Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De uitgangspunten
De op schrift gestelde uitspraak van De Geschillencommissie vermeldt als datum verzending: 9 januari 2023.
“Een aantal zaken zijn door De Geschillencommissie aangehouden. Hedenmiddag is de uitspraak in bovengenoemd zaaknummer (het doorbehandelde dossier) aan u toegestuurd. (…)Wij stellen u en de andere partij nu in de gelegenheid om er alsnog onderling uit te komen. Mocht u er niet met de andere partij uitkomen, dan kan in individuele zaken alsnog door De Geschillencommissie worden beslist.”
“
Bijgaand treft u de einduitspraak van De Geschillencommissie aan. (…)”
“Vernietiging van het bindend advies van de commissie kan uitsluitend plaatsvinden door het ter toetsing voor te leggen aan de gewone rechter binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. (…) Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de gewone rechter ter toetsing voor te leggen, wordt de uitspraak onaantastbaar.”
3.De vordering in de hoofdzaak
(i) het bindend advies d.d. 9 januari 2023 van De Geschillencommissie vernietigt;
(ii) bepaalt dat artikel 6.2. van de huurovereenkomst tussen partijen niet van toepassing is, althans dat de daarin voorkomende woorden “danwel wanneer het chalet ouder is dan 16 jaar” dienen te worden geschrapt, en dat [eiser] na ommekomst van 16 jaar zijn chalet aan een derde kan verkopen met behoud van staanplaats.
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling in het incident
De hiervoor in 2.6. aangehaalde brief is door De Geschillencommissie aan deze gemachtigde verzonden vanwege de behandeling van de door De Geschillencommissie aangehouden zaken van de andere klagers. In deze brief staat geschreven dat in de door [eiser] bij De Geschillencommissie aangebrachte zaak uitspraak is gedaan en dat deze uitspraak op dezelfde dag (9 januari 2023) is toegestuurd.
De hiervoor in 2.7. aangehaalde op 9 januari 2023 gedateerde brief moet, blijkens de tekst, worden beschouwd als begeleidende brief die is gebruikt bij de verzending van de uitspraak.
De kantonrechter ziet in dit alles een sterke aanwijzing dat de betreffende uitspraak door De Geschillencommissie op 9 januari 2023 aan partijen is toegezonden. De e-mail van de assistent van de gemachtigde dat de beschikking van De Geschillencommissie bij de nagekomen post zat, doet niet af aan deze verzenddatum.
De kantonrechter gaat aan dit alles voorbij, omdat het op de weg van [eiser] lag om al het beschikbare schriftelijke bewijs (waaronder de correspondentie tussen [eiser] en diens gemachtigde) direct bij dagvaarding althans uiterlijk bij de conclusie van antwoord in het incident te overleggen. Door dit na te laten heeft [eiser] deze stelling onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter ziet geen aanleiding om in te gaan op het aanbod van [eiser] om de correspondentie alsnog in het geding te brengen.