ECLI:NL:RBNHO:2023:5869
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening rijbewijs ongeldigverklaring na niet tijdige betaling van uitvoeringskosten
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit van verweerder, de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), dat het rijbewijs van verzoeker ongeldig is verklaard. De voorzieningenrechter heeft op 14 maart 2023 zitting gehouden in Haarlem, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. B.E.J. Torny, en andere kantoorgenoten. Verweerder werd vertegenwoordigd door mr. J.A. Launspach.
De zaak is ontstaan na een melding van de politie dat verzoeker op 19 september 2022 was aangehouden met een hoog ademalcoholgehalte. Verweerder legde verzoeker een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) op, waarvoor hij kosten diende te betalen. Verzoeker heeft echter niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldaan, wat leidde tot de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs per 6 maart 2023. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er een spoedeisend belang is voor verzoeker, aangezien hij zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk en de zorg voor zijn minderjarige dochter. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe, schorst de ongeldigverklaring van het rijbewijs en bepaalt dat verweerder het griffierecht en proceskosten aan verzoeker moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open.