ECLI:NL:RBNHO:2023:6142

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 maart 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
10301275 \ WM VERZ 23-101
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke boete voor te hard rijden met verhuurd voertuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens te hard rijden op de autosnelweg. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 6 km per uur boven de toegestane snelheid. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 7 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.

De betrokkene voerde aan dat het voertuig ten tijde van de overtreding verhuurd was en dat hij daarom niet aansprakelijk zou moeten zijn voor de boete. Volgens artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) is de kentekenhouder aansprakelijk, tenzij er zich een uitzondering voordoet zoals genoemd in artikel 8 WAHV. De betrokkene overhandigde een huurovereenkomst, maar deze bleek te zijn voor een periode langer dan 3 maanden. Hierdoor ging de uitzondering niet op en bleef de betrokkene aansprakelijk voor de boete.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd aan de betrokkene als kentekenhouder, omdat de huurovereenkomst niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het beroep van de betrokkene werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter A.P. Ploeger, bijgestaan door de griffier. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak in beroep te gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10301275 \ WM VERZ 23-101
CJIB-nummer : 250875820
Uitspraakdatum : 7 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 6 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene voert aan dat ten tijde van de gedraging het voertuig verhuurd was. Ingevolge het bepaalde in artikel 5 WAHV is betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk voor de geconstateerde gedraging, tenzij zich één van de gevallen als genoemd in artikel 8 WAHV zich voordoet. Eén van die uitzonderingen is dat de auto voor een termijn van ten hoogste 3 maanden krachtens een schriftelijke bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst is verhuurd en betrokkene de huurovereenkomst overlegt. Uit de door betrokkene overgelegde huurovereenkomst blijkt dat het voertuig is verhuurd voor een periode langer dan 3 maanden, zodat de uitzondering in artikel 8 WAHV niet opgaat. De boete is dus terecht opgelegd aan betrokkene als kentekenhouder.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Jeśli nie zgadzają się Państwo z powyższą decyzją, możecie odwołać się od niej w terminie sześciu tygodni od daty jej wydania. Odwołanie skierować należy do Sądu Apelacyjnego w Arnhem-Leeuwarden. Odwołanie możliwe jest tylko wtedy, gdy:
a. kwota nałożonej w sprawie grzywny jest wyższa niż € 110,00, lub
b. odwołanie odrzucono, ponieważ nie zagwarantowano (na czas) zabezpieczenia.
Odwołanie skierować należy do
Afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland,(
Postbus 251, 1800 BG Alkmaar). Odwołanie podpisać powinna osoba składająca je lub jej przedstawiciel. Postępowanie sądu apelacyjnego prowadzone jest wyłącznie korespondencyjnie, chyba, że w odwołaniu zwrócono się wyraźnie z prośbą o spotkanie, w czasie którego pragną Państwo wyjaśnić swoje stanowisko.
Data wysłania: