Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Jongerenwerkers op school zijn een laagdrempelig aanspreekpunt voor jongeren, signaleren op groep en individueel niveau, hebben een informerende functie en versterken de binding met de wijk. Jongerenwerk stelt de jongere centraal en verbindt de drie leefdomeinen school, thuis en de straat met elkaar.Het jongerenwerk organiseert, samen met partners, activiteiten in en rond de school, gericht op dagbesteding, gezondheid, participatie en talentontwikkeling, naar gelang behoefte de leerlingen. (…) De jongerenwerker maakt samen met én voor de school een plan op maat.”
“6 september 2022 was een kort gesprek en was ontstaan nav een signaal van een afdelingsleider. [verweerder](toevoeging kantonrechter: [verweerder] )was namelijk met een aantal derdeklasleerlingen in gesprek geraakt over de klas waarin zij beland waren en voor hen niet wenselijk. [verweerder] is vervolgens met deze leerlingen naar de afdelingsleider gegaan om hun problemen op te lossen. In ons gesprek hebben we aandacht besteed aan de rol van [verweerder] en waar hij zich mee mag bemoeien.Op 18 november 2022 hebben we met [verweerder] gesproken, omdat ik over hem de volgende signalen kreeg:- Onze coördinatoren ondersteuning en begeleiding hoorden van ouders dat hun dochter zonder hun toestemming met een schoolmaatschappelijk werker had gesproken. Een man wel te verstaan en waarbij de naam van [verweerder] werd genoemd.Bovenstaand betreft drie verschillende meisjes.- [verweerder] bracht een leerling (meisje) letterlijk naar een COB met de vraag of zij met hem wilde praten. De situatie van deze leerling was volgens [verweerder] dringend.- Van verschillende collega’s kreeg ik signalen dat [verweerder] iedere schoolweek met dezelfde meisjes in gesprek is en dat ze uit de les worden gehouden. Dit laatste punt werd door [verweerder] actief gepromoot.In ons gesprek met [verweerder] op 18/11 hebben we benadrukt wat hij goed doet, te weten het organiseren van activiteiten voor onze leerlingen, zowel op school als daar buiten.Vervolgens hebben we met hem uitgebreid gesproken over zijn rolopvatting en onze behoeftes. [verweerder] is van mening dat hij een taak heeft als een soort van jeugdhulpverlener cq maatschappelijk werker. Wij hebben vervolgens aangegeven wat Trias zelf te bieden heeft aan al onze leerlingen zowel op school als buiten. (…)”
“(…) Twee leerlingen, meisjes, hebben zich bij de coördinator veilig leefklimaat gemeld, omdat zij zich uiterst ongemakkelijk voelen bij [verweerder] . Deze ongemakkelijkheid is de afgelopen maanden ontstaan. De lln gaven aan dat de gesprekken met [verweerder] niet meer vrijblijvend voelden. De gesprekken betroffen niet alleen hun eigen situatie, maar ook het privéleven van kwam aan de orde.Zij vertelden dat [verweerder] hen actief benaderde om met hem te praten, zowel individueel als samen. De benadering vond niet alleen op school plaats, maar ook buiten via de telefoon (appen en bellen). Een van de meisjes heeft een afspraakvoorstel voor koffiedrinken buiten de school gekregen. Ook heeft ze spullen, o.a. een tv, van [verweerder] aangeboden gekregen.Deze twee meisjes hebben zich hierover uitgesproken, maar wij hebben vernomen dat er ook andere meisjes zijn met soortgelijke ervaringen. Zij schijnen schroom te voelen om zich hierover uit te spreken. (…)”
“(…) Een ander besproken onderwerp betreft de gesprekken welke ondergetekende met de leerlingen van het Trias voer. [betrokkene 1] heeft signalen ontvangen dat er diverse leerlingen zich erg afhankelijk van mij voelen. Voor gesprekken verkiezen zij de jongerenwerker boven een mentor of andere begeleider. Dit is overigens wel bekend omdat ze dit ook bij mij aangeven. Voornaamste reden is (desgevraagd) het vertrouwen in mijn persoon en het goede gevoel van begrip en zinvolle, prettige gespreksvoeringen. Uiteraard is dit een compliment voor mijn inzet maar heeft ook een valkuil:er zijn volgens [betrokkene 1] ouders geweest die contact hebben opgenomen met de school om te zeggen dat hun kind een heel goed gesprek zou hebben gevoerd met de Maatschappelijk werker en dat zij nog wel wat meer informatie hierover willen krijgen. Omdat er al weken geen Maatschappelijkwerker op Trias aanwezig was, werd gevraagd naar de naam van de gesprekspersoon. Ondergetekende werd toen genoemd. Maar zoals afgesproken neem ik geen contact met ouders op en dit is nu juist een reden waarom ze vrijuit met een Jongerenwerker praten. (…)
de school en nietvoor
de school, aldus [betrokkene 1] . De problemen en bijzonderheden dienen leerlingen zelf aan te geven aan de daartoe in Trias beschikbare personen. Deze weg behoren zij te kennen. De functie van ‘doorgeefluik’ of tussenpersoon hoeft ondergetekende niet te vervullen. Naar mijn inzicht kan hier nog wel een meerwaarde worden aangebracht om jongeren beter en verantwoordelijker naar de juiste personen of instantie te begeleiden.
overmatig veel aandacht”vraagt en vaak vraagt hoe het met hem gaat en het lijkt dat zij de rollen soms om wil draaien.
er een hele zaak van wordt gemaakt met onderzoek” alsof hij iets vreselijks zou hebben gedaan, en onder andere schrijft dat hij ervan overtuigd is dat hij “
nergens (onacceptabele) grenzen” is overgegaan en:
“waarom moeten wij ons nu druk maken over een labiel kind die iets onzinnigs heeft geroepen?”
