ECLI:NL:RBNHO:2023:7446

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 mei 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10365077 \ WM VERZ 23-134
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens rijden met defecte lichten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden met een voertuig dat niet voorzien was van goed werkende lichten. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 21 april 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet.

De kantonrechter heeft de gedraging beoordeeld en vastgesteld dat de verbalisant had verklaard dat het linker remlicht van het voertuig geen rood licht uitstraalde tijdens het rijden, terwijl het rechter remlicht wel functioneerde. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de bestuurder is om ervoor te zorgen dat het voertuig aan de wettelijke eisen voldoet.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10365077 \ WM VERZ 23-134
CJIB-nummer : 246754789
Uitspraakdatum : 5 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Bezwaartegenverkeersboetes.nl

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als best. van een voertuig rijden terwijl voertuig niet voorzien is van goed werkende lichten.
2.2.
Het verweer tegen de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en gemachtigde van betrokkene heeft namens betrokkene aangevoerd dat uit de verklaring van de verbalisant niet blijkt dat de remlichten niet werkten, enkel en alleen dat de verkeerslichten geen rood licht uitstraalden.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De verbalisant heeft verklaard dat hij zag dat het linker remlicht geen rood licht uitstraalde tijdens het rijden. Het rechter remlicht straalde wel rood licht uit. De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Voorop staat dat een bestuurder er verantwoordelijk voor is dat zijn voertuig te allen tijde voldoet aan de gestelde eisen. Wanneer door een defect aan het voertuig geen richting of remlicht kan worden aangegeven, kan aan de bestuurder een sanctie worden opgelegd als met het voertuig wordt gereden. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een enkele ontkenning is onvoldoende. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.5.
Proceskosten
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: