ECLI:NL:RBNHO:2023:6187

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
10266389
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van factuur en tegenvordering in civiele zaak tussen Omnyacc Accountants & Adviseurs B.V. en Adelina Beheer B.V.

In deze civiele zaak vordert Omnyacc Accountants & Adviseurs B.V. betaling van een factuur van € 3.488,10 voor werkzaamheden die zij heeft verricht voor Adelina Beheer B.V. De kantonrechter wijst de vordering af, omdat Omnyacc niet voldoende heeft onderbouwd dat de factuur verschuldigd is. Adelina heeft betwist dat de factuur is betaald en stelt dat zij meer heeft betaald dan het geoffreerde bedrag. De kantonrechter oordeelt dat Omnyacc niet aan haar stelplicht heeft voldaan en dat de door Adelina gedane betalingen niet zijn weerlegd. De vordering van Adelina om Omnyacc te veroordelen tot betaling van € 20.909,96 wordt eveneens afgewezen, omdat ook deze onvoldoende onderbouwd is. De proceskosten worden toegewezen aan de partij die ongelijk krijgt, wat betekent dat Omnyacc de kosten voor Adelina moet betalen en vice versa. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. Voogd op 21 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10266389 \ CV EXPL 23-114 (PA)
Uitspraakdatum: 21 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Omnyacc [kantoorplaats] Accountants & Adviseurs B.V.
gevestigd te [kantoorplaats]
eiseres
verder te noemen: Omnyacc
gemachtigde: S. Baldinger
tegen
de besloten vennootschap
Adelina Beheer B.V.
gevestigd te [kantoorplaats]
gedaagde
verder te noemen: Adelina
vertegenwoordigd door E. Muric
De zaak in het kort
Eisers vordert betaling van een factuur voor de door haar verrichte werkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering af omdat mede gelet op het gemotiveerde verweer van gedaagde eisers heeft nagelaten haar vordering nader te onderbouwen. De vordering in de zaak van de tegenvordering wordt eveneens afgewezen omdat ook die vordering onvoldoende onderbouwd is.

1.Het procesverloop

1.1.
Omnyacc heeft bij dagvaarding van 30 december 2022 een vordering tegen Adelina ingesteld. Adelina heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 25 mei 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Omnyacc bij brief van 8 mei 2023 nog schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering.

2.De feiten

2.1.
Naar aanleiding van een gesprek op 26 september 2019 heeft Omnyacc op 4 oktober 2019 aan Adelina een offerte gestuurd. Het offertebedrag bedraagt € 2.584,00. Adelina heeft de offerte op 12 december 2019 geaccepteerd.
2.2.
Op 18 maart 2022 heeft Omnyacc Adelina een factuur gestuurd voor een bedrag van € 2.901,28.

3.De vordering, het verweer en de tegenvordering

3.1.
Omnyacc vordert dat de kantonrechter Adelina veroordeelt tot betaling van € 3.488,10.
3.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij in opdracht en voor rekening van Adelina de jaarrekening 2020 heeft opgesteld, maar dat Adelina, ondanks aanmaningen daartoe, de factuur van 18 maart 2022 ad € 2.901,28 niet heeft betaald. Omnyacc vordert daarnaast betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 415,13 en de rente van € 171,69, berekend tot 30 december 2022.
3.3.
Adelina betwist de vordering. Adelina voert aan – samengevat – dat de factuur is betaald. Adelina stelt dat zij twee offertes heeft ontvangen, namelijk één voor Muric B.V. en één voor Adelina, voor een gezamenlijk bedrag van € 8.103,00 ex btw. Daar heeft Adelina akkoord op gegeven. Adelina stelt dat zij veel meer heeft betaald dan het geoffreerde bedrag en dat zij geen akkoord op meerwerk heeft gegeven.
3.4.
Adelina vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter Omnyacc veroordeelt tot betaling van € 20.909,96. Adelina legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij aan Omnyacc opdracht heeft gegeven om werkzaamheden te verrichten voor Muric B.V. en Adelina voor een bedrag van € 8.103,00 ex btw per jaar. Over 2020 tot en met 2022 hebben Adelina en Muric B.V. een bedrag van 20.909,96 ex btw te veel betaalt. Adelina vordert dit bedrag dan ook terug van Omnyacc.
3.5.
Omnyacc betwist de tegenvordering en stelt dat zij geen werkzaamheden heeft verricht die buiten de omschrijving van de offerte vielen. Adelina gooit de betalingen c.q. vorderingen van haar en Muric B.V. op één hoop, maar beide zaken dienen los van elkaar gezien te worden.

