6.3Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich, terwijl hij een contactverbod met de aangeefster [aangeefster] had, schuldig gemaakt aan een poging doodslag op die [aangeefster] door haar veelvuldig tegen het hoofd te stompen en te schoppen, terwijl hij stevige schoenen aan had. Dat zij als gevolg van deze explosie van geweld niet is komen te overlijden, is een omstandigheid die niet aan de verdachte is te danken. Door zijn handelen heeft de verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van [aangeefster] . Na deze ernstige geweldsuitbarsting is de verdachte weggefietst, [aangeefster] in hulpeloze toestand achterlatend. Dat rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan. De aanval heeft veel impact gehad op [aangeefster] , zoals ook blijkt uit de toelichting op de vordering die zij heeft ingediend en de slachtofferverklaring zoals zij die ter zitting heeft afgelegd. Zij is inmiddels gediagnosticeerd met PTSS en heeft daarvoor EMDR therapie ondergaan. Daarnaast zijn omstanders getuige geweest van deze grove geweldpleging in de openbare ruimte, wat ook bij hen gevoelens van onveiligheid heeft teweeggebracht. Met dit geweld heeft de verdachte blijk gegeven geen enkel respect voor het lichaam van een ander te hebben. Ook dat weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft met betrekking tot de persoon van de verdachte gelet op het strafblad van de verdachte (Uittreksel Justitiële Documentatie) van 22 juni 2022. Hieruit volgt dat de verdachte eerder, in 2003, een tbs-maatregel met bevel tot verpleging opgelegd heeft gekregen wegens verkrachting. Deze tbs-maatregel is in 2019 beëindigd. De verdachte heeft ondanks dat het bewezenverklaarde feit gepleegd. Dit baart de rechtbank zorgen.
Naar de persoon van de verdachte is een klinisch multidisciplinair onderzoek gedaan bij het Pieter Baan Centrum (PBC). Het Pro Justitia rapport van 1 maart 2023 van [naam] , psychiater in opleiding onder supervisie van [naam] , psychiater, en [naam] , GZ-psycholoog, houdt onder meer het volgende in:
Er is een stoornis in de communicatie vastgesteld, met twee hoofddomeinen: kwalitatieve beperkingen in sociale communicatie en beperkte, repetitieve gedragspatronen met een ‘insistence on sameness’ (moeite met veranderingen en de neiging om de leefomstandigheden hetzelfde te houden). Hierom classificeren onderzoekers primair een autismespectrumstoornis. De stoornis brengt een gefixeerde gerichtheid als gedragskenmerk met zich mee.
De fixatie is een van de kenmerken van een autismespectrumstoornis waarbij hij niet meer goed in staat is om tot ander gedrag te komen dan obsessief gedrag. Mede door de autisme spectrumstoornis bestaan problemen in de informatie- en prikkelverwerking. In zijn geval werkt de modulatie (adaptatie op verandering) niet goed. Hij raakt dan snel overprikkeld, ontregelt in zijn reacties en verliest het vermogen om zijn ontstemming en verwarring af te remmen. Zowel de autismespectrumstoornis en ongunstige opvoedingsomstandigheden hebben bijgedragen aan een onrijpe en onvolwassen persoonlijkheidsontwikkeling. De persoonlijkheid is het geheel van eigenschappen, gedragspatronen, houding, gedachten en gevoelens dat bepaalt hoe iemand in een bepaalde situatie reageert. Deze kenmerken binnen het karakter en temperament verschillen van de contactbeperkingen en informatieverwerkingsproblematiek bij een autismespectrumstoornis. Om die reden wordt bij betrokkene een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis vastgesteld.
De combinatie met de informatie- en prikkelverwerkingsproblematiek voortkomend uit de autismespectrumstoornis vormde en vormt het sociale bestaan voor betrokkene een voortdurende intellectuele en sociale uitdaging. Hij is maar beperkt in staat te adapteren, veelal met overbelasting en overprikkeling tot gevolg.
Betrokkene werd ten tijde van het ten laste gelegde overwegend in beslag genomen (fixatie) door het eindigen van de relatie met aangeefster [aangeefster] met de frustraties en onbegrip die daar voor hem mee gepaard gingen. Vanuit de beschreven beperkingen door de autismespectrumstoornis, vooral de fixatie als gedragskenmerk, bestond een onvermogen dit los te laten. Daarnaast speelde het feit dat betrokkene vanuit de problemen samenhangend met de persoonlijkheidsproblematiek, zich sterk van aangeefster afhankelijk voelde. Niet wilde hij alleen dichtbij haar zijn, maar hij klampte zich op obsessieve wijze aan haar vast. Hij begreep niet waarom de relatie ten einde was. Bij betrokkene werd ten tijde van het ten laste gelegde door de (naar zijn zeggen) onverwachte ontmoeting met aangeefster een heftige emotionele respons losgemaakt. Hij was gefixeerd op het krijgen van een gesprek. Het bleek echter dat zij helemaal geen contact wilde maar zich juist zeer afwerend opstelde. Zij riep naar omstanders haar te helpen en vroeg om de politie te bellen. Op dat moment kwam bij betrokkene zijn fixatie (het doel, namelijk een gesprek) in gevaar en het lukte hem niet meer tot ander gedrag te komen. Hij raakte overspoeld door emoties zoals woede en onmacht omdat hij aangeefster niet kon bereiken. Hij werd afgewezen omdat zij geen contact wilde. Ook speelde paniek omdat de politie erbij zou gaan komen, in een situatie waarin hij het contactverbod had overtreden. Wat betreft de afwijkende informatieverwerking door de autismespectrumstoornis heeft betrokkene een gebrekkig voorstellingsvermogen waardoor hij de gevolgen van zijn gedrag niet goed kan inschatten. Zijn manier van informatie verwerken is gedetailleerd, wat maakt dat hij gemakkelijk het overzicht verliest. Het bovengenoemde maakt het moeilijk voor betrokkene om stressvolle situaties te overzien en adequaat te handelen. Hij raakte overspoeld door zijn emoties waaronder agressie met invloed op zijn handelen, dat hij in verminderde mate controle had over zichzelf en zijn gedrag.
Op basis van bovengenoemde komen de onderzoekers tot het advies betrokkene het ten laste gelegde, indien het bewezen wordt geacht, in een verminderde mate toe te rekenen, gezien de aanmerkelijke doorwerking van de bij de autismespectrumstoornis en persoonlijkheidsstoornis bestaande disfuncties en gedragingen. Betrokkene had een beperkte keuzevrijheid om zich aan de invloed daarvan te onttrekken. De stoornis belette hem niet om voorafgaand aan het ten laste gelegde, ten tijde van en ook snel daarna, te weten welke gedragingen wel en niet wettelijk toelaatbaar zijn. Dit maakt dat het betrokkene deels wel toegerekend kan worden.
Wanneer betrokkene onbehandeld terugkeert in de samenleving, dan zijn de autismespectrumstoornis en onrijpe persoonlijkheidsstoornis met de hiervoor beschreven pathologische disfuncties onverminderd aanwezig en wordt de kans groot geacht dat hij op vergelijkbare wijze zal omgaan met verlating en frustraties waarbij hij in beperkte mate over een ander repertoire beschikt. Hij blijft haar zien als onderdeel van zijn leven. Het recidiverisico voor anderen wordt laag ingeschat.
Bij gebruik van een gestructureerd instrument gericht op risicotaxatie van gewelddadig gedrag in het algemeen (HCR-20V3) kunnen alle items worden ingevuld. Het instrument wijst op een hoge kans op incidenten die tot algemeen gevaar voor personen kan leiden. Problemen worden gezien bij de risico-hanteringsfactoren: de leefomstandigheden, de persoonlijke steun en de omgang met stress en behandeling schieten te kort. Een belangrijke beschermende factor hierin is dat betrokkene zeker hulp zal aanvaarden.
Indien het ten laste gelegde bewezen wordt geacht, achten de rapporteurs een tbs met voorwaarden een passend kader om de beschreven behandeling in te realiseren. Bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke strafdeel met de beschreven behandeling casu quo een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) wordt te beperkt geacht. Bij het niet naleven van de voorwaarden staat daar immers niets anders dan detentie tegenover, terwijl betrokkene juist de garantie van een behandeling nodig heeft. Tbs met dwangverpleging wordt disproportioneel, maar met name ook niet doelmatig geacht, gelet op de te verwachten gunstige ontwikkeling met een (voortzetting van een) goed resocialisatie-traject. Het belangrijkste argument voor een tbs met voorwaarden is het feit dat op die manier de behandeling eerst klinisch plaatsvindt, en dan ambulant met de mogelijkheid van terugplaatsing in de kliniek als betrokkene zich niet aan de voorwaarden houdt, bijvoorbeeld mocht betrokkene toch weer contact gaan zoeken met aangeefster.
De reclassering conformeert zich in haar advies van 11 juli 2023, opgesteld door [naam] en [naam] , reclasseringswerkers, aan de bevindingen van de psycholoog en de psychiater. De reclassering komt tot een hoog algemeen recidiverisico en adviseert een tbs-maatregel met de volgende voorwaarden:
• Geen strafbaar feit plegen
• Meewerken aan reclasseringstoezicht
• Meewerken aan time-out
• Niet naar het buitenland
• Meldplicht bij reclassering
• Opname in een zorginstelling
• Ambulante behandeling
• Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
• Contactverbod
• Locatieverbod (zonder elektronische monitoring)
• Dagbesteding
• Meewerken aan schuldhulpverlening
• Meewerken aan middelencontrole
• Openheid en inzicht geven in partnerrelaties.
Straf en tbs-maatregel met voorwaarden
De rechtbank onderschrijft de hiervoor weergegeven conclusies van de deskundigen en reclassering en maakt deze tot de hare. De rechtbank zal aan de verdachte dan ook de tbs-maatregel opleggen, in de vorm van tbs met voorwaarden. Tbs met voorwaarden biedt naar het oordeel van de rechtbank voldoende waarborgen voor het indammen van het gevaar voor herhaling tot een aanvaardbaar niveau. Uit het rapport van de deskundigen komt naar voren dat de verdachte bereid is om hulp te aanvaarden. Ter terechtzitting van 14 juli 2023 heeft de verdachte verklaard dat hij bereid is de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering na te leven, althans zo vat de rechtbank de uitkomst van het debat ter terechtzitting op.
De rechtbank zal bij het opleggen van de tbs-maatregel dan ook de door de reclassering geadviseerde voorwaarden stellen. Bij de verdachte is sprake van een hoog recidiverisico wanneer hij niet wordt behandeld, met name gericht op [aangeefster] . Hierin ziet de rechtbank aanleiding om het verzochte contactverbod met de naaste familieleden en ex-partner van [aangeefster] toe te wijzen.
Aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van een tbs-maatregel is voldaan, nu bij de verdachte tijdens het begaan van het feit een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, het door de verdachte begane feit een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de veiligheid van anderen het opleggen van deze maatregel eist.
De rechtbank kan, op vordering van het Openbaar Ministerie, bevelen dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd, indien de voorwaarden niet worden nageleefd. Het bewezen verklaarde feit is een misdrijf dat gericht is tegen dan wel gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat een termijn van een eventuele maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet is beperkt tot vier jaren.
Daarnaast acht de rechtbank, gezien de ernst van het feit, ook de oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden. Rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de maatregel van terbeschikkingstelling, acht de rechtbank het opleggen van gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en geboden.
Dadelijke uitvoerbaarheid tbs-maatregel met voorwaarden
Omdat de rechtbank het van belang acht dat de behandeling van de verdachte direct aansluitend aan zijn detentie zal aanvangen, zal de rechtbank bepalen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zal zijn.
Gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr [hierna: GVM]
De rechtbank leidt uit de stukken over de persoon van de verdachte af dat de kans op herhaling van het plegen van soortgelijke feiten, met name gericht op [aangeefster] , hoog is. Het staat vast dat de verdachte langdurig zorg en begeleiding nodig heeft om het recidiverisico te beperken. Mede gelet op de inschatting van de deskundigen en de reclassering is de rechtbank van oordeel dat het creëren van een mogelijkheid om de verdachte, ook na beëindiging van de tbs-maatregel, langdurig onder toezicht te stellen noodzakelijk is om het recidiverisico in de toekomst terug te kunnen dringen. De rechtbank constateert dan ook dat de oplegging van deze maatregel in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen is en dat daarmee aan de wettelijke voorwaarden voor oplegging van een GVM is voldaan. De rechtbank zal daarom, overeenkomstig de adviezen, aan de verdachte een GVM als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opleggen.