ECLI:NL:RBNHO:2023:6964

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
10146156
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake overeenkomst van opdracht en schadevergoeding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is een geschil ontstaan tussen H.O.D.N. [bedrijf] (hierna: eiser) en FOXIKO B.V. (hierna: Foxiko) over een overeenkomst van opdracht voor de ontwikkeling van een vacaturewebsite. Eiser heeft Foxiko opdracht gegeven voor deze ontwikkeling, maar heeft op enig moment het vertrouwen in Foxiko opgezegd en een factuur gestuurd voor terugbetaling van een deel van het vooruitbetaalde loon. Foxiko vordert op zijn beurt betaling van het restant van het vooraf geschatte aantal te werken uren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een tekortkoming aan de zijde van Foxiko, omdat niet is gebleken van een ingebrekestelling of een fatale termijn. Eiser heeft geen feedback gegeven na de eerste sprint en heeft Foxiko niet de kans gegeven om de overeenkomst correct na te komen. De vordering van eiser in conventie wordt daarom afgewezen.

In reconventie heeft Foxiko een vordering ingesteld tegen eiser voor betaling van het resterende loon. De kantonrechter oordeelt dat eiser een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon verschuldigd is, omdat hij de overeenkomst mocht opzeggen, maar dat Foxiko recht heeft op betaling voor de gewerkte uren. Uiteindelijk wordt eiser veroordeeld tot betaling van € 738,10 aan Foxiko, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 4 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10146156 \ CV EXPL 22-6065
Vonnis van 26 juli 2023 (bij vervroeging)
in de zaak van
[eiser] H.O.D.N. [bedrijf],
te [plaats],
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser],
procederend in persoon,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FOXIKO B.V.,
te Hoofddorp,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Foxiko,
gemachtigde: mr. E.T. van den Hout.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag zittingsplaats Leiden van 24 augustus 2022;
- het betekenings- en oproepingsexploot van 13 september 2022;
- het herstelexploot van 3 oktober 2022;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie van 4 januari 2023;
- het tussenvonnis van 15 februari 2023;
- de mondelinge behandeling van 13 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Foxiko heeft in opdracht van [eiser] werkzaamheden verricht voor de ontwikkeling van een vacature website. [eiser] heeft op enig moment zijn vertrouwen in Foxiko opgezegd en een factuur gestuurd voor terugbetaling van een deel van het vooruitbetaalde loon. Daarnaast vordert [eiser] op grond van de overeenkomst van opdracht ook betaling van een boete. Foxiko vordert van zijn kant betaling van het restant van het vooraf geschatte totaal aantal te werken uren.
2.2.
Omdat niet is gebleken van een ingebrekestelling en evenmin van een fatale termijn of andere situatie waardoor verzuim zonder ingebrekestelling intreedt, is Foxiko niet in verzuim en is geen sprake van een – op schadevergoeding recht gevende – tekortkoming. De vordering van [eiser] in conventie zal daarom worden afgewezen.
Voor de vordering in reconventie is beslissend dat [eiser] de overeenkomst mocht opzeggen, zij het dat een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon verschuldigd is. De kantonrechter vindt het in dit geval redelijk om het loon vast te stellen op de gewerkte en niet betaalde uren, zodat [eiser] nog een bedrag van € 738,10 moet betalen.

3.De feiten

3.1.
Foxiko is gespecialiseerd in het verlenen van diensten op het gebied van softwareontwikkeling, web development, website- en applicatie hosting, en advisering op dit gebied.
3.2.
Tussen partijen is op 31 januari 2022, met [eiser] als opdrachtgever en Foxiko als opdrachtnemer, een overeenkomst tot stand gekomen voor de ontwikkeling van een vacature website (hierna: de overeenkomst).
3.3.
Voor zover voor de beoordeling van het geschil van belang, is in de overeenkomst het volgende vermeld:
Overeengekomen werkwijze:
De website zal ontwikkeld worden in sprints. (…) Het idee is dat na (…) elke sprint een werkend product wordt opgeleverd. Dus de eerste sprint zal het product, in grote lijnen werken. Iedere opeenvolgende sprint zal dus een verbetering zijn op het vorige opgeleverde product. Hierdoor is het duidelijk wat er ontwikkeld zal worden en kan er tijdig bijgestuurd worden wanneer het product niet aan de verwachtingen voldoet.
Een sprint is opgebouwd uit 2 fase: Voorbereiding, ontwikkeling. En wanneer de sprint (bijna) is afgelopen: validatie. (…)
(…)
3e fase– Na de sprint: validatie
1.
(…)
2.
Validatie door de klant, feedback van de klant.
3.
Evaluatie van de sprintopdracht hebben
Planning
Sprint Periode
Sprint 0 10 uur (…)
Sprint 1 3 weken van 16 (…)
uur p.w.
(…)
Kosten
Foxiko verwachten totaal 4 sprints te doen, en 1 voorbereiding sprint. Totaal is dit 106 uur. Foxiko hanteert een standaard uurtarief van € 45,00 per uur exclusief BTW. Totaal verwacht Foxiko dat dit project € 4770 gaat kosten. Dit project duurt minimaal 17 weken (de periode van de sprints plus 2 weken ertussen voor feedback).
(…)
Betaling
Bij aanvang zal € 2.000 vooruit worden betaald. De resterende kosten zal voldaan worden bij de oplevering van een goed werkende website. Als het niet lukt om een goed werkende website op te leveren dan zal de resterende kosten niet worden voldaan en € 1.000 van de vooruitbetaling gecrediteerd worden.
Overige afspraken
(…)

Bij overtreding van de gemaakte afspraken in deze opdracht is Foxiko een onmiddellijk opeisbare boete van € 2.000,- (zegge: tweeduizend euro) verschuldigd en (…)
3.4.
[eiser] heeft op 24 januari 2022 € 544,50 en op 10 februari 2022 € 1.875,50 aan Foxiko voldaan. Hij heeft dus in totaal een bedrag van € 2.420,00 (inclusief btw) / € 2.000,00 (exclusief btw) vooruitbetaald.
3.5.
Foxiko heeft op 7 maart 2022 per e-mail aan [eiser] geschreven:
Hoi [eiser],
Zou je mij toegang kunnen geven tot de domeinnaam van salesjobboard.com. Dan kan ik hem toegankelijk maken voor jou, en ook de eerste deliverables opleveren.
Ik hoor graag of het gelukt is.
3.6.
Na telefonisch contact tussen partijen op 14 maart 2022, heeft Foxiko per Whatsapp links gestuurd van de website op een tijdelijke domeinnaam van Foxiko.
3.7.
Op 25 maart 2022 heeft [eiser] per e-mail aan Foxiko geschreven:
[betrokkene],
Bel me even terug dan kunnen we het bespreken maar ik denk dat het geen zin heeft om nog door te gaan.
De links die je mij stuurde doen het overigens niet meer.
Tot op heden heb je niks opgeleverd dat ik kan laten zien, daardoor ben ik zelf ook niet gemotiveerd meer en heb ik ook niet het vertrouwen dat het nog goed komt.
Bijgaand vind je de factuur voor de terugbetaling.
3.8.
Nadat [eiser] op 28 april 2022 Foxiko per e-mail heeft laten weten een betalingsregeling te willen treffen als Foxiko die dag reageert, heeft [eiser] een incassobureau ingeschakeld.
3.9.
Het incassobureau heeft Foxiko op 4 mei 2022 gesommeerd om het creditbedrag van € 1.210,00 (€ 1.000,00 ex btw), de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijk kosten te voldoen.
3.10.
Foxiko heeft op 11 en 13 mei 2022 het incassobureau laten weten dat hij [eiser] niet hoeft terug te betalen, omdat [eiser] de opdracht zelf heeft ingetrokken.
3.11.
Foxiko heeft op 11 mei 2022 een factuur gestuurd voor de gewerkte uren voor zover die de aanbetaling overstijgen. Dit betreft een bedrag van € 738,10 inclusief btw.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[eiser] vordert - samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- Foxiko te veroordelen aan [eiser] te betalen een bedrag in hoofdsom van
€ 3.131,18;
- Foxiko te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat Foxiko is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat het niet is gelukt om een goed werkende website op te leveren. Via de links die [eiser] heeft gekregen was een website te zien die niet af was. Daarna had hij geen toegang meer tot de website, terwijl die wel zijn eigendom is. Hij vordert daarom het bedrag van € 1.000,00 aan creditering van het vooruit betaalde bedrag en € 2.000,00 aan onmiddellijk opeisbare boete, omdat Foxiko de afspraken van de opdrachtbevestiging heeft overtreden. Daarnaast vordert hij deurwaarderskosten.
4.3.
Foxiko voert verweer. Foxiko concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten en nakosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
Foxiko vordert - samengevat - om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • [eiser] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.331,70 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 4 januari 2023 tot en met de dag van algehele voldoening;
  • [eiser] in reconventie te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.6.
Foxiko legt aan zijn vordering ten grondslag dat [eiser] de overeenkomst eenzijdig heeft ontbonden, terwijl Foxiko niet in verzuim was. De overeenkomst loopt daarom nog door en wordt door hem omgezet in een vordering tot het betalen van vervangende schadevergoeding, welk bedrag gelijk is aan de waarde van de toegezegde prestatie.
4.7.
[eiser] voert verweer. De vordering moet volgens hem worden afgewezen, omdat er niets is opgeleverd en niets te zien is, terwijl de website wel zijn eigendom is.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
5.1.
Voor de beantwoording van de vraag of [eiser] recht heeft op de gevorderde creditering en boete, is het van belang om vast te stellen of sprake is van een tekortkoming onder de overeenkomst. Omdat niet is gesteld of gebleken dat nakoming blijvend onmogelijk is, moet tevens de vraag worden beantwoord of Foxiko in verzuim is. De uitleg van de overeenkomst is bij dit alles van belang.
5.2.
Uitgangspunt is dat verzuim intreedt wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft. De functie van een ingebrekestelling is dat de schuldenaar (Foxiko) nog een laatste termijn voor nakoming wordt gegeven. Van een dergelijke ingebrekestelling is niet gebleken. Eind maart 2022 zegde [eiser] zijn vertrouwen in Foxiko immers op zonder haar daarbij nog een termijn voor nakoming te geven (zie 3.7). Gesteld noch gebleken is dat [eiser] toen of op enig ander moment heeft gezegd wat Foxiko moest doen om de overeenkomst alsnog correct na te komen, terwijl dat wel op zijn weg had gelegen. In de overeenkomst is immers vermeld dat in de twee weken na elke “sprint” de klant ([eiser]) feedback geeft en dat het de bedoeling is dat er tijdig bijgestuurd kan worden wanneer het product niet aan de verwachtingen voldoet. [eiser] heeft echter geen feedback gegeven na sprint 1. De e-mail van 25 maart 2022 kan in elk geval niet als zodanig worden beschouwd, omdat daar alleen een uitnodiging in staat om het met elkaar te bespreken, maar tegelijkertijd de mededeling dat het geen zin heeft om nog door te gaan, omdat Foxiko volgens hem niets heeft opgeleverd wat hij kan laten zien. Wat Foxiko dan wel had moeten opleveren en op welke punten hij tekort schoot, is daarin niet vermeld.
5.3.
Verzuim treedt zonder ingebrekestelling in wanneer een voor de voldoening bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen. [eiser] stelt dat het om een tijdsgebonden opdracht ging, met een deadline van drie weken voor de oplevering van sprint 1. Foxiko heeft betwist dat hij zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen en dat hij niet tijdig zou hebben opgeleverd.
Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat de overeenkomst een fatale termijn bevat. In de overeenkomst worden weliswaar weken, tijdsperiodes en uren genoemd, maar taalkundig valt in de overeenkomst slechts een geschatte hoeveelheid tijd en uren te lezen en geen harde deadline. Onder het kopje “kosten” staat namelijk vermeld (onderstreping kantonrechter):
Foxikoverwachtentotaal 4 sprints te doen, en 1 voorbereiding sprint. Totaal is dit 106 uur. Foxiko hanteert een standaard uurtarief van € 45,00 per uur exclusief BTW. TotaalverwachtFoxiko dat dit project € 4770 gaat kosten.Dit project duurt minimaal17 weken (de periode van de sprints plus 2 weken ertussen voor feedback).
Uit de hiervoor geciteerde tekst volgt dat partijen geen vaste prijs of oplevermoment hebben afgesproken, maar dat Foxiko daar slechts een schatting van heeft gegeven.
5.4.
Omdat niet is gebleken van een ingebrekestelling en evenmin van een fatale termijn of andere situatie waardoor verzuim zonder ingebrekestelling intreedt, is Foxiko niet in verzuim gekomen en is geen sprake van een – op schadevergoeding rechtgevende – tekortkoming. De vordering van [eiser] in conventie zal daarom worden afgewezen.
5.5.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) in conventie worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Foxiko als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
464,00
(2,00 punten × € 232,00)
- nakosten
116,00
Totaal
580,00
in reconventie
5.6.
De kantonrechter stelt voorop dat sprake is van een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 Burgerlijk Wetboek (BW). Op grond van artikel 7:408 lid 1 BW kan de opdrachtgever te allen tijde de overeenkomst opzeggen. [eiser] mocht dus in beginsel de overeenkomst eenzijdig beëindigen. Daarvoor is een tekortkoming aan de kant van Foxiko niet vereist.
5.7.
Vast staat ook dat de opdracht nog niet was voltooid. Van de sprints waren immers in ieder geval sprints 2, 3 en 4 nog niet opgeleverd. Ook staat vast dat, op de voorschotbetaling na, Foxiko pas zou worden voldaan bij de oplevering van een goed werkende website, wat - gelet op de in de overeenkomst opgenomen planning -, na afronding van sprint 4 zou zijn. Op grond van artikel 7:411 lid 1 BW geldt dat als de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht, en de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging (zoals in dit geval), de opdrachtnemer recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. [eiser] mocht dus opzeggen, zij het dat een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon verschuldigd is.
5.8.
Foxiko vordert het volle loon, namelijk vergoeding van alle in de overeenkomst verwachte te werken honderd zes uren. Hij heeft daar op grond van artikel 7:411 lid 2 BW alleen recht op als het einde van de overeenkomst aan [eiser] is toe te rekenen en de betaling van het volle loon, gelet op alle omstandigheden van het geval, redelijk is. Op het bedrag van het loon worden bovendien de besparingen die voor de opdrachtnemer uit de voortijdige beëindiging voortvloeien, in mindering gebracht. Los van de vraag of het einde van de overeenkomst al of niet aan [eiser] is toe te rekenen, acht de kantonrechter betaling van het volle loon in de gegeven omstandigheden niet redelijk. Niet gesteld en niet gebleken is namelijk dat Foxiko na het aanvaarden van de opdracht andere opdrachten heeft geweigerd. Bovendien moeten de uren die Foxiko niet heeft gewerkt worden beschouwd als besparingen die voor Foxiko uit de voortijdige beëindiging voortvloeien.
5.9.
Gelet op vorenstaande moet beoordeeld worden welk deel van het loon [eiser] naar redelijkheid verschuldigd is. Voor de bepaling hiervan wordt onder meer rekening gehouden met de reeds door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever daarvan heeft, en de grond waarop de overeenkomst is geëindigd.
5.10.
Foxiko heeft gesteld dat hij in totaal achtenvijftig uur aan de opdracht heeft gewerkt. [eiser] heeft aangevoerd dat hij niet weet of die uren daadwerkelijk zijn gewerkt en dat hij geen urenspecificatie heeft gezien. [eiser] heeft daarmee de stelling van Foxiko echter onvoldoende gemotiveerd betwist. Niet ter discussie staat immers dat sprint 0 was voltooid. Volgens de planning stond hier tien uur voor. Ter zitting heeft Foxiko toegelicht dat het op 24 januari 2022 betaalde bedrag van € 544,50 (inclusief btw) betrekking heeft op sprint 0. Verder staat als onvoldoende gemotiveerd betwist vast dat sprint 1 begin maart 2022 was afgerond toen Foxiko om toegang tot de domeinnaam vroeg om de website toegankelijk te maken. Volgens de planning was op dat moment achtenveertig uur aan sprint 1 (drie weken van zestien uur) gewerkt. Als onvoldoende gemotiveerd betwist staat met dit alles vast dat Foxiko in totaal voor achtenvijftig uur werkzaamheden heeft verricht. Dat betreft een bedrag van € 3.158,10 inclusief btw, waarvan [eiser] (in totaal) € 2.420,00 heeft betaald, zodat hij – afgaande op de door Foxiko verrichte werkzaamheden – in beginsel nog een bedrag van € 738,10 aan loon is verschuldigd. Uit het feit dat Foxiko op 11 mei 2022 een factuur aan [eiser] heeft gestuurd voor een bedrag van € 738,10, leidt de kantonrechter af dat Foxiko dit op dat moment ook een redelijk loon vond.
[eiser] heeft nog aangevoerd dat hij geen voordeel van de werkzaamheden heeft, omdat hij de website (in aanbouw) niet in zijn bezit heeft. Hij heeft echter niet gesteld dat hij de website door een derde wil laten afbouwen noch dat hij om het opnieuw ter beschikking stellen van het reeds gebouwde deel van de website heeft gevraagd. Het gaat hem er - zo heeft hij verklaard - vooral om dat hij het creditbedrag ontvangt, omdat er naar zijn mening niet is geleverd. Daarbij komt dat niet kan worden uitgesloten dat het daadwerkelijke voordeel van de verrichte werkzaamheden zich pas zou hebben gerealiseerd na voltooiing van de overige sprints. Zover is het echter niet gekomen, omdat [eiser] zelf de opdracht heeft beëindigd. Gelet op al deze feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd acht de kantonrechter het redelijk om het verschuldigde deel van het loon vast te stellen op (en te beperken tot) de gewerkte uren, zodat [eiser] nog een bedrag van € 738,10 (inclusief btw) moet betalen.
5.11.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
738,10
Totaal
738,10
5.12.
De gevorderde wettelijke handelsrente is eveneens toewijsbaar vanaf 4 januari 2023 tot en met de dag van volledige betaling.
5.13.
[eiser] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Foxiko als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
232,00
(2,00 punten × factor 0,5 × € 232,00)
Totaal
232,00

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Foxiko tot dit vonnis vastgesteld op € 580,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [eiser] ook de kosten van betekening betalen,
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.4.
veroordeelt [eiser] om aan Foxiko te betalen een bedrag van € 738,10, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 4 januari 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.5.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Foxiko tot dit vonnis vastgesteld op € 232,00,
6.6.
verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Wamsteker en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.
1621