Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 10248376 BM VERZ 22-3456 SB
Uitspraakdatum: 19 juni 2023
Beschikking van de kantonrechter
op verzoek van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedatum] 1983,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
van wie thans bewindvoerder is:
Borgstaete B.V.,
gevestigd te IJmuiden,
hierna ook te noemen: bewindvoerder.
procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 7 december 2022;
- het verweer van de bewindvoerder, ter griffie ingekomen op 30 december 2023;
- de reactie van betrokkene op het verweer, ter griffie ingekomen op 10 februari 2023;
- een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder.
Een mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 15 mei 2023.
beoordeling
Bij beschikking van 16 juli 2013 is een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van betrokkene wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand.
Het verzoek strekt tot ontslag van Borgstaete B.V. en tot benoeming van BeauFin. B.V., gevestigd te Amsterdam, tot opvolgend bewindvoerder.
Betrokkene geeft aan dat hij zijn beheerrekening door toedoen van de bewindvoerder niet kan inzien en dat hij hierdoor onrustig, gefrustreerd en boos wordt. Betrokkene heeft in het verleden meegemaakt dat er geld was overgemaakt naar een verkeerde rekening en daarom is hij nu bang dat er ongeoorloofd geld van zijn rekening wordt gehaald. Verder geeft betrokkene aan dat de bewindvoerder had beloofd extra geld over te maken naar betrokkene zodra hij schuldenvrij was. Dit is niet gebeurd. Betrokkene is dan ook wantrouwend richting zijn bewindvoerder en wil dat een andere bewindvoerder wordt benoemd bij wie hij wel inzage heeft in de beheerrekening. Verder geeft de begeleiding (RIBW) van betrokkene ter zitting aan dat de bewindvoerder geen aanvraag heeft ingediend bij het Noodfonds voor een energietoeslag, ondanks hier herhaaldelijk op te zijn gewezen door het RIBW, waardoor betrokkene de toeslag is misgelopen.
De bewindvoerder beaamt dat betrokkene niet via de bank digitaal kan meekijken op de beheerrekening. Dit komt door het beleid van de bank. Betrokkene krijgt wel maandelijks een afschrift van de beheerrekening toegezonden, waardoor betrokkene wel inzicht heeft in de beheerrekening. De bewindvoerder denkt dan ook dat dit niet de reden is dat betrokkene wil overstappen naar een andere bewindvoerder. Volgens de bewindvoerder ontstaat er onrust als een wijziging plaatsvindt in het budgetplan van betrokkene. Betrokkene wil al het geld dat er maandelijks overblijft ontvangen. Indien in het budgetplan een wijziging plaatsvindt wordt betrokkene onrustig. Inzage in de beheerrekening zal dit niet anders maken en naar de mening van de bewindvoerder de onrust juist vergroten. Betrokkene ziet dan hoeveel geld er op de rekening staat en hij zal het direct wil ontvangen. Bovendien brengt een overstap naar een andere bewindvoerder onnodige kosten met zich mee. De bewindvoerder gaat daarom niet akkoord met de overstap.
De kantonrechter dient te beoordelen of sprake is van gewichtige redenen op grond waarvan de huidige bewindvoerder dient te worden ontslagen en een nieuwe bewindvoerder moet worden benoemd. Ter zitting is gebleken dat de bewindvoerder, ondanks daarop geattendeerd te zijn door het RIBW en betrokkene, geen beroep heeft gedaan op het Noodfonds voor energiekosten. Onvoldoende duidelijk is geworden of betrokkene recht zou hebben gehad op een energietoeslag uit het Noodfonds, maar naar het oordeel van de kantonrechter had de bewindvoerder betrokkene op de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag bij het Noodfonds moeten wijzen. In dit geval is het andersom gegaan. Juist de bewindvoerder is door het RIBW erop geattendeerd dat de mogelijkheid bestond een beroep te doen op het Noodfonds. De bewindvoerder heeft dit op haar beurt weer teruggegeven aan betrokkene en de hulpverlening van het RIBW en vervolgens is de aanvraag, al dan niet door miscommunicatie, in zijn geheel niet tot stand gekomen. Bovendien is ter zitting gebleken dat, hoewel door de bewindvoerder betwist, de verstandhouding tussen betrokkene en de bewindvoerder verstoord is geraakt. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat er sprake is van gewichtige redenen op grond waarvan het verzoek moet worden toegewezen.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 586,00 (exclusief btw).
beslissing
De kantonrechter:
- ontslaat, met ingang van twee weken na heden, als bewindvoerder: Borgstaete B.V.;
- benoemt, met ingang van twee weken na heden, tot bewindvoerder:
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a
van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 586,00 (exclusief btw);
- stelt de beloning van de ontslagen bewindvoerder voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording vast op een bedrag van € 220,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter