ECLI:NL:RBNHO:2023:7666

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
10216495 / CV EXPL 22-5607
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van facturen wegens gebrek aan bewijs van overeenkomst

In deze civiele zaak vordert de besloten vennootschap Youvia B.V. betaling van facturen van de besloten vennootschap Parfumodeur B.V., handelend onder de naam iBuyy. De vordering is ingesteld op 9 november 2022, waarbij Youvia stelt dat er op 17 oktober 2019 een overeenkomst op afstand is gesloten voor het publiceren van een bedrijfsprofiel. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen omdat Youvia niet heeft aangetoond dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter oordeelt dat er geen schriftelijke overeenkomst is en dat de facturen niet als bewijs kunnen dienen voor de aanvaarding van het aanbod door iBuyy. Youvia heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gepresenteerd die de totstandkoming van de overeenkomst onderbouwen, ondanks de gemotiveerde betwisting door iBuyy. De proceskosten worden aan Youvia opgelegd, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft de proceskosten voor iBuyy vastgesteld op € 50,00.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10216495 / CV EXPL 22-5607 (SJ)
Uitspraakdatum: 19 april 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Youvia B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te [kantoorplaats]
eiseres
verder te noemen: Youvia
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarder
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Parfumodeur B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te [kantoorplaats]
gedaagde
verder te noemen naar haar handelsnaam: iBuyy
gemachtigde: U. Aslan
De zaak in het kort
In deze zaak vordert Youvia betaling van facturen. De kantonrechter wijst de vordering af omdat Youvia niet heeft onderbouwd dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. Dit had, gelet op de gemotiveerde betwisting van iBuyy, wel op de weg van Youvia gelegen.

1.Het procesverloop

1.1.
Youvia heeft bij dagvaarding van 9 november 2022 een vordering tegen iBuyy ingesteld. iBuyy heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Youvia heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna iBuyy een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Youvia exploiteert een online marketing bedrijf. Zij heeft haar statutaire naam per 13 maart 2020 gewijzigd van DTG B.V. naar Youvia, mede handelend onder de naam DTG.
2.2.
iBuyy is een onderneming op het gebied van de (groot)handel in parfums en cosmetica.

3.De vordering

3.1.
Youvia vordert dat de kantonrechter iBuyy veroordeelt tot betaling van € 864,72, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 26 september 2022 over € 645,71 en tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Youvia legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij en iBuyy op 17 oktober 2019 een overeenkomst op afstand hebben gesloten voor het in opdracht en voor rekening van iBuyy publiceren van het bedrijfsprofiel op het netwerk van Youvia, zoals nader is omschreven in de factuur/overeenkomst als ‘Abonnement Kiyoh Pro Plus pakket’, die naar het adres van iBuyy is gestuurd. Het abonnement is na een jaar verlengd. Naast betaling van de hoofdsom van € 645,71 maakt Youvia aanspraak op de wettelijke handelsrente die tot 26 september 2022 € 121,70 bedraagt en de buitengerechtelijke kosten van € 96,86,

4.Het verweer

4.1.
iBuyy betwist de vordering en voert aan – samengevat – dat zij nog nooit van Youvia heeft gehoord, geen diensten heeft afgenomen, geen contract heeft gesloten en geen website (meer) heeft. De facturen van Youvia heeft iBuyy niet eerder gezien dan bij de dagvaarding.

5.De beoordeling

5.1.
Partijen zijn verdeeld over de vraag of er tussen hen op 17 oktober 2019 een overeenkomst tot stand is gekomen (die vervolgens is verlengd) op grond waarvan iBuyy de door Youvia gevorderde facturen moet betalen.
5.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan. [1]
5.3.
De kantonrechter stelt vast dat er een (ondertekende) schriftelijke overeenkomst tussen partijen ontbreekt. De facturen die Youvia heeft overgelegd zijn niet als zodanig aan te merken. Hieruit kan namelijk niet worden opgemaakt dat iBuyy het aanbod van Youvia heeft aanvaard. Daarbij komt dat iBuyy heeft betwist dat zij deze (eerder dan bij dagvaarding) heeft ontvangen. De omstandigheid dat iBuyy niet heeft gereageerd op de facturen kan dus niet worden gezien als een aanvaarding. Dan is de vraag of er tussen partijen op een andere wijze een overeenkomst tot stand is gekomen.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat Youvia, gelet op het door iBuyy gevoerde verweer, niet voldoende feitelijk heeft onderbouwd dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. Youvia heeft alleen gesteld dat de overeenkomst op afstand is gesloten en dat zij facturen naar het adres van iBuyy heeft verzonden, waarbij ze in de dagvaarding spreekt over het adres waar iBuyy op dat moment kantoor hield en in de repliek over een niet concreet aangeduid e-mailadres. Maar Youvia heeft verder niet onderbouwd op welke wijze – online of telefonisch – de overeenkomst op afstand tot stand is gekomen. Ook heeft Youvia bijvoorbeeld geen stukken van het bestelproces of een geluidsopname of notitie van een telefoongesprek overgelegd waaruit de totstandkoming van de overeenkomst blijkt. Dit had wel op haar weg gelegen, gelet op het door iBuyy gevoerde verweer en de onduidelijkheid over het verzendadres. Het overleggen van de facturen is, zoals hiervoor al is overwogen, niet voldoende, vooral niet omdat niet vaststaat dat/hoe die door iBuyy zijn ontvangen.
5.5.
Het voorgaande leidt ertoe dat Youvia haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Omdat Youvia niet heeft voldaan aan de stelplicht, wordt aan bewijslevering niet toegekomen. De vordering van Youvia wordt dan ook afgewezen.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van Youvia, omdat zij ongelijk krijgt. Omdat iBuyy in persoon op de eerste rolzitting is verschenen, worden de reis-, verblijf- en verletkosten aan haar kant tot en met vandaag (ambtshalve) vastgesteld op een forfaitair bedrag van € 50,00. Niet is gebleken dat iBuyy meer kosten heeft gemaakt. De stelling van iBuyy dat zij € 95,00 heeft betaald voor het inschakelen van een juridisch adviseur, is namelijk niet onderbouwd.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Youvia tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor iBuyy worden vastgesteld op € 50,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek