ECLI:NL:RBNHO:2023:7421

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10461440 \ WM VERZ 23-281
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring beroep tegen administratieve sanctie voor snelheidsovertreding binnen bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het rijden van 5 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom. Betrokkene had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene te laat beroep heeft ingesteld, aangezien de termijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, was overschreden. Betrokkene had het beroep pas op 16 november 2022 ingediend, terwijl dit uiterlijk op 3 november 2022 ontvangen had moeten zijn. Er is geen aannemelijke verklaring gegeven voor deze termijnoverschrijding, waardoor de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zekerheidstelling op nihil bepaald, wat de verdere behandeling van de zaak mogelijk maakte. Betrokkene had in haar beroepschrift aangevoerd dat haar voertuig op 15 mei 2022 was verduisterd, maar de kantonrechter merkte op dat de snelheidsovertreding was begaan op 9 mei 2022, vóór de verduistering. Hierdoor kon het verweer van betrokkene niet slagen. De kantonrechter heeft de uitspraak in het openbaar gedaan, waarbij de mogelijkheid tot hoger beroep is vermeld, onder bepaalde voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10461440 \ WM VERZ 23-281
CJIB-nummer : 249363477
Uitspraakdatum : 4 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 5 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
De kantonrechter heeft ter zitting de zekerheidstelling op nihil bepaald, zodat is toegekomen aan de verdere behandeling van de zaak.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift aangevoerd dat haar voertuig op 15 mei 2022 is verduisterd.
Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroep is door betrokkene ingesteld op 16 november 2022, terwijl dat beroep uiterlijk op 3 november 2022 ontvangen had moeten zijn. Betrokkene heeft ook niet aangevoerd waarom zij te laat beroep heeft ingesteld, zodat niet aannemelijk is geworden dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog het volgende op. In een andere zaak van betrokkene heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, omdat in die zaak door betrokkene voldoende aannemelijk is gemaakt dat haar voertuig op 15 mei 2022 is verduisterd en tegen haar wil door een ander is gebruikt. In deze zaak gaat het echter om een snelheidsovertreding begaan op 9 mei 2022, dus vóór de verduistering van het voertuig op 15 mei 2022. Het verweer van betrokkene met betrekking tot de verduistering van haar voertuig kan dus geen succes hebben in deze zaak.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: