ECLI:NL:RBNHO:2023:7423

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10461519 \ WM VERZ 23-284
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onverzekerd motorrijtuig en de gevolgen van het niet afsluiten van een verzekering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden. Betrokkene voerde aan dat zijn voertuig door de bank in beslag was genomen, waardoor hij het voertuig niet kon verzekeren. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betwistte dit en stelde dat er geen bewijs was voor deze claim in het RDW-register. De kantonrechter oordeelde dat het aan betrokkene was om zich bewust te zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit de tenaamstelling van een kenteken.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was om de sanctie te matigen of te vernietigen. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard, en de kantonrechter heeft de uitspraak openbaar gedaan. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10461519 \ WM VERZ 23-284
CJIB-nummer : 244660836
Uitspraakdatum : 4 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden
De kantonrechter heeft ter zitting de zekerheidstelling op nihil bepaald, zodat is toegekomen aan de inhoudelijke behandeling van de zaak.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene stelt dat het voertuig door de bank in beslag is genomen en hij daardoor het voertuig niet kon verzekeren.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting gesteld dat hetgeen betrokkene aanvoert niet blijkt uit de gegevens in het RDW-register.
De kantonrechter overweegt dat de gedraging vast staat, omdat het voertuig op de genoemde datum inderdaad niet verzekerd is geweest. Dat betekent dat een boete kon worden opgelegd. Het verweer van betrokkene is onvoldoende aannemelijk. Dat betrokkene niet wist van de verplichting om een verzekering in stand te houden zolang een kenteken op naam staat, komt voor zijn rekening en risico, omdat het aan betrokkene is om zich op de hoogte te stellen van de verplichtingen die zijn verbonden aan de tenaamstelling van een kenteken.
De kantonrechter ziet geen aanleiding in hetgeen door betrokkene is aangevoerd de sanctie te matigen of te vernietigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: