6.3Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de persoonlijkheidsrapportages is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De ernst van het feit
De verdachte heeft zich, zonder noemenswaardige aanleiding, schuldig gemaakt aan een van de ernstigste strafbare feiten die de wet kent, namelijk poging doodslag. Naar aanleiding van een voorval op het werk, waarbij het slachtoffer hem volgens de verdachte intimiderend zou hebben aangesproken omdat hij niet wilde dat de verdachte zijn vriendin benaderde, is de verdachte met zijn medeverdachte [medeverdachte] achter het slachtoffer en zijn vriendin aangelopen, toen zij hen op weg van het werk naar het station zagen lopen. Op het moment dat de verdachte en zijn medeverdachte het slachtoffer en zijn vriendin hadden bijgehaald, heeft de verdachte het slachtoffer direct en onverhoeds met een mes van achter in de rug gestoken. Nadat het slachtoffer zich had omgedraaid stak de verdachte hem met het mes in het bovenbeen. Vervolgens raakte het slachtoffer in worsteling met de verdachte en de medeverdachte en werd het slachtoffer door de verdachte en zijn medeverdachte geslagen en in de sloot geduwd. De verdachte en de medeverdachte zijn hierop vertrokken. Het slachtoffer is uit de sloot gekropen en is hevig bloedend op het gras naast het fietspad beland. Slechts door het snelle handelen van de vriendin van het slachtoffer en door acuut medisch ingrijpen is voorkomen dat het slachtoffer aan zijn verwondingen is overleden.
Door zijn handelen heeft de verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Na deze geweldpleging is de verdachte met zijn medeverdachte weggelopen en hebben zij zich niet meer om het slachtoffer bekommerd. Dat
rekent de rechtbank de verdachte zeer zwaar aan.
Anders dan de raadsman heeft betoogd is er sprake van twee verschillende feitencomplexen, eerst de steekpartij en daarna het openlijk geweld, zodat sprake is van meerdaadse samenloop.
De persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie van 27 juni 2022, waaruit blijkt dat de verdachte in augustus 2018 voor een geweldsfeit onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf van 3 jaar en 6 maanden is veroordeeld. De verdachte liep in de (verlengde) proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling van deze veroordeling ten tijde van het plegen van het feit. De rechtbank weegt deze omstandigheid ten nadele van de verdachte mee bij de straftoemeting;
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 4 mei 2023 van Tactus Verslavingszorg. Tactus Verslavingszorg schat het risico op recidive in als gemiddeld-hoog en schat het risico op letselschade in als hoog. Tactus Verslavingzorg adviseert het opleggen van een deels voorwaardelijke straf met daaraan te verbinden bijzondere voorwaarden;
- het over de verdachte uitgebrachte rapport van de psychiater [psychiater] van 13 april 2023:
Bij betrokkene is een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Het is niet na te gaan in hoeverre er sprake is geweest van berekenend en voorbereid handelen (opwachten aangever, bewust letsel toebrengen als waarschuwing) dan wel er sprake is geweest van een opwelling (toevallige ontmoeting, heropleven gekrenkte en boosheidsgevoelens) waarbij betrokkene beperkt werd in zijn handelen vanuit zijn persoonlijkheidsstoornis. Derhalve onthouden ondergetekenden zich van een advies ten aanzien van het toerekenen.RisicoanalyseGezien ondergetekenden zich onthouden van een advies ten aanzien van het toerekenen, is het niet mogelijk een toegespitste risicoanalyse uit te voeren.Interventieadvies en –conditiesOndergetekenden onthouden zich van een advies over een juridisch kader aangezien er teveel onduidelijk is ten aanzien van de doorwerking, recidiverisico en eventuele risicofactoren en hoe deze het beste te beïnvloeden zijn;
- het over de verdachte uitgebrachte rapport van de psycholoog [psycholoog] van 6 januari 2023:
Ten tijde van huidig onderzoek kan geen antisociale persoonlijkheidsstoornis (meer) worden vastgesteld en ook van eventuele andere vormen van persoonlijkheidsproblematiek is op basis van de huidige bevindingen geen sprake. Voor eventuele ernstige psychiatrische problematiek worden, evenals in 2018, geen aanwijzingen gezien. Ook is geen sprake van specifieke ontwikkelingsstoornissen, bij een (laag)gemiddelde intelligentie.
Ook in bredere zin heeft onderzoeker onvoldoende zicht gekregen op mogelijke delict dynamiek, maar gelet op de diagnostische bevindingen bestaan geen aanwijzingen voor eventuele verminderde toerekenbaarheid dan wel een eventuele basis voor een interventie-advies uit strafrechtelijk kader.
De strafoplegging
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van vijf jaar
moet worden opgelegd. Gelet op de ernst van de feiten, het strafblad van de verdachte en de
persoon van de verdachte acht de rechtbank het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel, zoals geadviseerd door Tactus Verslavingszorg niet aan de orde. De door Tactus Verslavingszorg geadviseerde bijzondere voorwaarden kunnen aan de orde komen op het moment dat de verdachte wederom in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.