ECLI:NL:RBNHO:2023:5734

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 mei 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10442330 \ CV EXPL 23-2121
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake koop op afstand en kredietverstrekking

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 mei 2023 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de vennootschap Alektum Capital II AG, gevestigd te Zug (Zwitserland), en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door gerechtsdeurwaarder R. Slagman, vorderde betaling van € 86,94, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van het bedrag, alsook een veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst die tot stand zou zijn gekomen via de webwinkel 'www.vanharen.nl', waarbij de gedaagde partij gebruik had gemaakt van de achteraf betaalmethode van Klarna B.V.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gekozen betaalmethode een vorm van kredietverstrekking is, zoals bedoeld in artikel 7:57 lid 1 sub c van het Burgerlijk Wetboek (BW). De eisende partij was verplicht om te voldoen aan de informatieplichten van titel 7:2A BW en om een kredietwaardigheidstoets uit te voeren, zoals voorgeschreven in de Wet op het financieel toezicht. De eisende partij heeft echter nagelaten om te stellen en onderbouwen dat zij aan deze verplichtingen heeft voldaan, en ook niet aangetoond dat er sprake was van een uitzondering op deze verplichtingen.

Gelet op het feit dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 21 Rv, heeft de kantonrechter de vordering afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van de eisende partij, die ongelijk heeft gekregen, en zijn vastgesteld op nihil voor de gedaagde partij. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10442330 \ CV EXPL 23-2121
Uitspraakdatum: 24 mei 2023
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital II AG
gevestigd te Zug (Zwitserland)
de eisende partij
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder R. Slagman
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 86,94, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 44,99. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De eisende partij heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat de gedaagde partij bij ‘www.vanharen.nl’ (hierna: de webwinkel) een bestelling heeft geplaatst en daarbij heeft gekozen voor de achteraf betaalmethode van Klarna B.V., waarbij de gedaagde partij de algemene voorwaarden van de webwinkel heeft geaccepteerd. De eisende partij heeft toegelicht dat tussen haar (althans haar rechtsvoorganger) en de gedaagde partij een overeenkomst is gesloten. Klarna B.V. heeft door middel van akte van cessie de vordering aan de eisende partij overgedragen.
2.3.
De gekozen betaalmethode biedt aan de consument de mogelijkheid om de koopsom binnen 14 dagen na verzending van de bestelling te voldoen. Het aan de gedaagde partij verlenen van uitstel van betaling is een vorm van kredietverstrekking (artikel 7:57 lid 1 sub c Burgerlijk Wetboek, BW).
2.4.
De eisende partij dient in een dergelijk geval te stellen en te onderbouwen dat is voldaan aan de bepalingen van titel 7:2A BW, in het bijzonder de informatieplichten van artikel 7:60 BW, en de kredietwaardigheidstoets van artikel 4:34 lid 1 Wet op het financieel toezicht, of dat sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 7:58 lid 2 BW.
2.5.
De eisende partij heeft niet gesteld en onderbouwd dat sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 7:58 lid 2 BW. Daarom gaat de kantonrechter ervan uit dat de bepalingen van titel 7:2A BW op deze overeenkomst van toepassing zijn.
2.6.
De eisende partij heeft echter (ook) niet gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de bepalingen van titel 7:2A BW en daar is ook niet van gebleken en ook is niet gesteld of gebleken dat de eisende partij een kredietwaardigheidstoets heeft uitgevoerd.
Wat is hiervan het gevolg?
2.7.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden en op grond van artikel 21 Rv moet de eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren.
2.8.
De eisende partij heeft niet aan deze eisen voldaan. Daarom wordt de vordering afgewezen.
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter