Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
dagvaarding € 109,77
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure betreffende de ontbinding van een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte, specifiek een crêperie. De eisende partij in verzet, die de bedrijfsruimte huurt van de Stichting Mabox, had een huurachterstand van zeven maanden. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand aanzienlijk was en dat de huurder zijn betalingsverplichtingen niet nakwam, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De huurder werd veroordeeld om de bedrijfsruimte binnen 14 dagen te ontruimen en de huurachterstand van € 13.866,80 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter weigerde de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten, maar kende de buitengerechtelijke incassokosten van € 395,89 wel toe. De huurder had in zijn verzet aangevoerd dat hij in financiële problemen verkeerde en niet in staat was om de schuld in één keer te voldoen, maar de kantonrechter oordeelde dat het belang van de verhuurder bij beëindiging van de huurovereenkomst zwaarder woog dan de persoonlijke belangen van de huurder. De kantonrechter verklaarde het verzet gedeeltelijk gegrond, vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de gewijzigde vordering van Mabox toe.