Op 13 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van poging tot zware mishandeling en mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 20 september 2021 te Zaandam, waar de verdachte samen met anderen de aangever [slachtoffer 1] zwaar heeft mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn mededaders, de aangever meermalen heeft geslagen, geschopt en knietjes heeft gegeven, wat resulteerde in ernstig letsel, waaronder een fractuur aan de oogkas en een hersenschudding. De rechtbank oordeelde dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel heeft aanvaard.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 60 dagen geëist, waarvan 49 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. De verdediging pleitte voor een taakstraf zonder voorwaardelijk deel, rekening houdend met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn blanco strafblad. De rechtbank besloot uiteindelijk tot een gevangenisstraf van 11 dagen, gelijk aan de tijd die de verdachte al in voorlopige hechtenis had doorgebracht, en legde daarnaast een taakstraf op van 80 uren.
De rechtbank heeft ook een vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot schadevergoeding van € 3.331,63 beoordeeld. De rechtbank verklaarde de vordering tot vergoeding van materiële schade niet-ontvankelijk wegens onvoldoende onderbouwing, maar kende wel een immateriële schadevergoeding van € 750,- toe. De rechtbank legde de verdachte ook een schadevergoedingsmaatregel op van € 750,- aan de Staat, met wettelijke rente vanaf 20 september 2021. Het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven.