2.2.Op 7 september 2018 heeft Kiwa BDA Dak- en Geveladvies (hierna: BDA) een bindend advies afgegeven over de volgende vragen:
Voldoen de door Pakhuis opgeleverde appartementen alsmede het gebouw als zodanig aan de eisen van de vernieuwbouw en de gerechtvaardigde verwachtingen van de VVE?
Kunnen de door Bouwpathologie in haar rapport opgenomen gebreken als zodanig worden beschouwd met inachtneming van het gestelde in vraag 1? Deze vraag strekt zich tevens uit over de vermeende gebreken die niet in voornoemd rapport zijn opgenomen, te weten de gebrekkige hemelwaterafvoeren alsmede de aanwezigheid van water in de kruipruimte dat naar de mening van de VVE leidt tot optrekkend vocht in de constructie en het afbladderen van stucwerk in de trappenhuizen.
Op welke wijze dienen de gebreken die als zodanig door de bindend adviseur zijn gekwalificeerd (zulks met inachtneming van het gestelde in de vragen 1 en 2) worden verholpen? Kort gezegd: wat is de geadviseerde wijze van herstel?
Binnen welke redelijke termijn kunnen de gebreken die als zodanig door de bindend adviseur zijn gekwalificeerd (zulks met inachtneming van het gestelde in de vragen 1 en 2) hersteld worden? De bindend adviseur zal hierbij rekening houden met enige ruimte voor vertraging. Kort gezegd: wat is de redelijke hersteltermijn?
Wat zijn de begrote kosten van herstel indien een derden het herstel zou uitvoeren?
Deze vragen zijn door BDA - voor zover hier relevant -als volgt beantwoord:
Vraag 1
(…)
De appartementen voldoen op meerdere aspecten niet aan de eisen van het Bouwbesluit 2010 en de gerechtvaardigde verwachtingen van de VvE. Bij de beantwoording van vraag 2 wordt hier nader op ingegaan.
Vraag 2
(…)
Hellende daken
De gebreken die door Bouwpathologie in de rapportage zijn opgenomen kunnen als gebreken worden beschouwd. De gebreken hadden van een kwalitatief goed ‘nieuwbouwdak’ niet mogen worden verwacht en zijn bovendien in strijd met de Nederlandse bouwregelgeving. De waterdichtheid, windweerstand en kwaliteit van het dakbedekkingssysteem van de hellende daken is onvoldoende.
(…)
Gevelpannen
(…)
De gevelpannen zijn op het hoge hellende dak over het algemeen afdoende bevestigd. Op de lage daken zijn de gevelpannen incidenteel bevestigd en wordt niet beantwoord aan NPR 6708.
Nokken
(…)
Uitsluitend de nokvorsten op het hoge dak zijn bevestigd met schroeven met afdichtingsring. Het is aannemelijk dat hiermee voldoende windweerstand wordt bereikt. Op de lage daken wordt echter vastgesteld dat specie, flexibele dakmortel en dergelijke is toegepast. De specie is ernstig gedegenereerd en de flexibele dakmortel onthecht. De vorsten zijn over het algemeen niet doelmatig bevestigd aan de ondergrond. (…)
In zijn algemeenheid moet vastgesteld worden dat verankering van het dakbedekkingssysteem en de details behoudens het hoge dak aan het [adres] niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig destijds vigerende Nederlandse bouwregelgeving. De windweerstand van het bestaande dakbedekkingssysteem is uiterst twijfelachtig. De daken worden als windgevoelig beschouwd.
Kwaliteit
De dakpannen zijn inclusief de hierop aansluitende details sterk verouderd. Meerdere pannen zijn reeds uitgewisseld door overigens afwijkende panmodellen. De pannen vertonen met regelmaat ernstige degeneratieverschijnselen. De achterzijde van de dakpannen schilfert af. Ophangnokken zijn weggesleten. Op het hoge dak [adres] zijn aan de voorzijde relatief nieuwere dakpannen van een overigens afwijkend model (Opnieuw Verbeterde Hole pan) aanwezig. Deze pannen vertonen geen gebreken. Het aangrenzend dakschild van het hoge dak heeft echter pannen die evenwel aanzienlijke degeneratieverschijnselen vertonen. Diverse vorsten zijn geplaatst in specie. De specie is ernstig verouderd, gescheurd, afgebrokkeld of verdwenen. Meerdere vorsten zijn reeds gebarsten/gescheurd. De nokken op het hoge hellende dak aan het [adres] zijn geplaatst op een ventilerende ondervorst. Hier zijn geen tekortkomingen aan gesignaleerd. Panlatten en tengels zijn bevestigd met stalen draadnagels. De draadnagels zijn ernstig gecorrodeerd. Meerdere panlatten zijn inclusief de tengels volledig door water aangetast. In gebieden waar langdurige waterinfiltratie heeft plaatsgevonden is het dakbeschot vergaan. Vastgesteld moet worden dat de kwaliteit van het dakbedekkingssysteem en de hierop aansluitende detaillering aanzienlijk is teruggelopen. Er is op geen enkele wijze te rechtvaardigen dat hier sprake is van een nieuwbouwsituatie.
Platte dak
De platte daken zijn voorzien van gemineraliseerde gemodificeerde bitumen dakbanen. De dakbanen zijn op zichzelf van relatieve nieuwbouwkwaliteit. Het dakbedekkingssysteem vertoont op zichzelf geen gebreken.
(…)
Op het terrasdak is een waterpassing uitgevoerd (…). Uit de waterpassing blijkt dat het
afschot van het terrasdak over het algemeen onvoldoende is.
Als keuringscriterium geldt dat een hoeveelheid water op het dak (direct na regen) van maximaal 5% van het dak opper vlak toelaatbaar is, mits deze hoeveelheid verdeeld is over meerdere plassen. De diepte van de plassen mag daarbij maximaal 5 mm zijn.
Vastgesteld moet worden dat niet aan voornoemd keuringscriterium wordt beantwoord. Er is
structureel sprake van plasvorming. (…)
Schade wand begane grondvloer boven de kruipruimte
Op een enkele positie in de gemeenschappelijke ruimte is het vocht in de wanden beoordeelt. De vocht concentraties in de wanden zijn hoger naarmate men dichter naar maaiveldniveau gaat. Ook rondom de buitendeur zijn de vochtconcentraties in de wanden hoger als op andere posities in de buitenwanden. Bij uitsluiting duidt alles er op dat de vochtschade in de wanden ter plaatse van de begane grondvloer een combinatie is van optrekkend vocht uit de kruipruimte (deze staat vol met water) in combinatie met een onjuiste uitgevoerd waterdicht detail ter plaatse van de entreedeur.
(…)
In de NEN 2778 is omschreven op welke wijze beoordeeld kan worden of de uitwendige
scheidingsconstructie voldoende waterdicht is. Dit geldt tevens voor de eisen omtrent optrekkend vocht als gevolg van een hoge grondwaterstand. Kort samengevat kan gesteld worden dat als het binnenoppervlak vochtig is, en dat is het, er niet voldaan wordt aan de eisen conform NEN 2778 en hierdoor het Bouwbesluit.
Luchtdichtheid (tochtklachten) in en van het gebouw
Door de verschillende bewoners wordt geklaagd over tocht. (…)
Gezien de hoge mate van luchtdoorlatendheid van de woning wordt verwacht dat niet voldaan wordt aan de infiltratiewaarde. Dit kan echter niet met zekerheid gesteld worden.
(…)
Vraag 3(…)
Om de kwaliteit, windweerstand en waterdichtheid duurzaam te verbeteren en als zodanig tot nieuwbouwniveau te verheffen zijn maatregelen noodzakelijk. Uitzondering hierop vormt het dakschild van het hoge hellende dak dat uitziet op het [adres]. Hier zijn geen maatregelen nodig. Op de overige daken zal herstel moeten plaatsvinden. Met plaatselijke verbetermaatregelen kan niet aan voornoemd criterium worden beantwoord. Algehele verbetering (oftewel algehele renovatie) is noodzakelijk. Hiermee zal worden beantwoord aan de te rechtvaardige verwachtingen van de VvE en de eisen conform het Bouwbesluit.
Praktisch gesproken houdt dit in dat:
- de bestaande dakpannen worden verwijderd, inclusief panlatten en tengels;
- het dakbeschot wordt gecontroleerd op gebreken en waar nodig wordt hersteld;
- er een (conform) technische omschrijving waterkerend dampdoorlatend membraan op het
dakbeschot wordt aangebracht;
- op het dakbeschot nieuwe stoftengels en panlatten worden aangebracht;
- op de panlatten nieuwe keramische dakpannen van het model Verbeterde Holle pan. De
dakpannen moeten worden bevestigd conform een door de dakaannemer te overleggen
windbelastingsberekening. In de praktijk zullen alle dakpannen dambordsgewijs moeten worden verankerd en in enkele zones zal volledig verankering moeten plaatsvinden.
Platte daken
In zijn algemeenheid zijn op het dakterras, het lager gelegen dak en de dakkapellen in relatie tot de waterdichtheid geen tekortkomingen gesignaleerd. De kwaliteit van de dakbedekking is op zichzelf goed en de dakbedekking is op een juiste wijze verwerkt.
(…)
Op het terrasdak wordt echter vastgesteld dat er structureel plasvorming optreedt. Gezien het gebruik van het dak is dit volstrekt ongewenst en zoals eerder aangegeven in afwijking van het criterium zoals dit wordt gehanteerd in de branche.
Op de terrassen is bijkomend een vlonderconstructie gemaakt met rondom een balustrade/hekwerk.
Het terras is bereikbaar via een vaste trap en lichtkoepel. Bij openstand is er aan de kopkant van de lichtkoepel serieus valgevaar. Bij dichtstand is er doorvalgevaar getuige de waarschuwing op de lichtkoepels.
(…)
Om plasvorming definitief op te heffen zijn ingrijpende maatregelen noodzakelijk. De bestaande dakbedekkingsconstructie zal moeten worden ontmanteld waarbij het advies is tegelijkertijd het teervilt te verwijderen. Op de onderconstructie zal vervolgens een noodlaag moeten worden aangebracht en op de noodlaag een tweezijdig met aluminium folie gecacheerde polyisocyanuraat afschotisolatieplaat worden verwerkt. Het laagste punt aan de langszijde van het terras en het hoogste punt in de middenas. Hiermede wordt een tweezijdig afschot gecreëerd naar de randen van het dak. Langs de randen van het dak zal in dit geval nog enige plasvorming kunnen optreden. De verwachting is dat dit door de afvoeren te verdiepen en enkele afvoeren bij te plaatsen beperkt zal zijn. Op het isolatiemateriaal zal een tweelaags mechanisch bevestigd dakbedekkingssysteem moeten worden aangebracht. Op het dakbedekkingssysteem kunnen de vlonders worden teruggeplaatst.
Er zal rondom de lichtkoepel een afsluitbaar hek moeten worden geplaatst. Aan de kopkant van de koepel zal een hekwerk moeten worden geplaatst. Indien niet gekozen wordt voor een doorvalbestendige lichtkoepel zal rondom de koepel een hekwerk moeten worden aangebracht behoudens ter plaatse van de opgang.
Schade wand begane grondvloer boven de kruipruimte
Om optrekkend vocht uit de kruipruimte te voorkomen kan overwogen worden de wanden te voorzien van een mechanische waterkering. Hierbij kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van de boorkern methode. Hierbij worden in twee series elkaar overlappende boorgaten in de muur gemaakt die gevuld worden met een waterafwijzende mortel. De tweede serie wordt gevoerd nadat de eerste is dichtgemaakt.
Andere mogelijkheid is het aanbrengen van de chemische waterkering. Hierbij worden er gaten in de muur geboord waarna vervolgens via de boorgaten door middel van een injectie onderdruk waterafstotende vloeistof wordt aangebracht.
Om doorslaand vocht bij de entreedeuren te voorkomen is een detailaanpassing nodig. Hierbij mag het buitenblad niet meer in contact staan met het binnenblad. Tevens moeten er waterkerende slabben ter plaatse van de aansluiting van de deur met het metselwerk worden aangebracht.
Vraag 4 (…)
Voor algehele verbetering van de hellende daken en het terras is een periode van circa 14 maanden aan te merken als redelijk hersteltermijn, waarbij het uitgangspunt is dat de werkzaamheden eind 2019 zijn afgerond.
De besluitvorming ter zake de mogelijke verbetering van de overige aspecten zoals tocht, optrekkend vocht kan qua besluitvorming en voorbereiding beduidend complexer zijn, te meer omdat dit over ingrijpende (interne) aanpassingen gaat waarbij de woningeigenaren betrokken moeten worden en er tevens overlast voor de eigenaren zal zijn. Hiervoor zal een planning opgesteld moeten worden in samenspraak met de eigenaren waarbij de maximale termijnen in samenspraak moeten worden vastgesteld maar niet langer mogen bedragen als twee jaar.