11. In artikel 32 van de Pw is vermeld wat onder inkomen wordt verstaan. Naar het oordeel van de rechtbank is de vergoeding die eiser als [functie 1] ontving inkomen in de zin van dat artikel. Eiser ontving per bijgewoonde vergadering een (vaste) vergoeding, gebaseerd op artikel 7 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden [woonplaats] 2019 in combinatie met artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Dat, zoals eiser stelt, de ontvangen bedragen moeten worden vrijgelaten als vrijwilligersvergoeding volgt de rechtbank niet. Er was immers geen sprake van in overleg met de gemeente verricht vrijwilligerswerk. Dat zou dan in ieder geval hebben moeten blijken uit een vrijwilligersovereenkomst waarin een eventuele (onkosten)vergoeding is vastgelegd. Die fiscale vrijwilligersregeling is hier nu juist niet toegepast. In dit geval is gekozen voor toepassing van een opting-in regeling, waarvoor eiser ook heeft getekend. Verweerder heeft de vergoedingen voor de werkzaamheden als [functie 2] daarom terecht aangemerkt als inkomen in de zin van artikel 32, eerste lid, van de Pw.
Herziening en terugvordering Tozo-1 en Tozo-2
11. Ten aanzien van de Tozo-1 en Tozo-2-uitkeringen heeft verweerder aan eiser niet de schending van de inlichtingenverplichting tegengeworpen. De herziening van het recht op de uitkering is daarom gebaseerd op artikel 54, derde lid, tweede volzin, van de Pw en de terugvordering op artikel 58, tweede lid, onder a van de Pw. In artikel 54, derde lid, tweede volzin is bepaald dat onverminderd het elders in deze wet bepaalde ter zake van herziening of intrekking van een besluit tot toekenning van bijstand, het college een besluit tot toekenning van bijstand kan herzien of intrekken, indien anderszins de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend. In artikel 58, tweede lid, onder a, van de Pw is bepaald dat het college de verleende kosten van bijstand kan terugvorderen, voor zover de bijstand anders dan in het eerste lid, ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.
De herziening op basis van artikel 54, derde lid, tweede volzin, van de Pw en de terugvordering op basis van artikel 58, tweede lid, onder a van de Pw betreft een discretionaire bevoegdheid, met beleidsruimte voor verweerder. Dat heeft tot gevolg dat verweerder een deugdelijke belangenafweging moet maken die uit het besluit ook kenbaar moet blijken.
11. De vergoedingen die eiser heeft ontvangen zijn, zoals hiervoor overwogen, inkomsten als bedoeld in artikel 32 van de Pw en hadden volledig op de Tozo-uitkering in mindering moeten worden gebracht. Dat is niet gebeurd, waardoor eiser dus teveel aan Tozo-uitkering heeft ontvangen. Verweerder was daarom in beginsel bevoegd om de Tozo-1 en Tozo-2 uitkering te herzien en terug te vorderen.