Wat vindt de rechtbank
5. De rechtbank dient te beoordelen of het UWV terecht geen toepassing heeft gegeven aan artikel 17 van het Dagloonbesluit. De rechtbank constateert dat eiser op 22 mei 2021 een verzoek om herziening heeft gedaan per toekomende datum, namelijk 1 juni 2021.
6. Niet in geschil is dat het WIA-maandloon moet worden berekend over de periode van 1 juni 2015 tot en met 31 mei 2016 (de referteperiode).
7. Artikel 17 van het Dagloonbesluit luidt als volgt:
1. Indien de werknemer in een aangiftetijdvak in de referteperiode geen loon of minder loon heeft genoten in verband met verlof of omdat hij de bedongen arbeid niet heeft verricht wegens ziekte wordt bij de berekening van het dagloon, bedoeld in artikel 16, eerste lid, als loon in dat aangiftetijdvak in aanmerking genomen het loon, genoten bij dezelfde werkgever in het laatste aan dat verlof of die ziekte, voorafgaande en volledig in de referteperiode gelegen aangiftetijdvak, waarin die omstandigheid zich niet heeft voorgedaan en waarin de werknemer het volledige aangiftetijdvak in dienstbetrekking tot de desbetreffende werkgever stond.
2. Indien er geen voorafgaand aangiftetijdvak als bedoeld in het eerste lid is, wordt bij de berekening van het dagloon, bedoeld in artikel 16, eerste lid, het loon in aanmerking genomen bij dezelfde werkgever over het aangiftetijdvak direct na afloop van dat verlof of die ziekte, indien:
a. dat aangiftetijdvak geheel gelegen is in de referteperiode, en
b. de werknemer gedurende het volledige aangiftetijdvak in dienstbetrekking tot de desbetreffende werkgever stond.
3. Indien er geen aangiftetijdvak is als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt voor ieder in de referteperiode gelegen aangiftetijdvak waarin door de werknemer geen of minder loon is genoten in verband met de in het eerste lid genoemde omstandigheden, bij de berekening van het dagloon het per aangiftetijdvak geldende overeengekomen loon in aanmerking genomen.
4. Dit artikel blijft buiten toepassing indien:
a. de toepassing van dit artikel leidt tot een lager dagloon, of
b. gedurende het aangiftetijdvak, bedoeld in het eerste lid, het te vervangen loon mede bestaat uit een uitkering in verband met de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.
8. Conform artikel 12, van de Wet WIA wordt onder loon verstaan het loon in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen (hierna: SV-loon). Eiser heeft in beroep aangegeven in de periode van januari tot en met mei 2016 minder loon te hebben genoten door verlof en ziekte. De rechtbank maakt uit het dossier op dat eiser minder SV-loon heeft ontvangen, omdat hij minder of geen toeslagen heeft kunnen krijgen, nu hij minder of niet aan het werk was. De rechtbank acht de stelling van eiser aannemelijk, omdat het SV-loon per maand van eiser vanaf januari 2016 tot mei 2016 kenmerkend lager is dan het SV-loon per maand over de periode van juni 2015 tot december 2015.
9. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat eiser over de periode juni 2015 tot december 2015 niet zoals voor hem gebruikelijk gewerkt heeft, en daarmee ook zijn volledige loon heeft ontvangen. Dit is niet gesteld, en ook niet gebleken. Over die periode merkt de rechtbank op dat het SV-loon per maand niet een vast bedrag is. De rechtbank acht artikel 17, eerste lid, van het Dagloonbesluit niet toepasbaar, vanwege het wisselende SV-loon per maand. In dat geval zou toepassing van het eerste lid begunstigend werken voor iemand die in het voorafgaande aangiftetijdvak een hoger dan gebruikelijk SV-loon heeft verdiend, en benadelend voor iemand die in het voorafgaande tijdvak een lager dan gebruikelijk SV-loon heeft verdiend. Dit vindt de rechtbank onwenselijk. Artikel 17, tweede lid, van het Dagloonbesluit is niet van toepassing, omdat er binnen de referteperiode geen tijdvak is na de tijdvakken waarin eiser verlof had, of ziek was.
10. Bij toepassing van artikel 17, derde lid, van het Dagloonbesluit wordt in de plaats van het genoten loon gerekend met het over dat tijdvak geldende overeengekomen loon. Eiser heeft in de referteperiode zijn reguliere loon, aangevuld met toeslagen voor diensturen op zaterdag of zondag en vergoeding voor overuren ontvangen. Tijdens ziekte heeft eiser loon, aangevuld tot 100% met overuren tijdens ziekte ontvangen conform CAO. Dit loon, genoten in het refertejaar, dient te worden aangemerkt als het overeengekomen loon.
11. De rechtbank komt tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat eiser over de periode januari 2016 tot en met mei 2016 niet het overeengekomen loon heeft ontvangen. Eiser heeft niet gesteld, en ook is niet gebleken dat hij het in de arbeidsovereenkomst overeengekomen loon in de referteperiode niet heeft ontvangen. De rechtbank ziet namelijk geen reden om aan te nemen dat eiser naast het ontvangen loon ook recht had op een vast bedrag aan toeslag. Dat eiser door verlof of ziekte minder diensturen op zaterdag en/of zondag heeft gewerkt, en daarom minder toeslag heeft ontvangen dan voor hem gebruikelijk, kan voor de rechtbank hierin geen rol spelen. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om aan te nemen dat het UWV op grond van het Dagloonbesluit het in het refertejaar per aangiftetijdvak overeengekomen loon niet juist heeft vastgesteld.