Op 25 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1962. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 27 oktober 2022, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van de betrokkene, die lijdt aan ernstige cognitieve stoornissen en dementie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 16 november 2022 en opnieuw op 25 januari 2023 gehouden, waarbij verschillende zorgprofessionals en de betrokkene zelf zijn gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene al sinds 2016 in behandeling is voor zijn aandoeningen en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De specialist ouderenzorg heeft verklaard dat de betrokkene een gestructureerde omgeving nodig heeft, wat niet meer mogelijk is in zijn huidige thuissituatie. De rechtbank heeft de medische verklaring van psychiater C.J.J. van Dongen als betrouwbaar beoordeeld en geen aanleiding gezien voor een nieuw neurologisch onderzoek, zoals door de raadsman van de betrokkene was verzocht.
De rechtbank concludeert dat de opname en het verblijf van de betrokkene noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen, waaronder risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechterlijke machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 25 juli 2023. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G.D. de Jong, rechter, in aanwezigheid van M.T. Perukel als griffier.