Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiseres], gevestigd te [plaats 1]
[gedaagde], kantoorhoudende te [plaats 2] , in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen, die (zullen) toebehoren aan [betrokkene 1] , wonende te [plaats 3] , hierna te noemen [betrokkene 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
Het is huurder toegestaan veranderingen en toevoegingen aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen, die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan kunnen worden gemaakt bij het einde van de huurovereenkomst, behalve indien het gaat om veranderingen die gevaar, overlast of hinder voor verhuurder of derden opleveren, of veranderingen die de verhuurbaarheid of verkoopbaarheid zouden kunnen schaden, of die het gehuurde in waarde [kunnen] doen dalen. Voor overige veranderingen en toevoegingen heeft huurder vóóraf schriftelijke toestemming van de verhuurder nodig.
‘Op 18 oktober ’22 is in uw woning hennep ontdekt. De politie heeft geconstateerd dat u hennep in uw woning teelt, bereidt, bewaart, bewerkt en/of verwerkt.
(…) Indien de woning daadwerkelijk gesloten wordt, zult u waarschijnlijk moeilijk te bereiken zijn. Om die reden ontbindt [eiseres] buitengerechtelijk reeds nu voor alsdan, uitsluitend voor het geval de woning daadwerkelijk wordt gesloten, de huurovereenkomst tussen u en [eiseres] . Kortom, [eiseres] stuurt u hiermee alvast de ontbindingsverklaring, waarbij de daarin aangezegde ontbinding pas effect zal sorteren op het moment van de feitelijke sluiting van de woning. (…)