In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 juli 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De minderjarige, die te maken heeft gehad met herhaalde afwijzing door zijn ouders, is opgevangen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De ouders, die belast zijn met het ouderlijk gezag, hebben aangegeven niet langer in staat te zijn om voor de minderjarige te zorgen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in een onveilige en onzekere situatie verkeert, wat schadelijk is voor zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar, tot 21 juli 2024, en ook de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. Dit is noodzakelijk om de continuïteit van de zorg en begeleiding voor de minderjarige te waarborgen. De kinderrechter heeft daarbij aangegeven dat de situatie van de minderjarige nauwlettend in de gaten gehouden moet worden, en dat er gewerkt moet worden aan zijn schoolgang en persoonlijke ontwikkeling. De kinderrechter heeft ook besloten te wachten met de toetsing van het opvoedbesluit totdat het onderzoek naar de gezagsbeëindiging door de Raad voor de Kinderbescherming is afgerond.