Met betrekking tot de vraag of voor de bouwwerken een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo is vereist overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank gaat er met partijen, die daarover ook niet van mening verschillen, van uit dat de bouwwerken niet voldoen aan artikel 2, onderdeel 3, onder a én b, van bijlage II van het Bor.
In het bestreden besluit I is vermeld dat het project volgens verweerder wel voldoet aan de criteria van artikel 3, eerste lid, van bijlage II van het Bor. Ter zitting heeft verweerder desgevraagd verklaard dat dit nog steeds zijn actuele standpunt is, zodat de rechtbank daarvan uitgaat bij de beoordeling.
Voor bouwwerken die voldoen aan de criteria van artikel 3, eerste lid, van bijlage II van het Bor, is geen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo vereist, ook niet als de bouwwerken in strijd met de bouwregels van het bestemmingsplan zouden zijn gebouwd. Voor dat bouwen in strijd met de bouwregels van het bestemmingsplan is in dat geval nog een afzonderlijke omgevingsvergunning voor de activiteit gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo vereist.
De rechtbank concludeert gelet hierop dat voor de bouwwerken geen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo is vereist. Verweerder heeft dit niet onderkend en heeft ten onrechte geconcludeerd dat die bepaling is overtreden.