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
Verder wordt verzocht om Incluzio te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding, rehabilitatie op straffe van een dwangsom, tot wedertewerkstelling op straffe van een dwangsom en tot betaling van de reële kosten van rechtsbijstand.
5.De beoordeling
het verzoek
“Wel een heftig dagje vandaag met veel emotionele verhalen van meiden.”Op 30 september 2023 appen de leerling en [verweerder] over de best heftige gesprekken van die dag en appt [verweerder] : “
Ook later nog een paar gevoelige verhalen gehoord van leerlingen. De energie moet nu weer even ‘ontladen’”.Deze informatie hoort een jongerenwerker niet met een leerling te delen. Hiermee belast hij de leerling en behandelt hij haar als een gelijke.
“Ik ben wel moe want mijn suikerwaarden zijn deze week erg aan het fluctueren.”Daarop antwoordt de leerling dat [verweerder] rustig aan moet doen en zich niets moet aantrekken van die andere leerling. Ook hier deelt [verweerder] (privé) informatie die de leerling niet aangaat en zijn de rollen van jongerenwerker en leerling in feite omgedraaid.
“Binnenkort zal ik even rustig met haar gaan zitten om over haar gevoel, situatie en werk te praten.”De leerling appt daarna:
“Doe jij ook rustig aan”en “
Echt doen hé”. [verweerder] antwoordt dat hij morgen een rustig dagje houdt, waarna de leerling appt: “
Mooi zo en probeer je werk telefoon weg te leggen”. Ook hier deelt [verweerder] informatie die niet voor de leerling is bestemd en worden de rollen omgedraaid; de 15 jarige leerling maakt zich zorgen om de 53 jarige jongerenwerker, een professional.
Jammer, ik heb net speciaal groene appels voor je gekocht. Die vind je toch lekker?” De leerling antwoordt dat ze toetsweek heeft en [verweerder] reageert: “
Blijf morgen even wachten op mij.. Ik ben er rond 10.00 uur.” De volgende dag appt [verweerder] “
Ik kom je appel brengen”. De twee puntjes in de een na laatste app laten de zin open, zodat de leerling die kan invullen; volgens [verweerder] is het een grapje. Dat kan zo zijn, maar deze correspondentie is te amicaal en onvoldoende afstandelijk.
“Ik kan er natuurlijk niets aan doen dat een leerling steeds naar mij toekomt. Het enige is afwijzen maar dit is in haar geval niet raadzaam.” [4] Volgens [verweerder] heeft hij in opdracht van GGZ gehandeld, die zei dat hij contact moest houden met de leerling, en heeft hij herhaaldelijk bij de school een melding gemaakt over de leerling maar had de school geen tijd. Dit neemt echter niet weg dat het niet zijn functie is. Hij moet signaleren en informeren aan de school en het vervolgens bij de school laten. Dat er geen plan voor jeugdwerk is opgesteld, zoals [verweerder] aanvoert, maakt dat niet anders. Daarnaast maakt hij het contact persoonlijk en voelt hij niet aan waar de grenzen liggen. Voor zover juist is dat de school niets deed met zijn meldingen, had hij nogmaals het gesprek met de school kunnen aangaan. Hij had dus anders kunnen en moeten handelen. Ook lijkt [verweerder] niet kritisch te kijken naar zijn eigen gedrag, maar spreekt hij over een
“labiel kind met psychische problemen”.
Voor jou neem ik de tijd” en de leerling antwoordt dat zij vandaag absoluut niet gaat bellen, hij echt even rust nodig heeft en “
Doe rustig aan plss”. Hoewel de leerling het appcontact begint, is het [verweerder] die aandringt op verder contact en houdt de leerling dat tot twee keer toe af. De daarop volgende dag appt de leerling of [verweerder] die middag tijd heeft om te praten want “
Ik maak me zorgen om je”.
schendt ook de privacy van anderen
Ik moest nog even naar Assendelft om (… voornaam leerling…) te ondersteunen (bij het ‘groene huisje’). Ze had iets genomen wat niet echt goed viel. Haar moeder gebeld om haar op te halen. Ik vond dat zij moest weten wat er was. (…) gaf daar toestemming voor. Op deze manier wordt er hopelijk iets in gang gezet om haar te helpen. Gelukkig goed afgelopen.”. Dit alles vertelt [verweerder] in zijn functie van jongerenwerker aan een minderjarige leerling waarvan hij zelf zegt dat ze labiel is en hij daarom steeds contact houdt met haar, maar dit laatste klopt niet zoals blijkt uit de app van 1 november 2022. En ook als het waar is dat beide leerlingen tegen [verweerder] hadden gezegd dat hij dingen over de een aan de ander mag vertellen, zoals hij op de tweede zitting heeft verklaard, is dat niet aan hem als jongerenwerker.
Conclusie