Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- heeft/hebben geslagen en/of gestompt in/tegen het gezicht en/of tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam en/of
- knietje(s) heeft/hebben gegeven tegen het hoofd en/of tegen de buik
en/of elders tegen het lichaam en/of
- heeft/hebben geschopt tegen de buik en/of elders tegen het lichaam,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- te slaan en/of te stompen in/tegen het gezicht en/of tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam en/of
- knietje(s) te gegeven tegen het hoofd en/of tegen de buik en/of elders tegen het lichaam en/of
- te trappen en/of te schoppen tegen de buik en/of elders tegen het lichaam.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
3 (drie) dagen.
40 (veertig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 20 dagen hechtenis.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 750,-, bestaande uit vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.