In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens te hard rijden op de autosnelweg. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 6 km per uur boven de toegestane snelheid. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 7 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.
De betrokkene voerde aan dat het voertuig ten tijde van de overtreding verhuurd was en dat hij daarom niet aansprakelijk zou moeten zijn voor de boete. Volgens artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) is de kentekenhouder aansprakelijk, tenzij er zich een uitzondering voordoet zoals genoemd in artikel 8 WAHV. De betrokkene overhandigde een huurovereenkomst, maar deze bleek te zijn voor een periode langer dan 3 maanden. Hierdoor ging de uitzondering niet op en bleef de betrokkene aansprakelijk voor de boete.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd aan de betrokkene als kentekenhouder, omdat de huurovereenkomst niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het beroep van de betrokkene werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter A.P. Ploeger, bijgestaan door de griffier. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak in beroep te gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.