ECLI:NL:RBNHO:2023:684
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van herzieningsverzoek buitenlandbijdrage Zvw op AOW-pensioen
In deze zaak hebben eisers, een echtpaar dat van 2008 tot 2014 in Frankrijk woonde, beroep ingesteld tegen de afwijzing door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van hun verzoek om herziening van de inhoudingen van de buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) op hun AOW-pensioen. Eisers stellen dat zij ten onrechte zijn aangeslagen voor deze bijdrage, omdat zij in Frankrijk verzekerd waren en geen Zvw-bijdrage verschuldigd zouden zijn. De SVB heeft hun verzoek afgewezen, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.
De rechtbank heeft op 31 januari 2023 uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de SVB geen zelfstandige bevoegdheid heeft om te beslissen over de verdragsgerechtigdheid van eisers en de verschuldigdheid van de buitenlandbijdrage. Dit valt onder de bevoegdheid van het CAK, dat de gegevens aan de SVB verstrekt. De rechtbank concludeert dat de SVB terecht heeft gehandeld door de buitenlandbijdrage in te houden op de AOW-uitkeringen van eisers, aangezien zij gedurende hun verblijf in Frankrijk recht hadden op medische zorg die ten laste van Nederland kwam.
De rechtbank wijst erop dat de buitenlandbijdrage een wettelijk geregelde sociale bijdrage is en geen premie voor een ziektekostenverzekering. De rechtbank concludeert dat eisers geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben aangedragen die de afwijzing van hun verzoek zouden kunnen rechtvaardigen. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.