ECLI:NL:RBNHO:2023:5910

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 mei 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
15/197932-22
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor een serie woninginbraken en vernielingen met DNA-bewijs

Op 30 mei 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een serie woninginbraken, een poging daartoe en een vernieling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data en locaties in Beverwijk en omgeving inbraken heeft gepleegd, waarbij hij goederen heeft weggenomen die toebehoorden aan verschillende benadeelden. De verdachte werd geconfronteerd met DNA-bewijs dat op colablikjes werd aangetroffen op de plaats delict. De verdediging voerde aan dat het DNA niet voldoende bewijs was, omdat het ook door anderen in de woning kon zijn achtergelaten. De rechtbank oordeelde echter dat het DNA-bewijs, in combinatie met andere bewijsmiddelen, voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren voor de meeste feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van twee feiten, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/197932-22 en 15/238086-19 (TUL) (P)
Uitspraakdatum: 30 mei 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 mei 2023 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
laatst opgegeven woon- of verblijfplaats [adres 1],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Zwolle.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Bauduin en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. B. Roodveldt, advocaat te Zaandam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1(aangiftenummer 2022159649)
hij op of omstreeks 06 augustus 2022 te Beverwijk opzettelijk en wederrechtelijk een deurbel (voorzien van een camera), welke was geplaatst aan/naast de voordeur bij een woning aan de [adres 2], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
Feit 2(aangiftenummer 2022167406)
hij in of omstreeks de periode van 22 juli 2022 tot en met 15 augustus 2022 te Beverwijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, aan de [adres 3], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming,
- heeft zich begeven naar de woning aan de [adres 3],
- met zich meevoerend inbrekersgereedschap, en/of
- heeft zich begeven naar/in de achterzijde/achtertuin van deze woning, en/of
- heeft een houten stelling tegen de achterzijde van de woning geplaatst, en/of
- heeft gepoogd één of meer rolluik(en) welke aan de achterzijde van de woning een of meer ramen afdichten open te breken dan wel te snijden, en/of
- heeft gepoogd het raam van de badkamer te openen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 3(aangiftenummer 2021158011)
hij op of omstreeks 30 juli 2021 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 4], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één bedel armband, en/of
- twee althans één of meer zilveren enkelbandje(s), en/of
- meerdere althans één of meer paar oorbellen en/of oorknopjes en/of oorringen, en/of
- één rode bloedkoralen armband, en/of
- twee althans één of meer zilveren ringen en/of twee althans één of meer gouden ringen, en/of
- één set AirPods, en/of
- één of meerdere zilveren ketting(en), en/of
- één zilveren armband, en/of
- één gouden zakhorloge, en/of
- één horloge idse Xeramic en/of één horloge Bulova en/of één horloge Daan, en/of
- drie althans één of meer gouden horloge(s),
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 4(aangiftenummer 2021214353)
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2021 tot en met 14 oktober 2021 te Heemskerk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 5], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer) (een) autosleutel(s), behorend bij één auto (kenteken [kenteken 1]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming,
en
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2021 tot en met 14 oktober 2021 te Heemskerk, één auto (kenteken [kenteken 1]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, immers verdachte heeft de auto weggenomen met gebruikmaking van de autosleutel(s) - onder zich gekregen middels braak en/of verbreking - terwijl hij, verdachte, tot het gebruik van deze sleutel(s) niet was gerechtigd;
Feit 5(aangiftenummer 2022156176)
hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2022 tot en met 01 augustus 2022 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 6], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 720 (zegge; zevenhonderd en twintig) euro, en/of
- één of meerdere siera(a)d(en), en/of
- één of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s), en/of
- één kentekenbewijs (kenteken [kenteken 2]),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 6], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 6(aangiftenummer 2022136587)
hij op of omstreeks 07 juli 2022 te Uitgeest, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 7], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één paar heren- en/of één paar dameshandschoenen, en/of
- één of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s), en/of
- één of meerdere etenswa(a)r(en), en/of
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 1.000 (zegge; één duizend) euro,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 7(aangiftenummer 2022158589)
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2022 tot en met 04 augustus 2022 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 8], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één huissleutel,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 8], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 8(aangiftenummer 2022033353)
hij op of omstreeks 19 februari 2022 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 9], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één of meerdere siera(a)d(en), en/of
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 4.800 (zegge; vierduizend en achthonderd) euro,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 9], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 9(aangiftenummer 2022088135)
hij op of omstreeks 06 mei 2022 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 10], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één of meerdere stuk(s) gereedschap, en/of
- één of meerdere siera(a)d(en), en/of
- één (heren)fiets, en/of
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 1.170 (zegge; één duizend en elfhonderd en zeventig) euro, en/of
- één zakmes, en/of
- één of meerdere verpakkingen met parfum(s), en/of
- één of meerdere (huis)sleutel(s), en/of
- één heuptasje, en/of
- drie althans één of meer (computer) game(s),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 10], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 10(aangiftenummer 2021159785)
hij in of omstreeks de periode van 30 juli 2021 tot en met 01 augustus 2021 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 11], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s) en/of (zilveren) munt(en), en/of
- één of meerdere huis- en/of autosleutel(s), en/of
- één mapje met postzegels, en/of
- één (bank)biljet van 20 Dollar (US $),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 11], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 11(aangiftenummer 2021205592)
hij in of omstreeks de periode van 30 september 2021 tot en met 01 oktober 2021 te Westzaan, gemeente Zaanstad, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 12], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- twee, althans één of meerdere elektrische fiets(en) en/of toebehoren (zoals slot(en) en/of sleutel(s) en/of accu('s) en/of oplader(s)), en/of
- één of meerdere huis- en/of autosleutel(s), en/of
- één of meerdere (cadeau)bon(nen) ter waarde van ongeveer 168,50 (zegge; één honderd en achtenzestig en vijftig centen) euro, en/of
- één of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s), en/of
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 350 (zegge; driehonderd en vijftig) Dollar (US $), en/of
- één of meerdere verpakkingen met parfum(s),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 12(aangiftenummer 2022123107)
hij op of omstreeks 21 juni 2022 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 13], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één of meerdere (huis)sleutel(s), en/of
- één of meerdere (computer) game(s) en/of afspeelapparatuur, en/of
- één (heren) horloge (merk Omega, type constellation chronometer quartz), en/of
- één of meerdere verpakkingen met parfum(s) en/of huidverzorgingsproduct(en) en/of toiletartikel(en), en/of
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 515 (zegge; vijfhonderd en vijftien) euro,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 14], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 13(aangiftenummer 2022125878)
hij in of omstreeks de periode van 23 juni 2022 tot en met 24 juni 2022 te Beverwijk, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 14], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (onder meer)
- één of meerdere huis- en/of motorslotsleutel(s), en/of
- één of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s), en/of
- één of meerdere (bank)biljet in oud-Nederlandse valuta (gulden), en/of
- één of meerdere (cadeau)bon(nen) ter waarde van ongeveer 100 (zegge; éénhonderd) euro, en/of
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 115 (zegge; éénhonderd en vijftien) euro,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 15], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 10 ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de overige ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de feiten 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9 en 13 heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat deze feiten bewijsbaar zijn. Over de bewezenverklaring van de overige feiten heeft de raadsvrouw het volgende opgemerkt.
Feit 3
De raadsvrouw heeft bepleit dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat het de verdachte is geweest die in de woning van de aangever heeft ingebroken. Het dossier bevat een tweetal screenshots van camerabeelden. Nog daargelaten dat onduidelijk is van wie deze screenshots afkomstig zijn, is de persoon hierop niet met honderd procent zekerheid te herkennen als zijnde de verdachte. Gelet op het gebrek aan bewijs en de ontkennende verklaring van de verdachte dient vrijspraak te volgen.
Feit 4
Ten aanzien van dit feit heeft de raadsvrouw aangevoerd dat, gelet op het aantreffen van verschillende schoensporen op de plaats delict, meerdere personen betrokken zijn geweest bij de inbraak. Geen van de schoensporen kan worden gekoppeld aan de verdachte. Op het aanrecht in de woning worden twee blikjes cola aangetroffen. Op één van de blikjes wordt een DNA-profiel aangetroffen dat matcht met het DNA van de verdachte.
Een blikje cola is een verplaatsbaar voorwerp dat door een ander moedwillig in de woning kan zijn neergelegd, zoals eerder bij de verdachte is gebeurd. De verdachte heeft een moeizame relatie met zijn verslaafde ex-partner die contacten heeft met anderen die hun verslaving bekostigen door middel van inbraken. De verdachte sluit niet uit dat zijn ex-partner de door de verdachte leeggedronken blikjes cola meegaf aan anderen, die moedwillig de blikjes met DNA van de verdachte bij inbraken achterlieten.
Gelet op het voorgaande en op de verklaring van de verdachte dat hij geen enkele herinnering heeft aan deze inbraak, bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De verdachte moet daarom worden vrijgesproken.
Feit 10
De raadsvrouw heeft ten aanzien van dit feit aangevoerd dat in de tuin bij de woning een handschoen is gevonden waarop een DNA-mengprofiel is aangetroffen dat matcht met het DNA van de verdachte en het DNA van een onbekend persoon. De verdachte kan zich deze inbraak niet herinneren. Gelet op het voorgaande bestaat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zodat vrijspraak moet volgen.
Feit 11
Ten aanzien van dit feit heeft de raadsvrouw ook vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Op camerabeelden van de buurman zijn twee personen te zien die op de weggenomen fietsen wegfietsen, waarbij één van deze personen een blikje weggooit in de struiken. Op dit colablikje wordt een DNA-mengprofiel aangetroffen dat matcht met het DNA van de verdachte. Uit de camerabeelden blijkt echter niet dat de verdachte een van de personen op de fietsen is, nu de verdachte daarop niet herkenbaar is. Bovendien kan niet worden vastgesteld dat deze personen bij de inbraak betrokken zijn geweest, omdat onduidelijk is wanneer de camerabeelden zijn gemaakt. De verdachte verklaart dat hij geen herinnering heeft aan deze inbraak. Bij gebrek aan forensisch bewijs van bemonsteringen in de woning zelf en gelet op het onder feit 4 geschetste alternatieve scenario dient vrijspraak te volgen.
Feit 12
De raadsvrouw heeft ten aanzien van dit feit bepleit dat voldoende wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. In de voortuin van de woning is een schroevendraaier gevonden, waarop DNA is aangetroffen dat matcht met het DNA van de verdachte. Een schroevendraaier is echter een verplaatsbaar object en deze werd buiten de woning aangetroffen. Bij gebrek aan (ander) bewijs dient de verdachte te worden vrijgesproken.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Vrijspraak feit 3 en feit 10
Feit 3
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 3 ten laste is gelegd. De rechtbank overweegt daartoe dat niet met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die op de screenshots van de getuige [benadeelde 4] is te zien. Bij gebrek aan ander (technisch) bewijs dat de verdachte in of bij de woning aan de [adres 4] te Beverwijk is geweest, zal de rechtbank de verdachte hiervan vrijspreken.
Feit 10
Met de officier van justitie en de raadsvrouw acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 10 ten laste is gelegd. De rechtbank zal daarom de verdachte hiervan vrijspreken.
3.3.2
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12 en 13 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat. Nu de verdachte de feiten 1, 2, 5, 6, 7, 8 en 9 heeft bekend en namens hem geen vrijspraak is bepleit, zal ten aanzien van deze feiten worden volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
3.3.3
Nadere bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 4
In de woning aan de [adres 5] te Heemskerk werden volgens de aangever meerdere lades opengetrokken en werden in de keuken op het aanrecht en in de wasbak blikjes frisdrank aangetroffen. In de bemonstering van de drinkopening van een van de blikjes, van het merk Coca Cola, is een DNA-profiel aangetroffen dat afkomstig kan zijn van de verdachte, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard.
De rechtbank acht het eerst ter terechtzitting door de verdediging geschetste alternatieve scenario dat dit blikje er door een andere persoon moedwillig zou zijn neergelegd niet aannemelijk. Door de verdediging zijn geen nadere gegevens verstrekt om dit alternatieve scenario ook maar enigszins controleerbaar of aannemelijk te maken. Daarbij komt dat de aangever heeft verklaard dat de deur van de koelkast openstond en dat twee blikjes waren aangebroken en dat daaruit was gedronken.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft ingebroken in de woning en een autosleutel heeft weggenomen.
De rechtbank acht eveneens bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de Ford Fiesta, welke op de oprijlaan van de betreffende woning stond. Uit het dossier volgt dat op 13 oktober 2021 de auto nog op de oprijlaan van de woning is gezien. Bij vaststelling van de inbraak in de woning op 14 oktober 2021 is geconstateerd dat de Ford Fiesta was weggenomen. Uit de aangifte blijkt dat op camerabeelden behorende bij het perceel aan de [adres 15] te Heemskerk de weggenomen Ford Fiesta diezelfde nacht om 04:01 uur rijdend is waargenomen. De bewoners van [adres 5], tevens eigenaar van de auto, waren op dat moment op vakantie.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit dat met de door de verdachte ontvreemde autosleutel vervolgens de auto is weggenomen en dat de verdachte ook dit heeft gedaan. De rechtbank acht daarom ook de diefstal van de auto met een valse sleutel wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 11
Uit de aangifte volgt dat bij de inbraak in Westzaan onder meer twee fietsen zijn weggenomen. Uit het dossier blijkt dat een getuige op camerabeelden van zijn Ring deurbel twee personen heeft waargenomen rijdend op fietsen, die de getuige herkent als de fietsen van de buren waar was ingebroken. Op de beelden is verder te zien dat één van deze personen een blikje Coca Cola in de bosschages gooit.
De camerabeelden worden door de getuige twee dagen na de inbraakmelding aan verbalisanten ter plaatse getoond, die waarnemen dat de plaats waar de mannen op de beelden staan overeenkomt met de plek waar zij op dat moment staan, ter hoogte van de [adres 16], alwaar vlakbij de inbraak heeft plaatsgevonden. Aan de voorzijde van perceel 81 wordt vervolgens in de bosschages een onbeschadigd blikje Coca Cola aangetroffen. Op de drinkrand en het lipje van het blikje is een DNA-mengprofiel aangetroffen dat kenmerken bevat van het DNA van de verdachte. Uit de door het NFI opgestelde DNA-rapportage blijkt dat meer dan één miljard keer waarschijnlijker is wanneer de bemonstering DNA bevat van de verdachte en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen. Dat een ander dan de verdachte het blikje daar (moedwillig) zou hebben achtergelaten, acht de rechtbank niet aannemelijk. De aangifte in combinatie met de camerabeelden en het aangetroffen DNA maakt dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte ook deze woninginbraak heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 12
Voor de deur van de woning aan de [adres 13] te Beverwijk is een schroevendraaier aangetroffen. Uit forensisch onderzoek ter plaatse is gebleken dat de vouwbreedte van deze schroevendraaier visueel overeenkomt met de werktuigsporen die op de deur ter hoogte van het deurbeslag zijn aangetroffen. Gelet daarop neemt de rechtbank aan dat de aangetroffen schroevendraaier is gebruikt bij de diefstal met braak.
Uit de door het NFI opgestelde DNA-rapportage blijkt dat op het handvat van de schroevendraaier een DNA-profiel is aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. De matchkans van het profiel is meer dan één miljard. Aan het door de verdediging ook ten aanzien van dit feit aangedragen scenario dat iemand de schroevendraaier met het DNA van de verdachte daar zou hebben achtergelaten, gaat de rechtbank voorbij, gelet op het gebruik van de schroevendraaier bij de diefstal met braak, alsmede in het licht van hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 4 en 11 is overwogen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal met braak.
Ten aanzien van feit 13
Bij de politie heeft de verdachte ten aanzien van dit feit niet uitgesloten dat hij deze inbraak zou hebben gepleegd. Ter terechtzitting heeft hij verklaard geen enkele herinnering te hebben aan deze inbraak. De rechtbank stelt vast dat uit het dossier volgt dat ook in deze woning een blikje Coca Cola is aangetroffen waarop een DNA-profiel van de verdachte is aangetroffen met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. Het betreft geen DNA-mengprofiel. Het blikje is op de tweede verdieping van de woning aangetroffen in een met water volgelopen wasbak. Het aangedragen alternatieve scenario dat het blikje door een andere persoon in de woning is neergelegd, is niet onderbouwd en bovendien acht de rechtbank dit scenario, mede gelet op de wijze waarop en de plaats waar het blikje in de woning is aangetroffen, onaannemelijk.
Gelet op het voorgaande en met inachtneming van het feit dat door de raadsvrouw is aangevoerd dat dit feit bewijsbaar is, is de rechtbank van oordeel dat ook deze diefstal met braak wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12 en 13 ten laste gelegde feiten heeft begaan, in die zin dat
Feit 1hij op 6 augustus 2022 te Beverwijk opzettelijk en wederrechtelijk een deurbel (voorzien van een camera), welke was geplaatst naast de voordeur bij een woning aan de [adres 2], geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], heeft onbruikbaar gemaakt;
Feit 2hij in de periode van 22 juli 2022 tot en met 15 augustus 2022 te Beverwijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres 3], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar de woning aan de [adres 3],
- met zich meevoerend inbrekersgereedschap, en
- zich heeft begeven in de achtertuin van deze woning, en
- een houten stelling tegen de achterzijde van de woning heeft geplaatst, en
- heeft gepoogd één rolluik welke aan de achterzijde van de woning een of meer ramen afdicht open te breken dan wel te snijden, en
- heeft gepoogd het raam van de badkamer te openen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 4hij in de periode van 13 oktober 2021 tot en met 14 oktober 2021 te Heemskerk, uit een woning aan de [adres 5], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een autosleutel, behorend bij één auto (kenteken [kenteken 1]), die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
en
hij in de periode van 13 oktober 2021 tot en met 14 oktober 2021 te Heemskerk, één auto (kenteken [kenteken 1]), die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, immers verdachte heeft de auto weggenomen met gebruikmaking van de autosleutel - onder zich gekregen middels braak - terwijl hij, verdachte, tot het gebruik van deze sleutel niet was gerechtigd;
Feit 5hij in de periode van 27 juli 2022 tot en met 1 augustus 2022 te Beverwijk, uit een woning aan de [adres 6], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van 720 (zegge: zevenhonderdtwintig) euro, en
- meerdere sieraden, en
- meerdere bankpassen en creditcard, en
- één kentekenbewijs (kenteken [kenteken 2]),
die geheel of ten dele aan [benadeelde 6] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 6hij omstreeks 7 juli 2022 te Uitgeest, uit een woning aan de [adres 7], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, onder meer
- één paar heren- en één paar dameshandschoenen, en
- meerdere sieraden en horloges, en
- meerdere etenswaren, en
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van 1.000 (zegge: duizend) euro,
die geheel of ten dele aan [benadeelde 7] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 7hij in de periode van 31 juli 2022 tot en met 4 augustus 2022 te Beverwijk, uit een woning aan de [adres 8], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- één huissleutel,
die geheel of ten dele aan [benadeelde 8] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 8hij op 19 februari 2022 te Beverwijk, uit een woning aan de [adres 9], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- meerdere sieraden, en
- een hoeveelheid contant geld ten bedrage van 4.800 (zegge: vierduizend achthonderd) euro,
die geheel of ten dele aan [benadeelde 9] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 9hij op 6 mei 2022 te Beverwijk, uit een woning aan de [adres 10], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, onder meer
- meerdere stuks gereedschap, en
- meerdere sieraden, en/of
- één herenfiets, en
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van 1.170 (zegge: duizend honderdzeventig) euro, en
- één zakmes, en
- meerdere verpakkingen met parfum, en
- meerdere huissleutels, en
- één heuptasje, en
- drie (computer)games,
die geheel of ten dele aan [benadeelde 10] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 11hij in de periode van 30 september 2021 tot en met 1 oktober 2021 te Westzaan, gemeente Zaanstad, uit een woning aan de [adres 12], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, onder meer
- twee elektrische fietsen en toebehoren (zoals sloten en sleutels en accu's en opladers), en
- meerdere huis- en autosleutels, en
- meerdere cadeaubonnen ter waarde van 168,50 (zegge: honderdachtenzestig euro en vijftig centen) euro, en
- meerdere sieraden en horloges, en
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 350 (zegge: driehonderdvijftig) Dollar (US $), en
- één verpakking met parfum,
die geheel of ten dele aan [benadeelde 12] en [benadeelde 13] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 12hij op 21 juni 2022 te Beverwijk, uit een woning aan de [adres 13], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, onder meer
- meerdere (huis)sleutels, en
- één (computer) game en afspeelapparatuur, en
- één (heren) horloge (merk Omega, type constellation chronometer quartz), en
- meerdere verpakkingen met parfum en huidverzorgingsproducten en toiletartikelen, en
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 515 (zegge: vijfhonderdvijftien) euro,
die geheel of ten dele aan [benadeelde 14] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 13hij in de periode van 23 juni 2022 tot en met 24 juni 2022 te Beverwijk, uit een woning aan de [adres 14], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, onder meer
- meerdere huis- en motorslotsleutels, en
- één of meerdere sieraden en horloge, en
- meerdere biljetten in oud-Nederlandse valuta (gulden), en
- meerdere cadeaubonnen ter waarde van 100 (zegge: honderd) euro, en
- een hoeveelheid aan contant geld ten bedrage van ongeveer 115 (zegge: honderdvijftien) euro,
die geheel of ten dele aan [benadeelde 15] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken
Feit 2:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Feit 4:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
en
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
Feit 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13: telkens:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar en zes maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de verdachte – in overeenstemming met het advies van de reclassering – te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en heeft zich voor de duur hiervan gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft hierbij wel verzocht rekening te houden met de proceshouding van de verdachte en het feit dat hij op grond van een ander feit nog een gevangenisstraf voor de duur van 780 dagen moet uitzitten.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een serie van woninginbraken, gepleegd in een periode van minder dan één jaar. Eenmaal bleef het bij een poging daartoe en verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan vernieling van een deurbel. De verdachte is planmatig te werk gegaan en heeft de woningen waar hij heeft ingebroken of dat geprobeerd heeft, bewust uitgekozen. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij hierover getipt werd of zelf langs huizen fietste om te onderzoeken van welke huizen de bewoners afwezig waren. Vervolgens heeft de verdachte steeds in de nachtelijke uren ingebroken door middel van braak, de woningen betreden en deze volledig overhoop gehaald en in veel gevallen sieraden met grote (emotionele) waarde, geld en/of sleutels weggenomen. In één geval heeft de verdachte tevens een auto van de oprit weggenomen met een uit de woning ontvreemde autosleutel.
Inbraken vormen een forse inbreuk op de privacy van de slachtoffers en veroorzaken gevoelens van onrust en onveiligheid bij de slachtoffers en in de maatschappij. Daar komt bij dat een woning bij uitstek een plek is waar men zich veilig moet kunnen voelen. De diefstal van soms emotioneel waardevolle en niet te vervangen goederen of sieraden zorgt voor extra en niet te vergoeden of te compenseren leed. Voorts veroorzaken inbraken en vernielingen bij de benadeelden financiële schade en overlast. Dat het handelen van de verdachte een grote impact heeft gehad, blijkt ook uit de door het slachtoffer [benadeelde 7] ter zitting voorgelezen slachtofferverklaring. De verdachte heeft met zijn handelen aangetoond ten tijde van het plegen van de feiten geen enkel respect te hebben voor de woning en eigendommen van anderen en heeft enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. De rechtbank rekent de verdachte dit, alsook de hoeveelheid van de bewezenverklaarde feiten, zwaar aan.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 2 maart 2023, waaruit blijkt dat de verdachte in de afgelopen vijf jaar reeds eerder ter zake van soortgelijke delicten onherroepelijk tot vrijheidsbenemende straffen is veroordeeld. De rechtbank weegt deze omstandigheid ten nadele van de verdachte mee bij de straftoemeting.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de over de verdachte uitgebrachte reclasseringsrapportage van Verslavingszorg Noord Nederland van 21 oktober 2022 en een aanvullende rapportage van Tactus Verslavingszorg van 4 mei 2023, waaruit volgt dat er sprake is van problematiek op vrijwel alle leefgebieden. In het rapport van 21 oktober 2022 staat dat hulpverlening is geïndiceerd, maar geadviseerd wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De verdachte kan dan in aanmerking komen voor een voorwaardelijke invrijheidstelling. In dat kader kan de reclassering een relevant en passend plan van aanpak opstellen dat gericht is op beperking van het risico op recidive. In het rapport van 4 mei 2023 wordt ook de noodzaak van een langdurige klinische behandeling gezien, waarvoor de verdachte ontvankelijk en gemotiveerd lijkt. Indien de verdachte in aanmerking komt voor een voorwaardelijke invrijheidstelling wordt geadviseerd geen klinische behandeling op te leggen in het kader van een bijzondere voorwaarde, maar de verdachte te zijner tijd in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling te behandelen.
De op te leggen straf
De rechtbank acht de oplegging van een gevangenisstraf passend en geboden. De ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers en maatschappij rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank zonder meer de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Daarbij komt dat de verdachte een deel van de onderhavige feiten heeft gepleegd gedurende een proeftijd. Dit heeft de verdachte er niet van weerhouden om opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te begaan. Een andere straf dan een straf die vrijheidsbeneming met zich brengt, ligt daarom niet in de rede.
