artikel aan [eiser] de verplichting op om ‘
alle vertrouwelijke informatie van Elsure geheim te houden’, zonder specificering dat het daarbij uitsluitend gaat om informatie die betrekking heeft op patiënten of verwijzers. De kantonrechter ziet geen aanknopingspunten voor een beperktere lezing dan letterlijk in het artikel staat en die zijn ook niet door [eiser] aangevoerd. Haar betoog dat de geheimhoudingsplicht niet is geschonden vanwege het enkele feit dat de informatie niet gaat over patiënten of verwijzers slaagt daarom niet. De kantonrechter overweegt verder dat het geheimhoudingsbeding in elk geval ziet op bedrijfsgevoelige informatie die niet kenbaar is of kan zijn uit openbare bronnen. Elsure heeft in dat kader gesteld dat de informatie gaat over het financiële reilen en zeilen van de praktijk en dat [eiser] geen reden had om dit bericht door te sturen. Verder heeft Elsure toegelicht dat de gedeelde informatie een grote rol heeft gespeeld in een rechtszaak met de verhuurder over een koopoptie van het pand, ten nadele van Elsure. Dit is niet betwist door [eiser].
5.19.
De kantonrechter beschouwt de door [eiser] met de verhuurder gedeelde financiële informatie van Elsure als vertrouwelijk zoals bedoeld in artikel 11.4. Het betreft namelijk gevoelige informatie over de financiële situatie van de praktijk, die niet kenbaar is uit openbare bronnen. [eiser] heeft onverplicht en zonder instemming van Elsure deze vertrouwelijke informatie gedeeld, wat een schending oplevert van artikel 11.4. De verklaring ter zitting van [eiser] dat zij niet de intentie heeft gehad om met het verzenden van de e-mail het geheimhoudingsbeding te schenden doet aan het oordeel niet af. Het is namelijk niet van belang of de schending al dan niet opzettelijk heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat [eiser] aan Elsure een boete verschuldigd is van € 5.000,- vanaf het moment dat zij de e-mail van 23 juli 2022 heeft doorgestuurd aan de verhuurder. Elsure heeft onweersproken gesteld dat dit op 3 december 2022 is gebeurd.
5.20.
Gelet op de voorgaande overweging, heeft Elsure vanaf 3 december 2022 een tegenvordering op [eiser]. Op 29 december 2022 verklaart Elsure deze boete te verrekenen met de factuur. Nu [eiser] de bevoegdheid tot verrekening van Elsure verder niet heeft betwist, zijn de factuur en de boete op het moment van verrekenen op 29 december 2022 “tot hun gemeenschappelijk beloop” teniet gegaan (artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek). De boete van € 5.000,- overschrijdt de factuur van € 4.328,60, zodat de vordering die [eiser] op Elsure had op 29 december 2022 volledig teniet is gegaan.
5.21.
[eiser] vordert nog wettelijke rente vanaf 17 januari 2023, maar de vordering is al op 29 december 2022 teniet gegaan zodat daar verder niet aan wordt toegekomen. Ook wordt de vordering van [eiser] ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten buiten beschouwing gelaten, omdat niet is gebleken dat invorderingskosten zijn gemaakt voorafgaand aan het moment van de verrekening.
5.22.
Omdat het beroep van Elsure op verrekening slaagt, hoeft het verweer dat de betaling van de factuur is opgeschort niet meer te worden beoordeeld.
5.23.
De vordering van [eiser] tot betaling van de factuur zal worden afgewezen.
gegevens verwijderen van websites
5.24.
Elsure heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering van [eiser] om haar gegevens van de websites van Endopraktijk Purmerend en tandartsenpraktijk de Saen te verwijderen, zodat die vordering als onweersproken zal worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd op de hierna te vermelden.
proceskosten
5.25.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat zij grotendeels ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Elsure om de gegevens van [eiser] binnen 24 uur na betekening van het vonnis van de website van [betrokkene 3] te verwijderen en verwijderd te houden, met veroordeling van Elsure om aan [eiser] een bedrag van € 500,- per dag te betalen voor iedere dag dat Elsure in gebreke is met verwijdering van de gegevens van [eiser] van Endopraktijk Purmerend en/of Tandartsenpraktijk de Saen met een maximum van € 5.000,-;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Elsure worden vastgesteld op een bedrag van € 660,- aan salaris van de gemachtigde van Elsure;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vorderingen voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.K. Korteweg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken door mr. E. Kanninga-Jonker in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
type: 1604