In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 februari 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van bezwaarschriften van eiseres, een bedrijf gevestigd in de Volksrepubliek China, tegen twee uitnodigingen tot betaling (utb's) van de Belastingdienst/Douane. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de utb's, maar verweerder had deze bezwaren niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Tijdens de zitting op 13 januari 2023 hebben partijen echter bevestigd dat eiseres niet langer betwist dat de utb's bestaan. Dit leidde tot de conclusie van de rechtbank dat de uitspraken op bezwaar geen stand konden houden, aangezien aan eiseres niet meer werd tegengeworpen dat zij te laat bezwaar had gemaakt. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.271. Tevens is verweerder opgedragen het betaalde griffierecht van € 354 aan eiseres te vergoeden.