In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een eenmalige energietoeslag. Eiseres, die een WIA-uitkering ontvangt, had op 28 mei 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag. Deze aanvraag werd door verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam, afgewezen op basis van het feit dat haar inkomen van € 1.357,49 per maand net boven de door verweerder gestelde inkomensgrens van € 1.310,05 lag. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het college handhaafde zijn besluit na een hoorzitting en advies van de bezwaarschriftencommissie.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de energietoeslag rechtmatig is. De rechtbank stelt vast dat verweerder bij de uitoefening van zijn bevoegdheid om de energietoeslag toe te kennen, een ruime beslissingsruimte heeft. De rechtbank toetst of het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen gebruik te maken van deze bevoegdheid. Eiseres voerde aan dat haar geringe inkomensoverschrijding niet in verhouding staat tot de gevolgen van de afwijzing, maar de rechtbank volgt het college in zijn motivering dat de inkomensgrens bij de regeling was voorzien en dat de energietoeslag niet bedoeld is als financiële buffer.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de energietoeslag en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. K. van Dijk en is openbaar uitgesproken op 14 juli 2023.