ECLI:NL:RBNHO:2023:7200

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
10437329
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens huurachterstand en ontruiming bedrijfsruimte

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure betreffende de ontbinding van een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte, specifiek een crêperie. De eisende partij in verzet, die de bedrijfsruimte huurt van de Stichting Mabox, had een huurachterstand van zeven maanden. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand aanzienlijk was en dat de huurder zijn betalingsverplichtingen niet nakwam, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De huurder werd veroordeeld om de bedrijfsruimte binnen 14 dagen te ontruimen en de huurachterstand van € 13.866,80 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter weigerde de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten, maar kende de buitengerechtelijke incassokosten van € 395,89 wel toe. De huurder had in zijn verzet aangevoerd dat hij in financiële problemen verkeerde en niet in staat was om de schuld in één keer te voldoen, maar de kantonrechter oordeelde dat het belang van de verhuurder bij beëindiging van de huurovereenkomst zwaarder woog dan de persoonlijke belangen van de huurder. De kantonrechter verklaarde het verzet gedeeltelijk gegrond, vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de gewijzigde vordering van Mabox toe.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10437329 \ CV EXPL 23-1629 IL
Uitspraakdatum: 26 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eisende partij in verzet] ,
h.o.d.n. [bedrijfsnaam]
wonende te [plaats]
eisende partij in het verzet
verder te noemen: [eisende partij in verzet]
procederend in persoon
tegen
de stichting
Stichting Mabox
gevestigd te Schagen
gedaagde partij in het verzet
verder te noemen: Mabox
gemachtigde: Stam Gerechtsdeurwaarders
De zaak in het kort
De huurder van een bedrijfsruimte (crêperie) heeft een huurachterstand van zeven maanden. Deze zaak gaat om de vraag of de huurovereenkomst om die reden moet worden ontbonden. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. De huurachterstand is aanzienlijk en zelfs de lopende huur is niet betaald. Het belang van de verhuurder bij beëindiging van de huurovereenkomst weegt in dit geval zwaarder dan de persoonlijke en zakelijke belangen van de huurder. De huurder moet de bedrijfsruimte daarom binnen 14 dagen verlaten. Hij moet ook de huurachterstand aan de verhuurder betalen. Het bezwaar van de huurder tegen de rente en kosten gaat niet op. Deze komen voor zijn rekening.

1.Het procesverloop

1.1.
Mabox heeft bij inleidende dagvaarding van 27 januari 2023 een vordering ingesteld tegen [eisende partij in verzet] .
1.2.
[eisende partij in verzet] is niet verschenen, waarna [eisende partij in verzet] bij verstekvonnis van 1 maart 2023 is veroordeeld.
1.3.
Bij dagvaarding van 4 april 2023 is [eisende partij in verzet] in verzet gekomen van dat verstekvonnis.
1.4.
Op 28 juni 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. [eisende partij in verzet] is verschenen, bijgestaan door zijn partner [naam] . Mabox is verschenen bij [werknemer] van [Makelaar] , met de gemachtigde. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Mabox bij brief van 11 april 2023 stukken toegezonden en op 23 juni 2023 een akte vermeerdering van eis ingediend.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij in verzet] huurt sinds 1 maart 2015 de bedrijfsruimte aan [adres] in [plaats] van Mabox. Hij exploiteert daarin een crêperie. De huur was tot 1 oktober 2022 € 1.577,18 per maand en is vanaf 1 oktober 2022 € 1.712,82 per maand en moet telkens voor of uiterlijk op de eerste van de maand zijn betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Mabox heeft bij inleidende dagvaarding gevorderd (samengevat) ontbinding van de huurovereenkomst met ontruiming van het gehuurde en betaling van € 8.457,06 met de wettelijke handelsrente daarover. Mabox heeft aan de vordering ten grondslag gelegd dat [eisende partij in verzet] een huurachterstand heeft van € 8.061,17 tot en met januari 2023. Mabox maakt aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten van € 395,89. De betalingsachterstand is aan te merken als wanprestatie die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
3.2.
[eisende partij in verzet] is door de kantonrechter bij verstek veroordeeld tot betaling van het gevorderde, met uitzondering van de gevorderde wettelijke handelsrente over de buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
[eisende partij in verzet] vordert in de verzetdagvaarding ontheffing van de veroordeling en afwijzing van de oorspronkelijke vordering. [eisende partij in verzet] doet een beroep op zijn financiële omstandigheden. Hij voert aan dat hij bereid is de schuld eventueel verhoogd met een boete te betalen, maar de schuld niet in een keer kan voldoen. Mabox had een incassotraject aangekondigd, maar is meteen tot dagvaarden overgegaan waardoor het onmogelijk is geworden om de schuld binnen een redelijke termijn te betalen. [eisende partij in verzet] maakt verder bezwaar tegen de gevorderde ontbinding en ontruiming en uitvoerbaar bij voorraadverklaring van het vonnis.

4.De beoordeling

4.1.
Het verstekvonnis is op 9 maart 2023 aan [eisende partij in verzet] betekend. De kantonrechter oordeelt dat [eisende partij in verzet] - met de verzetdagvaarding van 4 april 2023 - tijdig verzet heeft ingesteld en om die reden ontvankelijk is in het verzet tegen het verstekvonnis.
4.2.
Mabox heeft haar vordering in de akte vermeerdering van eis vermeerderd. Mabox stelt dat in de dagvaarding een onjuiste huurprijs van € 1.577,18 is genoemd. De huur is met ingang van 1 oktober 2022 namelijk verhoogd tot € 1.712,82 per maand. Rekening houdend met twee betalingen door [eisende partij in verzet] bedraagt de huurachterstand tot en met juni 2023 inclusief de buitengerechtelijke incassokosten volgens Mabox € 13.866,80.
4.3.
[eisende partij in verzet] heeft deze stellingen van Mabox en de hoogte van de huurachterstand op de zitting erkend. De kantonrechter zal dit deel van de vordering van Mabox daarom toewijzen tot € 13.866,80.
4.4.
[eisende partij in verzet] voert aan dat Mabox geen betalingsregeling wilde afspreken en hij daardoor niet de kans heeft gekregen om het bedrag op een redelijke wijze te kunnen voldoen. Volgens [eisende partij in verzet] heeft hij na de e-mail van 22 september 2022 alleen op 14 november 2022 een e-mail van Mabox ontvangen dat hij voor 1 december 2022 moest betalen en anders een incassoprocedure zou worden opgestart. Maar Mabox heeft geen incassoprocedure gevoerd en is meteen naar de kantonrechter gestapt en dat is volgens [eisende partij in verzet] niet billijk. De kantonrechter begrijpt dat [eisende partij in verzet] met dit betoog bezwaar maakt tegen de gevorderde rente, buitengerechtelijke incassokosten en/of proceskosten. Dit bezwaar gaat niet op. De kantonrechter licht dat hierna toe.
4.5.
[eisende partij in verzet] is de huur steeds per de eerste van de maand verschuldigd. Met het verstrijken van die termijn is hij steeds meteen in verzuim ten aanzien van zijn betalingsverplichting. [eisende partij in verzet] is de wettelijke handelsrente over de achterstallige huur daarom verschuldigd.
4.6.
Mabox heeft aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Mabox heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Uit vaste rechtspraak volgt dat het voor de verschuldigdheid van de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten niet relevant is welke incassohandelingen een schuldeiser heeft verricht, zodat op zichzelf een enkele brief voldoende is. Daarvan is in dit geval sprake. Het door Mabox gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal dan ook worden toegewezen tot € 395,89.
4.7.
Over de buitengerechtelijke incassokosten is alleen de wettelijke rente van artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (BW) toewijsbaar en niet de wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW, omdat laatstgenoemd artikel niet van toepassing is op schadevergoedings-bedragen. De vordering van Mabox zal in zoverre worden afgewezen.
4.8.
Betalingsonmacht komt naar verkeersopvattingen voor rekening en risico van [eisende partij in verzet] . Hij kan geen betalingsregeling afdwingen. De kantonrechter kan ook geen betalingsregeling opleggen. [eisende partij in verzet] zal zich daarvoor kunnen wenden tot (de gemachtigde van) Mabox.
4.9.
Met het niet betalen van de huur schiet [eisende partij in verzet] tekort in de nakoming van de huurovereenkomst. Iedere tekortkoming geeft de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [eisende partij in verzet] beroept zich op deze uitzondering, omdat de gevolgen van ontruiming groot voor hem zullen zijn. Volgens [eisende partij in verzet] zal het zijn persoonlijk faillissement betekenen, met alle gevolgen van dien ook voor het personeel, en kost het tijd en geld om een nieuw pand te vinden en in te richten voordat het restaurant weer open kan, terwijl het in het hoogseizoen van eind maart met een piek in zomervakantie goed draait. Mabox beroept zich in dit verband op haar belang bij het hebben van een huurder die zijn betalingsverplichtingen nakomt.
4.10.
