ECLI:NL:RBNHO:2023:7625

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
10521095 \ WM VERZ 23-344
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring beroep tegen administratieve sanctie voor stilstaan op trottoir

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het eerdere beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 4 juli 2023, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft de gedraging niet betwist, maar heeft wel bijzondere omstandigheden aangevoerd die volgens hem aanleiding geven tot matiging van de boete. De kantonrechter heeft deze omstandigheden, waaronder de getuigenverklaring van de directeur van de basisschool en de persoonlijke situatie van betrokkene, in overweging genomen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten om de boete te matigen tot nihil, en heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, moet aan hem worden terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10521095 \ WM VERZ 23-344
CJIB-nummer : 245463553
Uitspraakdatum : 4 april 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de bijzondere omstandigheden van het geval.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene schriftelijk en mondeling ter zitting heeft aangevoerd aanleiding om eenmalig de boete te matigen. Daarbij is van belang dat betrokkene, mede gelet op de getuigenverklaring van de directeur van de betreffende basisschool, de bijzondere persoonlijke omstandigheden van zijn dochter en haar zoon voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: