Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een overtreding van artikel 10 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990), waarbij betrokkene was betrapt op het stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad, wat niet is toegestaan. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 4 juli 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beschikbare stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant en foto’s van de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat er voldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden en dat de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter benadrukte dat het gebruik van een ander weggedeelte dan de rijbaan door bestuurders van motorvoertuigen verboden is, en dat dit niet afhankelijk is van borden.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde boete in stand blijft. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.