De rechtbank is zich ervan bewust dat de verdachte hulp en behandeling nodig heeft om een positieve draai te geven aan zijn leven. Dit zal – in overeenstemming met het advies van de reclassering – in het kader van een eventuele voorwaardelijke invrijheidsstelling kunnen plaatsvinden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van 42 maanden moet worden opgelegd. Nu de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie zal een lagere straf worden opgelegd dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank zal bepalen dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.Vorderingen van de benadeelde partijen

[benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.350,00 ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van de onder feit 1 bewezenverklaarde vernieling zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd waarom sprake is van ander nadeel, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
[benadeelde 5]
De benadeelde partij [benadeelde 5] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 11.440,00 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de het onder 4 bewezenverklaarde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van een causaal verband tussen het bewezenverklaarde en de ontstane schade. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
[benadeelde 7]
De benadeelde partij [benadeelde 7] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 1.237,71 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 6 bewezenverklaarde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde kosten zijn gemaakt ter verbetering van de woning van de benadeelde partij en daarmee niet kunnen worden aangemerkt als schade als gevolg van het bewezenverklaarde feit. Gelet hierop zal de rechtbank de gevorderde schadevergoeding afwijzen.
[benadeelde 9]
De benadeelde partij [benadeelde 9] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 28.000,00 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van de het onder 8 bewezenverklaarde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat niet, althans onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van een causaal verband tussen het bewezenverklaarde en de ontstane schade. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
[benadeelde 11]
De benadeelde partij [benadeelde 11] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 5.450,00 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de het onder 10 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Nu de rechtbank van oordeel is dat de verdachte wordt vrijgesproken van het hem onder 10 ten laste gelegde feit, zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
[benadeelde 15]
De benadeelde partij [benadeelde 15] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 5.100,00 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de het onder 13 bewezenverklaarde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat weliswaar aannemelijk is dat de benadeelde partij schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit en dat een deel van deze schade reeds is vergoed door de verzekering, maar acht onvoldoende duidelijk wat de verzekerde som was en welk deel van de schadevordering door de verzekeraar is vergoed. Gelet op het voorgaande en met inachtneming van de betwisting van de hoogte van de vordering door de raadsvrouw, zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

8.Vordering tot tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 18 juni 2021 in de zaak met parketnummer 15/238086-19 heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Holland de verdachte ter zake van meerdere inbraken en pogingen daartoe veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op drie jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank zal gelasten dat die voorwaardelijke gevangenisstraf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet moet worden toegewezen. De zes maanden gevangenisstraf zal niet veel meer bijdragen aan de totaal uit te zitten straf en bovendien is de verdachte gemotiveerd voor behandeling. De totaal op te leggen straf moet overzichtelijk zijn voor de verdachte en de komende jaren moet ingezet worden op behandeling.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering is op
2 november 2021 aan de verdachte toegezonden. De bij voornoemd vonnis vastgestelde proeftijd is ingegaan op 28 oktober 2021 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd. De rechtbank heeft bij het onderzoek ter terechtzitting bevonden dat zij bevoegd is over de vordering te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd meermalen schuldig heeft gemaakt aan nieuwe (soortgelijke) strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop en op het in artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht gestelde acht de rechtbank termen aanwezig de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van zes maanden toe te wijzen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
45, 57, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder feit 3 en feit 10 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.4 bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
tweeënveertig (42) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Benadeelde partijen
[benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
[benadeelde 5]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 5] niet-ontvankelijk in de vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
[benadeelde 7]
Wijst af de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7].
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
[benadeelde 9]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 9] niet-ontvankelijk in de vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
[benadeelde 11]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 11] niet-ontvankelijk in de vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
[benadeelde 15]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 15] niet-ontvankelijk in de vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
Vordering tot tenuitvoerlegging
Wijst toe de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 15/238086-19 en gelast de tenuitvoerlegging van de niet ten uitvoer gelegde gevangenisstraf voor de duur van
zes (6) maanden, opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Holland op 18 juni 2021.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.J. Roos, voorzitter,
mr. M. Visser en mr. M.A.J. van Beek, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.I. Hoedjes
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 mei 2023.