Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vorderingen benadeelde partijen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9. Beslissing
180 (honderdtachtig) dagen. Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 118 (honderdachttien) dagen
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 3 jaren.
[naam 2].
[naam 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.945,46, als vergoeding voor materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [naam 3], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Wijst af het meer of anders gevorderde.
[naam 4]geleden schade tot een bedrag van € 1.407,63. Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering tot een bedrag van € 300,00.
[naam 5]geleden schade, bestaande uit
€ 75,00als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [naam 5], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Wijst af het meer of anders gevorderde.
[naam 6]geleden schade, bestaande uit
€ 100,00als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [naam 6], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.