ECLI:NL:RBNHO:2023:6051

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
10396126 \ CV EXPL 23-1275
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van bindend advies van De Geschillencommissie Recreatie en niet-ontvankelijkheid van de eiser in zijn vordering

In deze zaak heeft eiser, die een staanplaats op een camping huurt van Texelcampings B.V., een procedure aangespannen om een wijziging in de huurovereenkomst te betwisten. Eiser was het niet eens met een eenzijdige wijziging die Texelcampings in de overeenkomst had doorgevoerd, welke de mogelijkheden voor verkoop van zijn chalet beperkte. Eiser heeft eerder een procedure gevoerd bij De Geschillencommissie Recreatie, maar is daar in het ongelijk gesteld. Hij heeft geprobeerd de uitspraak van de Geschillencommissie te vernietigen, maar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij de procedure te laat had opgestart. De kantonrechter oordeelde dat de uitspraak van de Geschillencommissie op 9 januari 2023 aan eiser was verzonden, en dat hij zijn vordering tot vernietiging pas op 10 maart 2023 had ingesteld, waarmee hij de termijn van twee maanden overschreed. De kantonrechter heeft de vordering van Texelcampings tot niet-ontvankelijkheid van eiser toegewezen en eiser veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10396126 \ CV EXPL 23-1275 WD
Uitspraakdatum: 5 juli 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser] ,
[woonplaats] ,
eiser,
verder te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. O.R. van Hardenbroek,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Texelcampings B.V.,
[vestigingsplaats]
gedaagde,
verder te noemen: Texelcampings,
gemachtigde: mr. S.J. van Susante.
De zaak in het kort
[eiser] huurt een staanplaats op een camping van Texelcampings. [eiser] is het niet eens met een wijziging die Texelcampings heeft doorgevoerd in de huurovereenkomst. [eiser] heeft hierover een procedure gevoerd bij De Geschillencommissie Recreatie, maar is daar in het ongelijk gesteld. [eiser] probeert in deze zaak de uitspraak van De Geschillencommissie Recreatie te vernietigen. [eiser] wordt echter niet- ontvankelijk verklaard, omdat hij deze procedure te laat heeft opgestart.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 10 maart 2023 een vordering tegen Texelcampings ingesteld en bij akte producties overgelegd. Texelcampings heeft een incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid ingediend. [eiser] heeft daarop schriftelijk gereageerd.
1.2.
Texelcampings heeft nog een akte genomen nadat zij daartoe door de rechtbank in de gelegenheid is gesteld.
1.3.
Vervolgens is bepaald dat uitspraak in de zaak zal worden gedaan.

2.De uitgangspunten

2.1.
[eiser] is eigenaar van een chalet en huurt vanaf 14 juli 2017 tot en met heden een staanplaats op een door Texelcampings beheerde camping.
2.2.
Met ingang van januari 2018 heeft Texelcampings een eenzijdige wijziging doorgevoerd in artikel 6.2. van de huurovereenkomst die zij met [eiser] heeft gesloten. Deze wijziging komt, kort gezegd, neer op een beperking in de mogelijkheden van een huurder als [eiser] om zijn chalet met de daarbij behorende staanplaats aan een derde te verkopen.
2.3.
Op 23 december 2021 is [eiser] tegen deze eenzijdige wijziging opgekomen bij De Geschillencommissie Recreatie (hierna: De Geschillencommissie).
2.4.
In de door [eiser] bij De Geschillencommissie gevoerde procedure is hij bijgestaan door zijn gemachtigde. Deze gemachtigde (hierna: de gemachtigde) treedt ook op voor andere partijen die een vergelijkbaar geschil hebben met Texelcampings en namens wie ook procedures bij De Geschillencommissie zijn opgestart tegen Texelcampings. Deze namens de andere partijen bij De Geschillencommissie ingestelde procedures zijn aangehouden in afwachting van de uitkomsten van de bij De Geschillencommissie in behandeling zijnde zaak tussen [eiser] en Texelcampings.
2.5.
In de op 21 november 2022 gedateerde beslissing van De Geschillencommissie heeft De Geschillencommissie geoordeeld dat de klacht van [eiser] ongegrond is en dat het door [eiser] verzochte moet worden afgewezen.
De op schrift gestelde uitspraak van De Geschillencommissie vermeldt als datum verzending: 9 januari 2023.
2.6.
Een op 9 januari 2023 door De Geschillencommissie aan de gemachtigde verzonden brief bevat de volgende passage:
“Een aantal zaken zijn door De Geschillencommissie aangehouden. Hedenmiddag is de uitspraak in bovengenoemd zaaknummer (het doorbehandelde dossier) aan u toegestuurd. (…)Wij stellen u en de andere partij nu in de gelegenheid om er alsnog onderling uit te komen. Mocht u er niet met de andere partij uitkomen, dan kan in individuele zaken alsnog door De Geschillencommissie worden beslist.”
2.7.
Een andere eveneens op 9 januari 2023 door De Geschillencommissie aan de gemachtigde verzonden brief bevat de volgende passage:

Bijgaand treft u de einduitspraak van De Geschillencommissie aan. (…)”
2.8.
Artikel 26.1. van het “Reglement Geschillencommissie Recreatie” (hierna: het reglement) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Vernietiging van het bindend advies van de commissie kan uitsluitend plaatsvinden door het ter toetsing voor te leggen aan de gewone rechter binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. (…) Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de gewone rechter ter toetsing voor te leggen, wordt de uitspraak onaantastbaar.”

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
[eiser] vordert, kort gezegd, dat de kantonrechter
(i) het bindend advies d.d. 9 januari 2023 van De Geschillencommissie vernietigt;
(ii) bepaalt dat artikel 6.2. van de huurovereenkomst tussen partijen niet van toepassing is, althans dat de daarin voorkomende woorden “danwel wanneer het chalet ouder is dan 16 jaar” dienen te worden geschrapt, en dat [eiser] na ommekomst van 16 jaar zijn chalet aan een derde kan verkopen met behoud van staanplaats.
3.2.
[eiser] voert daartoe, kort gezegd, aan dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat [eiser] gebonden is aan het oordeel en de beslissing van De Geschillencommissie.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Texelcampings vordert dat de kantonrechter [eiser] niet- ontvankelijk in zijn vordering verklaart.
4.2.
Texelcampings voert daartoe, kort gezegd, het volgende aan. Op 9 januari 2023 heeft De Geschillencommissie haar beslissing aan [eiser] verzonden. Op grond van artikel 26 van het reglement had [eiser] uiterlijk op 9 maart 2023 zijn vordering tot vernietiging van de beslissing van De Geschillencommissie kunnen instellen. [eiser] heeft zijn vordering niet eerder dan 10 maart 2023 jegens Texelcampings ingesteld door het uitbrengen van de dagvaarding. Omdat [eiser] zijn vordering te laat heeft ingesteld, dient hij niet- ontvankelijk te worden verklaard.
4.3.
[eiser] voert het volgende verweer. Niet op 9 maar op 10 of 11 januari 2023 heeft De Geschillencommissie haar beslissing aan [eiser] verzonden. [eiser] heeft de dagvaarding binnen de in artikel 26 van het reglement gestelde termijn uitgebracht. [eiser] heeft zijn vordering tijdig ingesteld en kan in zijn vordering worden ontvangen.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
Partijen zijn het er - terecht - over eens dat het op grond van artikel 26.1. van het reglement vereist is dat een vordering tot vernietiging van de beslissing van De Geschillencommissie ingesteld dient te worden binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. Tevens staat vast dat [eiser] zijn vordering tot vernietiging heeft ingesteld op 10 maart 2023 door het laten uitbrengen van de dagvaarding.
5.2.
Partijen verschillen van mening over de datum waarop De Geschillencommissie haar op 21 november 2022 genomen beslissing aan partijen heeft verzonden. Waar Texelcampings stelt dat verzending op 9 januari 2023 heeft plaatsgevonden, is [eiser] van mening dat de uitspraak op 10 of 11 januari 2023 aan hem is verzonden.
5.3.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De door Texelcampings gestelde verzenddatum van 9 januari 2023 vindt steun in de op schrift gestelde uitspraak van De Geschillencommissie en in de door De Geschillencommissie aan de gemachtigde van [eiser] verzonden correspondentie. De uitspraak vermeldt als verzenddatum: 9 januari 2023. Op deze datum zijn daarnaast door De Geschillencommissie twee brieven aan de gemachtigde van [eiser] verzonden.
De hiervoor in 2.6. aangehaalde brief is door De Geschillencommissie aan deze gemachtigde verzonden vanwege de behandeling van de door De Geschillencommissie aangehouden zaken van de andere klagers. In deze brief staat geschreven dat in de door [eiser] bij De Geschillencommissie aangebrachte zaak uitspraak is gedaan en dat deze uitspraak op dezelfde dag (9 januari 2023) is toegestuurd.
De hiervoor in 2.7. aangehaalde op 9 januari 2023 gedateerde brief moet, blijkens de tekst, worden beschouwd als begeleidende brief die is gebruikt bij de verzending van de uitspraak.
De kantonrechter ziet in dit alles een sterke aanwijzing dat de betreffende uitspraak door De Geschillencommissie op 9 januari 2023 aan partijen is toegezonden. De e-mail van de assistent van de gemachtigde dat de beschikking van De Geschillencommissie bij de nagekomen post zat, doet niet af aan deze verzenddatum.
5.4.
Dat in weerwil van het voorgaande daadwerkelijke verzending van de uitspraak op 10 of 11 januari 2023 heeft plaatsgevonden en/ of de uitspraak van De Geschillencommissie niet was gevoegd bij de in 2.7. aangehaalde brief van 9 januari 2023, blijkt daarentegen nergens uit. Gesteld noch gebleken is dat (de gemachtigde van) [eiser] zich na ontvangst van laatstgenoemde brief zich tot (het secretariaat van) De Geschillencommissie heeft gewend vanwege het ontbreken van de uitspraak.
5.5.
De kantonrechter heeft kennis genomen van (i) de stelling van [eiser] dat na ontvangst van de genoemde brief de gemachtigde van [eiser] de uitspraak van De Geschillencommissie heeft gedownload uit het door De Geschillencommissie aangehouden digitale dossier en (ii) het aanbod van [eiser] om deze stelling te bewijzen door het overleggen van correspondentie tussen [eiser] en diens gemachtigde.
De kantonrechter gaat aan dit alles voorbij, omdat het op de weg van [eiser] lag om al het beschikbare schriftelijke bewijs (waaronder de correspondentie tussen [eiser] en diens gemachtigde) direct bij dagvaarding althans uiterlijk bij de conclusie van antwoord in het incident te overleggen. Door dit na te laten heeft [eiser] deze stelling onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter ziet geen aanleiding om in te gaan op het aanbod van [eiser] om de correspondentie alsnog in het geding te brengen.
5.6.
Het voorgaande overziende staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat de uitspraak van De Geschillencommissie waartegen [eiser] in de hoofdzaak wenst op te komen, op 9 januari 2023 aan partijen is verzonden. Dit brengt mee dat [eiser] op de voet van artikel 26.1. van het reglement onderhavig geschil uiterlijk 9 maart 2023 aanhangig had moeten maken door het uitbrengen van de dagvaarding. [eiser] heeft deze termijn overschreden en kan hierom niet in zijn vordering worden ontvangen. Immers, artikel 26.1. van het reglement bepaalt dat na verloop van de in het artikellid genoemde termijn van twee maanden de uitspraak van De Geschillencommissie onaantastbaar is.
5.7.
De vordering in incident van Texelcampings ligt hiermee voor toewijzing gereed.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt. De proceskosten zijn te begroten als na te melden. De kosten voor de akte van Texelcampings zullen vanwege de beperkte omvang op nihil worden begroot.

6.De beoordeling in de hoofdzaak

6.1.
[eiser] zal niet- ontvankelijk in zijn vordering worden verklaard. De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt. De proceskosten zijn te begroten op nihil.

7.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident
7.1.
wijst de vordering toe.
7.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Texelcampings tot en met vandaag vaststelt op:
salaris gemachtigde: € 250,00 (1x € 250,00);
in de hoofdzaak
7.3.
verklaart [eiser] niet- ontvankelijk in zijn vordering;
7.4.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Texelcampings worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter