In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een B.V. uit Zaandijk en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een Ziektewetuitkering aan een ex-werknemer. De ex-werknemer meldde zich meer dan een maand na het einde van haar arbeidsovereenkomst ziek, en de verzekeringsarts legde de eerste ziektedag terug op een datum waarop de werknemer nog in dienst was. De werkgever betwistte deze beslissing en stelde dat de vaststelling van de eerste ziektedag niet zorgvuldig was gebeurd.
De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen uitsluitend zijn afgegaan op anamnestische gegevens van de ex-werknemer en bevindingen van telefonische spreekuren die na de beoordelingsdatum plaatsvonden. Hierdoor was onvoldoende komen vast te staan dat de ex-werknemer onafgebroken arbeidsongeschikt was en ziek uit dienst is gegaan. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten van het Uwv en droeg het Uwv op om nieuwe besluiten te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de proceskostenvergoeding aan de eiseres toegewezen, omdat de beroepen gegrond waren verklaard.