ECLI:NL:RBNHO:2023:6782

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
C/15/339414 / FA RK 23-2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vervangende toestemming voor vakantie met minderjarigen en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de moeder haar verzoek tot vervangende toestemming voor vakantie met de minderjarigen ingetrokken, omdat de vader inmiddels toestemming heeft verleend. De moeder handhaaft echter haar verzoek om de vader te veroordelen in de proceskosten, omdat zij meent dat zij nodeloos kosten heeft gemaakt door de houding van de vader. De rechtbank overweegt dat er geen aanleiding is om af te wijken van het uitgangspunt dat proceskosten in familiezaken worden gecompenseerd. Dit is gebaseerd op de gebrekkige communicatie tussen partijen, wat heeft geleid tot een misverstand. De rechtbank adviseert partijen om hun communicatie te verbeteren.

De procedure begon met een verzoekschrift van de moeder op 3 mei 2023, waarin zij om vervangende toestemming vroeg om met de kinderen naar Italië te reizen. De vader heeft echter pas op 9 mei 2023 toestemming verleend, nadat de moeder hem tweemaal had gevraagd. De vader stelt dat de moeder zijn oude e-mailadres heeft gebruikt voor de communicatie, wat heeft bijgedragen aan de verwarring. De rechtbank wijst het verzoek van de moeder af, omdat er geen evident nodeloos verzoek is gedaan en de communicatieproblemen tussen partijen niet als een weigerachtige houding van de vader kunnen worden gekarakteriseerd.

De rechtbank benadrukt dat in familierechtzaken terughoudendheid wordt betracht bij proceskostenveroordelingen, om de relatie tussen partijen niet verder te belasten. De hoofdregel is dat proceskosten worden gecompenseerd, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn. In dit geval is er geen aanleiding om van deze regel af te wijken, en de rechtbank wijst het verzoek van de moeder af.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
proceskosten
zaak-/rekestnr.: C/15/339414 / FA RK 23-2019
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 3 juli 2023
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. H. Beekelaar, kantoorhoudende te Kwadijk,
tegen
[de vader],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. H.E.M. Davidson, kantoorhoudende te Rijswijk Zh.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de moeder, ingekomen op 3 mei 2023;
- het bericht van de advocaat van de moeder, met bijlagen, ingekomen op 1 juni 2023, waaruit blijkt dat de moeder haar verzoek tot vervangende toestemming voor vakantie met de kinderen naar Italië heeft ingetrokken, maar zij haar verzoek om een proceskostenveroordeling handhaaft en zij verzoekt om de zaak schriftelijk af te doen;
- het bericht van de rechtbank van 14 juni 2023, waarin aan de advocaten van partijen is meegedeeld dat de rechtbank geen aanleiding ziet om de geplande mondelinge behandeling doorgang te laten vinden en waarbij de advocaat van vader tot 9 juni 2023 in de gelegenheid is gesteld om te reageren op het verzoek van de moeder over de proceskosten;
- het verweerschrift op het verzoek veroordeling proceskosten, van de vader, met bijlagen, ingekomen op 6 juni 2023;
- het bericht van de advocaat van de moeder, met bijlage, ingekomen op 8 juni 2023.
1.2.
De rechtbank heeft de gesprekken die op 9 juni 2023 gepland stonden met de minderjarigen [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] afgezegd, omdat de rechtbank alleen nog een beslissing op de proceskosten moet nemen.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [huwelijksdatum] in [plaats] met elkaar gehuwd, welk huwelijk op [datum] is ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Amsterdam van 4 december 2013.
2.2.
De (minderjarige) kinderen van partijen zijn:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
- [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] .
Partijen zijn gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarigen.
2.3.
Aan de echtscheidingsbeschikking is het door partijen op 10 september 2013 ondertekend ouderschapsplan gehecht. Uit het ouderschapsplan blijkt dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige 1] bij de man is en de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] bij de vrouw. Verder zijn partijen een zorgregeling overeengekomen, waarbij de kinderen eenmaal per twee weken van vrijdag na school tot zondag 19.00 uur bij hun vader verblijven en wekelijks op dinsdag uit school tot na het avondeten.

3.Het verzoek

3.1.
De moeder heeft verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- te bepalen dat haar vervangende toestemming wordt verleend om samen met [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] van dinsdag 1 augustus tot en met maandag 14 augustus 2023 te reizen naar het buitenland, te weten Italië, om samen met hen daar te kunnen verblijven op camping [camping] in [plaats] ;
- te bepalen dat de aan de moeder verleende vervangende toestemming strekt tot vervanging van de vereiste toestemming van de vader;
- de vader te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2.
De moeder heeft haar verzoek tot vervangende toestemming ingetrokken.

4.Verweer

4.1.
De vader heeft verzocht om het verzoek van de moeder om hem in de proceskosten te veroordelen af te wijzen.

5.De beoordeling

5.1.
De moeder heeft – samengevat – gesteld dat zij de vader tweemaal schriftelijk heeft gevraagd om zijn toestemming te verlenen voor de door de haar geplande vakantie met [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] in Italië. De vader heeft daar niet op gereageerd. De moeder zag zich daarom genoodzaakt om te verzoeken om vervangende toestemming. De vader heeft inmiddels toestemming verleend voor de vakantie, maar de moeder is van mening dat zij door de eerdere
weigerachtige houding van de vader nodeloos kosten heeft moeten maken en dat de vader daarom in de proceskosten moet worden veroordeeld.
5.2.
De vader heeft aangevoerd dat de moeder het verzoek voor het invullen van toestemmingsformulieren naar zijn oude e-mailadres (een ‘hotmail’-adres) heeft verstuurd. De vader gebruikt dit adres al jaren niet meer. De vader heeft de moeder hier destijds van op de hoogte gesteld en haar gevraagd om e-mails aan hem naar zijn nieuwe ‘g-mail’-adres te sturen. Dat heeft zij vanaf dat moment gedaan. De vader heeft pas via het verzoekschrift vernomen dat de moeder met [de minderjarige 3] en [de minderjarige 1] op vakantie wil gaan en heeft op 9 mei 2023 toestemming verleend voor deze vakantie. De vader heeft zijn toestemming voor een vakantie van de moeder met de kinderen nog nooit onthouden. Van een weigerachtige houding aan zijn zijde is dan ook geen sprake. De vader is daarom van mening dat er geen aanleiding is om af te wijken van het wettelijk uitgangspunt dat proceskosten worden gecompenseerd.
5.3.
De rechtbank overweegt dat de rechtbank ingevolge artikel 289 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), bezien in samenhang met de artikelen 237 en verder van deze wet – al dan niet ambtshalve – een proceskostenveroordeling kan uitspreken.
5.4.
In familierechtzaken wordt terughoudend omgegaan met een proceskostenveroordeling, dit om te voorkomen dat de relatie tussen partijen verder wordt belast. Partijen moeten namelijk vaak nog met elkaar door als ouders van hun kind(eren). Als hoofdregel geldt dan ook dat de proceskosten worden gecompenseerd, aldus dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt van deze hoofdregel afgeweken.
5.5.
Op grond van vaste jurisprudentie geldt dat een proceskostenveroordeling aan de orde kan zijn indien een verzoek evident nodeloos is gedaan. Die situatie doet zich in dit geval naar het oordeel van de rechtbank niet voor. Er is onduidelijkheid ontstaan over welk e-mailadres de vader in gebruik heeft. Dit lijkt een misverstand te zijn en is kennelijk het gevolg van gebrekkige communicatie tussen partijen. De rechtbank geeft partijen in overweging om aan de verbetering van hun communicatie te werken, zodat beslissingen over de kinderen eenvoudiger kunnen worden genomen en zij zichzelf en de kinderen de kosten en spanningen van een procedure kunnen besparen. De rechtbank zal het verzoek van de moeder afwijzen.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijst het verzoek van de moeder af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.I.A.C. Angenent-Bakker, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.A. Lengyel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2023.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.