ECLI:NL:RBNHO:2023:6981

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
10336821 \ WM VERZ 23-138
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsoverschrijding binnen bebouwde kom met betwisting van bebording

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens snelheidsoverschrijding binnen de bebouwde kom. Betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde R. de Nekker, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 4 april 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie aangegeven de beslissing niet te handhaven en verzocht om het beroep gegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft overwogen dat de gedraging, het rijden van 11 km/h te hard binnen de bebouwde kom, niet voldoende kon worden weerlegd door betrokkene. De betwisting van de aanwezigheid van de H1-bebording werd niet ondersteund door voldoende bewijs, zoals een schouwrapport of recente foto’s. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de route van betrokkene niet volledig was geduid en dat de beschikbare informatie over de bebording niet voldeed aan de eisen die in de rechtspraak zijn gesteld. Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de boete opgelegd aan betrokkene ingetrokken.

Daarnaast is er een proceskostenvergoeding toegewezen aan betrokkene, vastgesteld op € 866,25, die door de officier van justitie aan betrokkene moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10336821 \ WM VERZ 23-138
CJIB-nummer : 251202245
Uitspraakdatum : 11 april 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : R. de Nekker, h.o.d.n. Zaakrecht te Heerenveen.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt niet te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep gegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 11 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betwisting aanwezigheid H1-bebording
2.3.
De kantonrechter overweegt dat volgens vaste rechtspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwaren in gevallen waarbij de gedraging op geautomatiseerde wijze is vastgesteld door apparatuur die in een vaste flitspaal is gemonteerd, zoals in dit geval, een betwisting van de bebording slechts kan worden weerlegd aan de hand van (nadere) informatie, zoals een proces-verbaal of schouwrapport.
2.4.
In dit geval wordt betrokkene verweten dat met haar voertuig is gehandeld in strijd met artikel 20, aanhef en onder a, van het Rvv dat bepaalt dat binnen de bebouwde kom (aangegeven met bord H1) de maximumsnelheid 50 km/h bedraagt. Gelet op de betwisting door betrokkene moet voldoende vast komen te staan dat de toegangsweg waarlangs het voertuig van betrokkene de bebouwde kom is ingereden, van een deugdelijk bord is voorzien.
2.5.
Betrokkene heeft in administratief beroep de door hem gevolgde route niet volledig geduid. In het beroep bij de kantonrechter heeft de gemachtigde de route alsnog aangegeven op een afdruk van Googlemaps.
2.6.
Op de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven dat er enkel een fotoafdruk van Googlemaps beschikbaar is van de maand juni 2022 en niet van na de datum van de gedraging d.d. 25 juli 2022. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelt daarom dat de aanwezigheid van de bebording niet voldoende kan worden weerlegt en verzoekt de kantonrechter het beroep gegrond te verklaren.
2.7.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt dat het beroep gegrond is. De beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.
Proceskostenvergoeding
2.8.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene gelijk krijgt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zullen die kosten worden vastgesteld op een bedrag van in totaal € 866,25. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 447,75 (1,5 punten voor het beroepschrift en de hoorzitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 597,00) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 418,50 (1 punt voor het beroepschrift, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 837,00).
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 866,25 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat voormeld bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: