ECLI:NL:RBNHO:2023:757

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
9947670 CV EXPL 22-3608
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van fiscale werkzaamheden na opschorting door belastingadviseur

In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen BAAK belastingadviseurs en vastgoedaccountants B.V. (eiseres) en TREK Human Capital B.V. (gedaagde). BAAK vorderde betaling van een factuur van 6 oktober 2021, die betrekking had op verrichte en te verrichten fiscale werkzaamheden. De vordering werd afgewezen omdat BAAK haar werkzaamheden ten onrechte had opgeschort, waardoor TREK HC geen gebruik kon maken van de (niet afgeronde) werkzaamheden. De rechtbank oordeelde dat er geen grondslag was voor het in rekening brengen van toekomstige werkzaamheden, aangezien BAAK niet had aangetoond dat deze werkzaamheden daadwerkelijk waren verricht. De kosten voor het controleren van de aanslag vennootschapsbelasting 2019 werden eveneens afgewezen, omdat niet duidelijk was dat deze kosten op de factuur waren gebaseerd en TREK HC had betwist dat deze controle was uitgevoerd.

Het procesverloop begon met een dagvaarding van BAAK op 24 mei 2022, waarna TREK HC schriftelijk heeft geantwoord. Tijdens een zitting op 19 december 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechtbank concludeerde dat BAAK niet gerechtigd was om haar werkzaamheden op te schorten, omdat er geen betalingsverzuim van TREK HC was op het moment van opschorting. De rechtbank wees de vordering van BAAK af en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten aan TREK HC, aangezien BAAK ongelijk kreeg in deze zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9947670 CV EXPL 22-3608 (HB)
Uitspraakdatum: 18 januari 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAAK belastingadviseurs en vastgoedaccountants B.V.
gevestigd te 's-Gravenhage
eiseres
verder te noemen: BAAK
gemachtigde: mr. P. van Zwijndregt
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TREK Human Capital B.V.
statutair gevestigd te Haarlem en zaakdoende te Amsterdam
gedaagde
verder te noemen: TREK HC
gemachtigde: mr. W.M. Blaauw
De zaak in het kort
In deze zaak vordert BAAK betaling van een factuur van 6 oktober 2021 wegens verrichte (en te verrichten) fiscale werkzaamheden. De vordering wordt afgewezen. BAAK heeft haar werkzaamheden - ten onrechte - opgeschort, waardoor TREK HC niets aan de (niet afgemaakte) werkzaamheden heeft gehad. Er is ook geen grondslag voor het in rekening brengen van toekomstige werkzaamheden. De kosten voor het controleren van de aanslag vennootschapsbelasting 2019 zijn ook niet toewijsbaar, omdat niet uit de omschrijving op de factuur blijkt dat deze ook ziet op het jaar 2019 en bovendien door TREK HC is betwist dat die controle is uitgevoerd.

1.Het procesverloop

1.1.
BAAK heeft bij dagvaarding van 24 mei 2022 een vordering tegen TREK HC ingesteld. TREK HC heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 19 december 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Voorafgaand aan de zitting hebben partijen bij brieven van 9 december 2022 nog stukken in het geding gebracht. Ook bij brief van 15 december 2022 heeft TREK HC nog stukken toegezonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter zitting naar voren hebben gebracht.

2.Feiten

2.1.
BAAK legt zich toe op belastingadvies en (vastgoed)accountancy.
2.2.
TREK HC stelt zich ten doel het exploiteren van een café en restaurant en maatschappelijk werk. Het betreft een lege B.V.. TREK HC maakt deel uit van een structuur van vennootschappen, waaronder Kess Corporation N.V. (hierna: Kess).
2.3.
BAAK heeft fiscale werkzaamheden voor TREK HC verricht op basis van een overeenkomst van opdracht. Die opdracht is aan TREK HC bevestigd bij brief van 12 januari 2021. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van BAAK (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing.
2.4.
In de algemene voorwaarden is het volgende vermeld:
Artikel 8. HONORARIUM EN KOSTEN
(…)
3. Opdrachtnemer heeft het recht om de betaling van een voorschot te vragen aan Opdrachtgever. Het niet (tijdig) betalen van het voorschot kan een reden zijn voor Opdrachtnemer om de Werkzaamheden (tijdelijk) op te schorten.
(…)
(…)
Artikel 9. BETALING
1. Betaling door Opdrachtgever van de aan Opdrachtnemer verschuldigde bedragen dient, zonder dat Opdrachtgever recht heeft op enige aftrek, korting, opschorting of verrekening, te geschieden binnen 30 dagen na de factuurdatum, tenzij anders overeengekomen. (…)
(…)
5. Als de financiële positie of het betalingsgedrag van Opdrachtgever naar het oordeel van Opdrachtnemer daartoe aanleiding geeft, of als Opdrachtgever nalaat een voorschot dan wel een declaratie binnen de daarvoor gestelde betalingstermijn te voldoen dan is Opdrachtnemer gerechtigd om van Opdrachtgever te verlangen dat deze onverwijld (aanvullende) zekerheid stelt in een door Opdrachtnemer te bepalen vorm. Als Opdrachtgever nalaat om de verlangde zekerheid te stellen dan is Opdrachtnemer gerechtigd onverminderd zijn overige rechten de verdere uitvoering van de Overeenkomst onmiddellijk op te schorten en is al hetgeen Opdrachtgever aan Opdrachtnemer uit welke hoofde ook verschuldigd is, direct opeisbaar.
(…)
Artikel 13 OPSCHORTINGSRECHT
Opdrachtnemer is bevoegd om na een zorgvuldige belangenafweging de nakoming van al zijn verplichtingen op te schorten, waaronder begrepen de afgifte van Bescheiden of andere zaken aan Opdrachtgever of derden, tot op het moment dat alle opeisbare vorderingen op Opdrachtgever volledig zijn voldaan.
Het eerste lid is niet van toepassing op Bescheiden van Opdrachtgever die (nog) geen bewerking door Opdrachtnemer hebben ondergaan.’
2.5.
In een e-mail van 10 september 2021 van BAAK aan S. Durgaram (directeur- grootaandeelhouder van – onder meer – TREK HC) staat:
‘(…)
Gebaseerd op onze algemene voorwaarden zijn de onder u ressorterende vennootschappen Kess Corporation N.V. Oosteinde Monumenten B.V. en Oosteinde Ontwikkelingen B.V. in verzuim en schorten wij per direct onze werkzaamheden op.
Ook voor de andere vennootschappen en privé schorten wij de werkzaamheden op, totdat u onze declaraties terzake heeft voldaan.
(…)
Verder geven wij geen toestemming de concept jaarrekeningen 2020 die we aan u ter afstemming hebben uitgebracht voor externe partijen zoals de banken en financiers te gebruiken. (…)’
2.6.
Bij factuur nr. 21208 van 6 oktober 2021 heeft BAAK € 145,20 inclusief btw aan TREK HC in rekening gebracht voor
‘verrichte werkzaamheden in het vierde kwartaal 2021, inzake afronden jaarwerk 2020.’ (‘Samenstelling aangifte Vennootschapsbelasting 2020, Controle aanslag, Gevoerde besprekingen en correspondentie’).
2.7.
TREK HC heeft de factuur niet betaald.

3.De vordering

3.1.
BAAK vordert dat de kantonrechter TREK HC veroordeelt tot betaling van € 242,00, te vermeerderen met de contractuele rente daarover vanaf 30 dagen na de factuurdatum, buitengerechtelijke incassokosten (€ 150,00), proceskosten (met wettelijke rente) en nakosten.
3.2.
BAAK legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat TREK HC is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door de bovengenoemde factuur van 6 oktober 2021 nr. 21208 van € 145,20 inclusief btw dan wel een factuur van 22 september 2021 met hetzelfde factuurnummer van € 242,- inclusief btw niet te betalen. Door het betalingsverzuim is TREK HC op grond van de algemene voorwaarden ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente (gelijk aan wettelijke handelsrente) verschuldigd.