De kantonrechter oordeelt dat de tekortkoming van [eisende partij in verzet] de ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen wel rechtvaardigt. De tekortkoming is ernstig gezien de hoogte van de huurachterstand. De huurachterstand bedraagt inmiddels meer dan zeven maanden. [eisende partij in verzet] komt - ondanks deze procedure - zelfs zijn lopende betalingsverplichtingen niet na. De aard en ernst van de tekortkoming en het belang van Mabox bij beëindiging van de huurovereenkomst wegen in dit geval zwaarder dan de persoonlijke en zakelijke belangen van [eisende partij in verzet] bij continuering van de huurovereenkomst. Hierbij weegt mee dat [eisende partij in verzet] al eerder nalatig is geweest met het betalen van de huur, wat in 2019 tot een ontruimingsvonnis heeft geleid. [eisende partij in verzet] heeft die schuld in augustus 2022 afbetaald, maar ondertussen en daarna is de huidige, aanzienlijke huurachterstand ontstaan. Mabox heeft daarom een groot belang bij een huurder die de huur volledig en op tijd betaald. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde zal dan ook worden toegewezen.
4.11.
Mabox vordert de toekomstige huur vanaf (na akte wijziging eis) 1 juli 2023 tot de dag van ontruiming. Deze vordering zal worden toegewezen, maar de gevorderde wettelijke rente over de toekomstige huur zal worden afgewezen omdat deze nog niet verschuldigd is.
4.12.
Gelet op de ingrijpende gevolgen voor [eisende partij in verzet] wordt de ontruimingstermijn gesteld op 14 dagen na betekening van dit vonnis. De kantonrechter ziet onvoldoende aanleiding om [eisende partij in verzet] een langere termijn te gunnen. Het (financiële) belang van Mabox is daarvoor te groot.
4.13.
Het verweer van [eisende partij in verzet] dat hij na september 2022 niets meer van Mabox heeft gehoord, wordt zo opgevat dat [eisende partij in verzet] stelt rauwelijks te zijn gedagvaard. Dit verweer slaagt niet. Mabox heeft [eisende partij in verzet] op 14 november 2022 gemaild dat het bedrag voor 1 december 2022 moet zijn betaald en anders een incassoprocedure wordt opgestart. Partijen hebben daarna telefonisch gesproken over een betalingsregeling, maar die is niet tot stand gekomen. Vervolgens heeft Mabox [eisende partij in verzet] gedagvaard. In die dagvaarding is [eisende partij in verzet] in de eerste plaats gesommeerd om het verschuldigde bedrag uiterlijk op 1 februari 2023 te voldoen en in de tweede plaats - voor het geval betaling dan niet heeft plaatsgevonden - gedagvaard voor de zitting van de kantonrechter van 15 februari 2023. De procedure is vervolgens op laatstgenoemde datum begonnen omdat [eisende partij in verzet] niet had betaald. In deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat Mabox [eisende partij in verzet] zonder voorafgaande waarschuwing (rauwelijks) heeft gedagvaard. Dit heeft tot gevolg dat de proceskosten voor rekening van [eisende partij in verzet] komen, omdat hij grotendeels ongelijk krijgt.
4.14.
[eisende partij in verzet] voert tot slot verweer tegen de vordering om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De kantonrechter moet bij dit verweer de belangen van partijen in het licht van de omstandigheden van het geval beoordelen. Deze belangenafweging valt uit in het nadeel van [eisende partij in verzet] . Gelet op wat hiervoor is overwogen en beslist weegt het belang van Mabox om direct over te kunnen gaan tot uitvoering van het vonnis zwaarder dan het belang van [eisende partij in verzet] om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten. Daarom zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
4.15.
De conclusie is dat het verzet gedeeltelijk gegrond is. Het verstekvonnis kan daarom niet in stand blijven. De gewijzigde vordering zal worden toegewezen als volgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart het verzet gedeeltelijk gegrond en vernietigt het verstekvonnis van 1 maart 2023 en, opnieuw rechtdoende:
5.2.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen betreffende het perceel te [plaats] aan [adres] ( [postcode] ) met aanhorigheden;
5.3.
veroordeelt [eisende partij in verzet] om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en ontruimd te houden met alle personen en zaken die zich daarin vanwege [eisende partij in verzet] bevinden onder afgifte van de sleutels aan Mabox;
5.4.
veroordeelt [eisende partij in verzet] tot betaling aan Mabox van € 13.866,80, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 13.470,91 en de wettelijke rente over € 395,89 vanaf 27 januari 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.5.
veroordeelt [eisende partij in verzet] om aan Mabox te betalen € 1.712,82 voor iedere maand of gedeelte daarvan dat [eisende partij in verzet] het gehuurde vanaf 1 juli 2023 in gebruik heeft gehouden tot de dag der algehele ontruiming;
5.6.
veroordeelt [eisende partij in verzet] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Mabox tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 109,77
griffierecht € 514,00
salaris gemachtigde € 726,00 ;
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter