In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2023, hebben de passagiers, vertegenwoordigd door Probe ASP B.V. onder de naam Aviclaim, een verzoek ingediend tegen de rechtspersoon Societe Air France, gevestigd in Parijs, Frankrijk. De zaak betreft de annulering van vluchten en de vraag of er sprake is van een annulering in de zin van de Europese Verordening inzake passagiersrechten (EPGV). De kantonrechter heeft in een eerdere tussenbeschikking de passagiers de gelegenheid gegeven om hun vordering nader toe te lichten, wat zij hebben gedaan in een conclusie van repliek. De vervoerder heeft hierop gereageerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de eerdere overwegingen herbevestigd. De passagiers hebben bedragen verzocht ter compensatie van hun annuleringen, maar de vervoerder betwistte dat er sprake was van een annulering volgens de Verordening. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers de bewijslast dragen om aan te tonen dat zij over een bevestigde boeking beschikten. De vervoerder stelde dat de reserveringen door een reisorganisatie waren geannuleerd, wat volgens hen leidde tot een ontbinding van de vervoersovereenkomst.
Na beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen, concludeerde de kantonrechter dat de passagiers niet voldoende bewijs hadden geleverd dat de vervoerder de vluchten had geannuleerd. De vordering van de passagiers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.