ECLI:NL:RBNHO:2023:6137

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 maart 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
10311341 \ WM VERZ 23-110
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens te hard rijden binnen de bebouwde kom en verhuur van het voertuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de kentekenhouder wegens het overschrijden van de snelheid binnen de bebouwde kom. De betrokkene, die het niet eens was met de opgelegde boete, heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 7 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, betrof het rijden van 9 km per uur boven de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom. De betrokkene voerde aan dat het voertuig ten tijde van de overtreding verhuurd was en dat hij daarom niet aansprakelijk zou moeten zijn. Volgens artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) is de kentekenhouder aansprakelijk, tenzij zich een van de uitzonderingen in artikel 8 WAHV voordoet. Een van deze uitzonderingen betreft het geval waarin het voertuig voor een termijn van maximaal drie maanden krachtens een schriftelijke huurovereenkomst is verhuurd, mits de huurovereenkomst wordt overgelegd.

De betrokkene heeft echter een huurovereenkomst overgelegd die op 13 juni 2019 was gesloten voor een termijn van 36 maanden, waardoor niet kon worden vastgesteld of het voertuig op 11 juni 2022 nog verhuurd was en of dit voor een termijn van niet meer dan drie maanden was. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd aan de kentekenhouder en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10311341 \ WM VERZ 23-110
CJIB-nummer : 250226391
Uitspraakdatum : 7 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 9 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene voert aan dat ten tijde van de gedraging het voertuig verhuurd was. Ingevolge het bepaalde in artikel 5 WAHV is betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk voor de geconstateerde gedraging, tenzij zich één van de gevallen als genoemd in artikel 8 WAHV zich voordoet. Eén van die uitzonderingen is dat de auto voor een termijn van ten hoogste 3 maanden krachtens een schriftelijke bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst is verhuurd en betrokkene de huurovereenkomst overlegt. Betrokkene heeft echter bij de kantonrechter een op 13 juni 2019 voor “36 maanden/45.000 km” gesloten huurovereenkomst overgelegd, waardoor niet is vast te stellen of het betreffende voertuig op 11 juni 2022 nog was verhuurd en zo ja, of dit voor een termijn van niet meer dan 3 maanden was.
De boete is dus terecht opgelegd aan de kentekenhouder.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
En application de l'article 14 de la loi
WAHV, un recours peut être introduit contre cette décision dans les 6 semaines suivant la date d'envoi mentionnée ci-dessous auprès du tribunal d'instance de Arnhem-Leeuwarden. En principe, les recours ne sont possibles que si l'amende dans le jugement est fixée à plus de € 70,00. La déclaration de recours doit être envoyée à ce secteur du tribunal (Postbus 251, 1800 BG Alkmaar). La loi part du principe que la procédure se déroulera entièrement sous forme écrite à moins que, dans votre déclaration de recours, vous n'ayez formellement requis une instruction verbale de cette affaire.
Date de l'envoi :