4.De beoordeling

de vordering
4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Adelina de factuur aan Omnyacc moet betalen. De kantonrechter wijst de vordering af. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.2.
Partijen strijden allereerst over de vraag of voor de werkzaamheden van Omnyacc omstreeks maart-april 2020 een vast tarief van ongeveer € 645,00 inclusief btw per maand is afgesproken. Omnyacc betwist die afspraak en stelt dat alleen met Muric B.V. een vaste prijsafspraak is gemaakt. Adelina heeft tegenover die betwisting geen feiten en/of omstandigheden gesteld, dan wel stukken overgelegd waaruit een andere afspraak zou gelden. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat er met Adelina een vaste prijsafspraak per maand is gemaakt waarvoor Omnyacc het werk van Adelina zou uitvoeren.
4.3.
De basis voor de verrichte werkzaamheden en de daarvoor verschuldigde betaling ligt in de offerte van 4 oktober 2019 van Omnyacc, waarmee Adelina akkoord is gegaan. Tussen partijen staat vast dat het offertebedrag voor de volgende boekjaren niet is gewijzigd.
4.4.
Omnyacc vordert betaling van de factuur van 18 maart 2022. De factuur betreft de door Omnyacc verrichte werkzaamheden voor de jaarrekening 2020.
4.5.
Adelina betwist de verschuldigdheid van de factuur en stelt dat zij meer heeft betaald dan zij had gemoeten op basis van de offerte. Ter onderbouwing van haar verweer verwijst Adelina naar de door haar gedane betalingen. Zij stelt dat die betalingen voor Adelina zijn. Omnyacc heeft de ontvangst van die betalingen niet betwist. De kantonrechter stelt vast dat de betalingen zijn gedaan door Adelina en dat Adelina ook specifieke factuurnummers heeft vermeld. Desgevraagd ter zitting heeft Omnyacc gesteld dat zij deze factuurnummers niet kent en dat zij naar aanleiding van de conclusie van antwoord niet heeft gekeken waarop deze betalingen zouden kunnen zien. Verder is gesteld noch gebleken dat Omnyacc deze betalingen van Adelina heeft afgeboekt op andere facturen of dat de door Adelina verrichte betalingen zijn teruggestort.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat Omnyacc niet aan de op haar rustende stelplicht heeft voldaan omdat zij, mede na de gemotiveerde betwisting door Adelina, nagelaten heeft haar vordering van een nadere onderbouwing te voorzien. Het had op de weg van Omnyacc gelegen nader te onderbouwen waarom de door Adelina gedane betalingen niet zien op de onderhavige factuur, te meer omdat die betalingen het geoffreerde bedrag te boven gaan. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.7.
Met de afwijzing van de gevorderde hoofdsom, dienen de gevorderde wettelijke rente en de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten eveneens te worden afgewezen.
4.8.
De proceskosten komen voor rekening van Omnyacc, omdat zij ongelijk krijgt. De kantonrechter vindt het redelijk om deze kosten aan de kant van Adelina - in dit geval - op nul te begroten, omdat zij zonder gemachtigde procedeert.
de tegenvordering
4.9.
De kantonrechter begrijpt de vordering van Adelina zo dat zij vordert Omnyacc te veroordelen tot betaling van € 20.909,96. De kantonrechter wijst de vordering af. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.10.
De kantonrechter is van oordeel dat Omnyacc bij conclusie van antwoord in reconventie het standpunt van Adelina uitvoerig en gemotiveerd heeft weersproken. Zo heeft Omnyacc gesteld dat Adelina de betalingen van zowel Adelina als Muric B.V. aan Omnyacc “op één hoop gooit”, terwijl dit twee verschillende ondernemingen zijn waarvoor afzonderlijk offertes zijn verstuurd. Adelina heeft dit niet meer ontzenuwd en heeft haar standpunt niet nader onderbouwd met argumenten en/of bewijsstukken. Het had op de weg van Adelina gelegen om bijvoorbeeld nader te concretiseren en te onderbouwen welke bedragen volgens haar te veel zijn betaald. Dat heeft zij niet gedaan. De vordering van Adelina dient dan ook als onvoldoende onderbouwd te worden afgewezen.
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van Adelina, omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Omnyacc tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Adelina worden vastgesteld op nihil;
de tegenvordering
5.3.
wijst de vorderingen af;
5.4.
veroordeelt Adelina tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Omnyacc worden vastgesteld op een bedrag van € 264,50 aan salaris van de gemachtigde van Omnyacc;
5.5.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Voogd en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter