Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 18 oktober 2020 te Heemstede als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Heemsteedse Dreef, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door -na voorafgaand gebruik van lachgas- roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, met een niet toegestane zodanig hoge snelheid en/of bij een bocht naar rechts de controle over het motorrijtuig kwijt te raken en/of in de linker berm van de weg met grote impact op te botsen of aan te rijden tegen een boom, waardoor aan een inzittende van dat door hem bestuurde motorrijtuig (genaamd [benadeelde] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een breuk van de 3e lendewervel, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij, verdachte verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid van genoemde wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 oktober 2020 te Heemstede als bestuurder van een voertuig (personenauto, kenteken [kenteken] ), daarmee rijdende op de weg, de
Heemsteedse Dreef, met een niet toegestane zodanig hoge snelheid dat hij in een bocht naar rechts de controle over het door hem bestuurde voertuig is kwijtgeraakt en in de linker berm van die weg is opgebotst of aangereden tegen een boom, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
hij op of omstreeks 18 oktober 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en/of te Heemstede en/of te Haarlem als bestuurder van een voertuig, (personenauto, kenteken [kenteken] ), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten lachgas, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
“Ik ken die bocht. Met 100 km/u door die bocht is zelfs voor een nuchtere bestuurder lastig.”
hij op 18 oktober 2020 te Heemstede als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Heemsteedse Dreef, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, met een niet toegestane zodanig hoge snelheid en bij een bocht naar rechts de controle over het motorrijtuig kwijt te raken en in de linker berm van de weg met grote impact tegen een boom aan te rijden, waardoor aan een inzittende van dat door hem bestuurde motorrijtuig (genaamd [benadeelde] ) zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
hij op 18 oktober 2020 te Hoofddorp en Heemstede als bestuurder van een voertuig, (personenauto, kenteken [kenteken] ), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten lachgas, waarvan hij wist, dat het gebruik daarvan de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
2 (twee) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
100 (honderd) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 50 dagen hechtenis.
2 (twee) jarenmet aftrek overeenkomstig artikel 179, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
1 (één) jaar,
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.