4.Het verweer

4.1.
TREK HC betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij alleen bekend is met een factuur nr. 21208 van 6 oktober 2021 van € 145,20 inclusief btw (zoals overgelegd als productie 2 bij dagvaarding) en niet met een factuur van 22 september 2021 met hetzelfde factuurnummer van € 242,- inclusief btw.
4.2.
BAAK heeft de werkzaamheden zoals vermeld op de factuur van 6 oktober 2021 niet verricht althans niet afgemaakt. Nadat BAAK met de aan TREK HC gelieerde vennootschap Kess Corporation N.V. discussie had gekregen over in opdracht van die vennootschap verrichte werkzaamheden en de daarvoor gefactureerde bedragen, is BAAK namelijk (zoals meegedeeld in haar e-mail van 10 september 2021) gestopt met haar werkzaamheden voor TREK HC. TREK HC heeft een andere accountant moeten inschakelen om de stukken over het boekjaar 2020 te maken. Die accountant heeft al het werk opnieuw moeten doen, omdat hij met cijfers van een andere accountant niet kon werken. Overigens heeft BAAK nooit toestemming gegeven om de door haar verwerkte gegevens door de opvolger te laten gebruiken.
4.3.
Omdat TREK HC niets aan BAAK verschuldigd is, zijn de gevorderde rente en kosten niet toewijsbaar. Overigens komen de buitengerechtelijke incassokosten niet voor aparte vergoeding in aanmerking, omdat niet is gesteld of aangetoond dat werkzaamheden zijn verricht anders dan ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter gaat ervan uit dat de vordering van BAAK betrekking heeft op de als productie 2 bij dagvaarding overgelegde factuur nr. 21208 van 6 oktober 2021 van € 145,20 inclusief btw en niet op een factuur van 22 september 2021 van € 242,- inclusief btw. De reden hiervoor is dat BAAK niet is ingegaan op het desbetreffende verweer van TREK HC.
5.2.
Als door BAAK erkend staat vast, dat zij de voor TREK HC verrichte werkzaamheden niet heeft afgemaakt. BAAK heeft ter zitting gesteld dat zij wel (vóór 10 september 2021) de aanslag vennootschapsbelasting 2019 heeft gecontroleerd en dat ook die werkzaamheden in rekening zijn gebracht bij de factuur van 6 oktober 2021. TREK HC heeft bij gebrek aan wetenschap betwist dat BAAK die controle heeft uitgevoerd. Ook heeft BAAK gesteld dat zij uitstel heeft gevraagd voor de aangifte vennootschapsbelasting 2020 en dat zij deze aangifte heeft voorbereid.
5.3.
BAAK heeft voor het niet afmaken van de werkzaamheden als reden aangevoerd dat zij haar werkzaamheden bij brief van 10 september 2021 heeft opgeschort, omdat met TREK HC gelieerde vennootschappen (waaronder Kess) in verzuim waren met de betaling van door BAAK toegezonden facturen. Gesteld noch gebleken is dat TREK HC op 10 september 2021 zelf een betalingsachterstand had.
5.4.
Gelet op het bepaalde in artikel 13 van de algemene voorwaarden, is BAAK bevoegd de nakoming van haar verplichtingen op te schorten tot op het moment dat alle opeisbare vorderingen
op de opdrachtgevervolledig zijn voldaan. Aangezien met betrekking tot de op 6 oktober 2021 gefactureerde werkzaamheden TREK HC (en dus niet de aan TREK HC gelieerde vennootschappen) de opdrachtgever van BAAK is, was BAAK slechts bevoegd haar werkzaamheden op te schorten als op 10 september 2021 sprake zou zijn geweest van betalingsverzuim van TREK HC. Dat was zoals hiervoor onder 5.3. overwogen niet het geval. BAAK was dus niet gerechtigd haar werkzaamheden voor TREK HC op te schorten.
5.5.
Voor zover in de factuur van 6 oktober 2021 een bedrag is begrepen voor het controleren van de aanslag vennootschapsbelasting 2019 zal dit worden afgewezen, omdat niet uit de omschrijving op de factuur blijkt dat deze ook ziet op het jaar 2019 en bovendien door TREK HC is betwist dat die controle is uitgevoerd.
5.6.
Voor zover bij die factuur een bedrag in rekening is gebracht voor het vragen van uitstel voor de aangifte vennootschapsbelasting 2020 en de voorbereiding van die aangifte, zal dit bedrag worden afgewezen omdat BAAK de werkzaamheden (door de opschorting) ten onrechte niet heeft afgemaakt en als door BAAK niet betwist vaststaat dat TREK HC daardoor niets aan die werkzaamheden heeft gehad.
5.7.
Voor zover het bij de factuur van 6 oktober 2021 in rekening gebrachte bedrag in het vierde kwartaal van 2021 nog te verrichten werkzaamheden betreft, zal dit eveneens worden afgewezen. Er is geen grondslag om na de opschorting van de werkzaamheden (die bovendien ten onrechte heeft plaatsgevonden) een bedrag in rekening te brengen voor werkzaamheden die nog niet zijn uitgevoerd. Weliswaar heeft BAAK te zitting gesteld dat zij op grond van het bepaalde in artikel 9.5 in combinatie met artikel 8.3 van de algemene voorwaarden gerechtigd is toekomstige werkzaamheden in rekening te brengen, maar de kantonrechter verwerpt dat standpunt. In die artikelen staat niet dat nog niet verrichte werkzaamheden al gefactureerd mogen worden. Artikel 8.3. gaat over het in rekening brengen van een voorschot. Uit de factuur van 6 oktober 2021 blijkt niet dat van een voorschot sprake is. Evenmin is sprake van het verlangen van zekerheidstelling zoals bedoeld in artikel 9.5, waarbij komt dat TREK HC niet met betaling van eerdere facturen in verzuim was.
5.8.
Omdat de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen, zijn ook de nevenvorderingen niet toewijsbaar.
5.9.
De proceskosten en nakosten komen voor rekening van BAAK, omdat zij ongelijk krijgt. Die kosten en de door TREK HC gevorderde wettelijke rente over de nakosten zijn slechts toewijsbaar zoals hierna vermeld.

6.De beslissing

6.1.
wijst de vordering van BAAK af;
6.2.
veroordeelt BAAK tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor TREK HC worden vastgesteld op een bedrag van € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van TREK HC;
6.3.
veroordeelt BAAK tot betaling van € 37,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door TREK HC worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
veroordeelt BAAK tot betaling van de wettelijke rente over de nakosten (voor zover daadwerkelijk gemaakt) vanaf de vijftiende dag na de dag van betekening van het vonnis tot de dag van de gehele betaling, indien die kosten niet voordien zijn voldaan;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst het meer of anders door TREK HC gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter