Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 juli 2023 in de zaak tussen
[verzoekster 1] BV, door verzoekster ook aangeduid als
[naam] [1] , uit Vijfhuizen, verzoekster
Rechtbank Noord-Holland
Op 13 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen [verzoekster 1] BV en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een invorderingsbesluit van 6 april 2023, waarbij een bedrag van € 2.000,- werd ingevorderd als dwangsommen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening op 20 april 2023.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster haar spoedeisend belang niet voldoende heeft onderbouwd. De enkele stelling dat verzoekster, een commercieel bedrijf, in financiële problemen verkeert, is niet overtuigend aangetoond. Bovendien heeft verweerder, de Omgevingsdienst, aangegeven dat er geen daadwerkelijke invordering zal plaatsvinden totdat op het bezwaar is beslist. Dit betekent dat er geen spoedeisend belang is voor een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding is om een voorziening te treffen. Er is geen proceskostenveroordeling of griffierechtvergoeding opgelegd, aangezien het verzoek ongegrond is verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.