Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
- feit 1:
- feit 2:
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
Het beeld dat de reclassering in het rapport schetst ziet de rechtbank bevestigd ter zitting, waar het rapport in bijzijn van aangeefster aan de verdachte is voorgehouden. De verdachte ziet aangeefster dagelijks en zij willen gaan samenwonen.
7.Ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen (feit 1)
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- artikelen 9, 57 en 302 van het Wetboek van Strafrecht;
- artikelen 8, 176 en 179a van de Wegenverkeerswet 1994.
9.Beslissing
2 [twee] dagen. Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
240 [tweehonderdveertig] urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 120 [honderdtwintig] dagen hechtenis.
6 [zes] maanden. Beveelt dat deze bijkomende straf
nietzal worden ten uitvoer gelegd tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.