ECLI:NL:RBNHO:2023:7614

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
23/4416
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening geluidsnormen evenementenvergunningen in Santpoort-Noord

Op 27 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot evenementenvergunningen voor een dorpsfeest in Santpoort-Noord. Verzoekers, bewoners van een woning nabij het evenement, hebben bezwaar gemaakt tegen de geluidsnormen die zijn verbonden aan de evenementenvergunningen verleend aan de Harddraverij Vereniging Santpoort en Omstreken en de Stichting Verenigde Horeca Santpoort. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de geluidsbelasting op de gevel van de woning van verzoekers niet hoger mag zijn dan 75 db(A) en 90 db(C), conform het beleid van de gemeente en de Nota Evenementen met een luidruchtig karakter van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg uit 1996.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van verzoekers afgewezen voor zover het betrekking had op eerdere evenementenvergunningen, omdat er geen spoedeisend belang was. Echter, voor de vergunningen van 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de geluidsnormen niet voldoende waren gewaarborgd en heeft hij een voorlopige voorziening getroffen. Dit houdt in dat de evenementenorganisatoren zich moeten houden aan de eerder genoemde geluidsnormen. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de gemeente het griffierecht van € 184,- en proceskosten van € 1.674,- aan verzoekers moet vergoeden. De uitspraak is gedaan in het openbaar en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 23/4416
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 juli 2023 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , uit [woonplaats] , verzoekers

gemachtigde: R.V. Lie-A-Lien, werkzaam bij DAS rechtsbijstand,
en

de burgemeester van de gemeente Velsen, hierna: de burgemeester

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, hierna: b&w
hierna tezamen: verweerders,
gemachtigde: mr. R.A.J. de Jong, ambtenaar in dienst van de gemeente.
Als derde-partijen nemen aan de zaak deel:
de vereniging
Harddraverij Vereniging Santpoort en Omstreken, uit Santpoort (de vereniging)
en
de stichting
Stichting Verenigde Horeca Santpoortuit Santpoort (de stichting).

Zitting

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers en de gemachtigde van verweerders, vergezeld van R. Emmelot en M.A. Stam, beiden werkzaam op de afdeling vergunningen van de gemeente Velsen. Ook is aan de zijde van verweerder verschenen M. Saarloos werkzaam als adviseur en inspecteur in dienst van de Omgevingsdienst IJmond. Namens de vereniging is verschenen [naam 1] (voorzitter van het verenigingsbestuur) en namens de stichting [naam 2] (voorzitter van het stichtingsbestuur).
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De uitspraak staat hierna vermeld onder ‘Beslissing’. De motivering van die uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter daarna.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek af voor zover een voorziening is gevraagd met betrekking tot het besluit van 5 juli 2023 op de bezwaren tegen de besluiten van 26 juli 2022 waarbij voor het Dorpsfeest in 2022 evenementenvergunningen waren verstrekt;
- bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de voorschriften over muziek en geluid die zijn verbonden aan de aan de stichting en de vereniging verleende evenementenvergunningen van 20 juli 2023 voor het Dorpsfeest 2023 als volgt worden aangevuld en aangepast: het geluidsniveau van versterkte muziek en geluid (afkomstig van podia en luidsprekers) mag op de gevel van [adres] , de woning van verzoekers, niet meer bedragen dan 75 db(A) en maximaal 90 db(C);
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,- aan verzoekers moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan verzoekers.

Inleiding

1. De stichting en de vereniging organiseren sedert jaren een 8 dagen durend Dorpsfeest, waaronder een draverij, in juli/augustus in en om de [straat 2] van Santpoort-Noord en op een nabij gelegen evenemententerrein. Ten behoeve van het feest worden podia in en rond de [straat 2] opgesteld waar ’s avonds muziek ten gehore wordt gebracht. Een van de podia wordt opgesteld in de [straat 1] nabij de [straat 2] . Langs de [straat 2] wordt ook een ringleiding aangelegd met luidsprekers waarmee bij bepaalde activiteiten (onder meer ringsteken) muziek wordt gespeeld en mededelingen worden gedaan en commentaar wordt geleverd.
2. Voor 2022 heeft de burgemeester aan de stichting en de vereniging voor het Dorpsfeest evenementenvergunningen verleend op 26 juli 2022 [1] . Het bezwaar van verzoekers daartegen heeft verweerder bij besluit van 5 juli 2023 gegrond verklaard en daarbij de primaire besluiten herroepen in die zin dat – kort samengevat - het equivalent geluidsniveau van muziek maximaal 75 db(A) en 90 db(C) mag bedragen. Verzoekers hebben tegen dat besluit beroep ingesteld op 25 juli 2023. Het zaaknummer van het beroep is 23/4417.
3. Op 20 juli 2023 heeft de burgemeester op aanvraag van de vereniging (en de stichting) op grond van artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening Velsen 2019 (Apv) twee evenementenvergunningen verleend voor de periode 29 juli tot en met 5 augustus 2023, een aan de vereniging van telkens van 09:00 tot 0:00 uur voor het paardenevenement en een kermis op het evenemententerrein, en een aan de stichting van telkens 09:00 tot 01.00 uur [2] voor het Dorpsfeest op en rond de [straat 2] . In de voorschriften in de vergunning van de vereniging is onder “Muziek” het ten gehore brengen van versterkte muziek vergund met een maximaal equivalent geluidsniveau – voor zover hier van belang - bij de dichtstbijzijnde geluidgevoelige bestemming van 75 db(A) en/of 90 db(C). In de voorschriften in de vergunning van de stichting is onder “Muziek” het ten gehore brengen van versterkte muziek dagelijks (onder meer van de podia) toegestaan van 20.00 tot 00.00 uur, waarbij het equivalente geluidsniveau van muziek afkomstig van het podium in de [straat 1] op de gevel van de woningen in [straat 2] maximaal 80 db(A) en maximaal 95 db(C) mag bedragen. Voor het podium aan de [straat 1] zijn voorts aanvullende bouw- en gebruiksvoorschriften gesteld die onder meer geluidsoverlast in de [straat 1] moeten beperken. Voorts heeft de burgemeester aan de vereniging ontheffing verleend van de Zondagswet en hebben b&w aan de vereniging en de stichting ontheffing op grond van artikel 4.4 Apv verleend van het verbod om geluidsapparaten in werking te hebben. Verzoekers hebben tegen deze besluiten bezwaar gemaakt.
4. Verzoekers wonen aan de [adres] . De achterzijde van het podium aan de [straat 1] bevindt zich tijdens het feest op een vijftiental meters van hun huis en is gericht op de [straat 2] . Voorts worden in de [straat 1] ook luidsprekers van de ringleiding opgehangen.
5. Verzoekers hebben een verzoek om voorlopige voorziening ingediend zowel connex aan het beroep tegen de vergunningen van 2022 als connex aan het bezwaar tegen de vergunningen voor 2023.
6. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers over alle vergunningen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

7. Verzoekers verzoeken een voorziening te treffen omdat het dorpsfeest in hun huis grote geluidsoverlast veroorzaakt. Met name het podium in hun straat en luidsprekers in de ringleiding leiden tot veel hogere geluidsniveaus dan aanvaardbaar, aldus verzoekers.
8. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af voor zover dat ziet op de in beroep bestreden vergunningen van 2022, omdat er geen spoedeisend belang is bij enige voorziening met betrekking tot die vergunningen. Met name een schorsing van het besluit op bezwaar van 5 juli 2023 of een aanpassing van de aan die vergunningen verbonden voorschriften kan voor verzoekers in de komende feestweek geen soelaas bieden.
9. De voorzieningenrechter ziet wel aanleiding een voorziening te treffen met betrekking tot de vergunningen voor 2023. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en de voorziening bindt voor de duur van de bezwaarprocedure, maar voorlopige oordelen over het materiële geschil binden in een (eventueel) bodemgeding niet.
9.1.
De voorzieningenrechter weegt de belangen van verzoekers die pleiten vóór het treffen van een voorlopige voorziening en de belangen van verweerder die pleiten tegen het treffen daarvan, aan de hand van de gronden van verzoekers als volgt af.
9.2.
Ter zitting hebben verweerders – met name de burgemeester – bevestigd dat voor hen bij het verlenen van de evenementenvergunning en de ontheffing om geluidsapparaten in werking te hebben een norm van maximale geluidsbelasting van 75 db(A) op de gevel van het dichtstbijzijnde geluidsgevoelige bestemming uitgangspunt is. Die norm staat in het bestemmingsplan [woonplaats] dat geldt voor de plek waar het evenement plaatsvindt, als maximale geluidsbelasting bij een evenement. Die norm staat ook in de “Nota Evenementen met een luidruchtig karakter” van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg uit januari 1996. Die nota nemen ook verweerders bij hun evenementenbeleid tot uitgangspunt. In het besluit op bezwaar van 5 juli 2023 over de evenementenvergunning voor 2022 zijn verweerders achteraf, bij heroverweging in bezwaar, ook op die norm uitgekomen.
9.3
Uit de stukken die horen bij de aanvraag en die verweerders bij de besluitvorming hebben betrokken, blijkt weliswaar dat de organisatoren maatregelen (moeten) treffen om geluidsoverlast richting de woning van verzoekers te beperken, maar er is geen harde norm opgenomen die het geluidsniveau aan hun woning maximeert. De wel in de vergunning van de stichting opgenomen norm van 80 db(A)/95 db(C) wijkt voor verzoekers ten nadele af van de norm in het bestemmingsplan en de nota. Voorts heeft verweerder geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de gestelde norm daadwerkelijk zal worden gehaald, laat staan dat is toegelicht wat het geluidsniveau zal zijn op de woning van verzoekers. Dat de vereniging en de stichting alles in het werk stellen om geluidsoverlast te beperken is prijzenswaardig, maar zij hebben niet aannemelijk gemaakt dat er aan hun zijde grote belangen en onoverkomenlijke bezwaren zijn om niet aan de normen uit het bestemmingsplan en de nota te (kunnen) voldoen. Bij die stand van zaken ziet de voorzieningenrechter aanleiding de vereniging en de stichting wel te binden aan de norm die voor verweerders uitgangspunt is bij het verlenen van een evenementenvergunning en ontheffing.

Conclusie en gevolgen

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en treft de hiervoor vermelde voorlopige voorziening. Dat betekent dat het geluidsniveau door versterkte muziek en geluid aan de gevel van verzoekers niet hoger mag zijn dan 75 db(A)/90 db(C). De vereniging en de stichting moeten zich aan die norm houden door het geluidsniveau daarop te begrenzen. Verweerder heeft ter zitting toegezegd daarop ook controle te houden en te handhaven.
11. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst moet verweerder het griffierecht aan verzoekers vergoeden. Verzoekers krijgen ook een vergoeding van hun proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgen verzoekers een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 837,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.674,-.
Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 juli 2023 door mr. R.H.M. Bruin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Degen, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.De voorzieningenrechter neemt aan dat b&w bij dat besluit ontheffing hebben verleend van het verbod om geluidapparaten in werking te hebben.
2.Op 5 augustus 2023 tot 00:00 uur.