Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen en had hiertegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarop betrokkene in hoger beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 20 januari 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van betrokkene was afwezig.
De kantonrechter heeft overwogen dat de officier van justitie de boete ten onrechte als samenhangend met twee andere zaken heeft beschouwd. Dit leidde tot een onjuiste vaststelling van de proceskosten. De vertegenwoordiger van de officier van justitie erkende ter zitting dat de zaak niet als samenhangend had moeten worden behandeld. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie met betrekking tot de proceskostenvergoeding.
De kantonrechter heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op een totaalbedrag van € 657,00, waarbij de kosten voor de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter afzonderlijk zijn berekend. De officier van justitie werd veroordeeld tot het vergoeden van deze kosten aan betrokkene, die door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden aan de gemachtigde van betrokkene zullen worden uitbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en de griffier.