ECLI:NL:RBNHO:2023:7454

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10007091 \ WM VERZ 22-695
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen administratieve sanctie wegens handelen in strijd met gesloten verklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 21 april 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van betrokkene aanwezig.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het niet naleven van een gesloten verklaring. Betrokkene voerde aan dat de laad- en lostijden in de binnenstad tijdelijk waren verruimd, wat door de vertegenwoordiger van de officier van justitie werd betwist. De kantonrechter heeft de schouwrapporten van de verbalisant in overweging genomen, waaruit bleek dat de informatie over de gesloten verklaring niet consistent was. De kantonrechter oordeelde dat de tegenstrijdige informatie van de gemeente Alkmaar niet volledig voor rekening van betrokkene kon komen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de boete gematigd tot € 47,50, met handhaving van de administratiekosten, en verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, moest aan hem worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10007091 \ WM VERZ 22-695
CJIB-nummer : 235800111
Uitspraakdatum : 21 april 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.2.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.3.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en gemachtigde van betrokkene heeft namens betrokkene aangevoerd dat de laad- en lostijden van de binnenstad tijdelijk waren verruimd.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van het verweer met betrekking tot de gedraging
De officier van justitie heeft de verbalisant verzocht inhoudelijk commentaar te geven op het beroepschrift van betrokkene. De verbalisant heeft gereageerd middels twee schouwrapporten aangaande de verkeersbordenschouw geslotenverklaring Alkmaar van 29 juni 2020 en 11 augustus 2020. Hieruit blijkt dat er in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de verbalisant maandelijks een rondgang wordt gemaakt langs alle locaties van de geslotenverklaring, waarbij schouwfoto’s worden gemaakt die bij het proces-verbaal zijn gevoegd. Op deze schouwfoto’s staan de datum en locatie vermeld en is de aanwezigheid van de bebording duidelijk zichtbaar. De kantonrechter is van oordeel dat op basis van deze schouwfoto’s, de gedraging is komen vast te staan. De onderborden met de reguliere inrijtijden waren op 16 juli 2020 ter plaatse al aangepast. Echter, op de website van de gemeente Alkmaar stonden nog steeds de tijdelijk gewijzigde inrijtijden. Deze tegenstrijdige informatie van de gemeente Alkmaar, dient naar het oordeel van de kantonrechter niet geheel voor rekening van betrokkene te komen. De kantonrechter zal de boete dan ook matigen tot € 47,50, met handhaving van de administratiekosten. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 47,50 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: