ECLI:NL:RBNHO:2023:5720

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10365033 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens stilstaan op trottoir

In deze zaak heeft betrokkene een beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie die hem was opgelegd voor het stilstaan op het trottoir. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 5 april 2023, waarbij zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. De officier van justitie had het beroep van betrokkene eerder ongegrond verklaard, maar op de zitting werd verzocht om de boete te matigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd terecht was, aangezien parkeren op het trottoir, voetpad, fietspad of ruiterpad niet is toegestaan. Betrokkene voerde aan dat er geen bord stond dat het stilstaan op die plek verbood en dat er in de buurt een ongeschreven regel was dat parkeren daar was toegestaan. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedraging op basis van de foto’s van de verbalisant kon worden vastgesteld en dat de boete terecht was opgelegd. Desondanks heeft de kantonrechter, rekening houdend met de omstandigheden van het geval, besloten de boete te matigen tot € 50,00, met handhaving van de administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie is aldus gewijzigd. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10365033 \ WM VERZ 23-125
CJIB-nummer : 249948386
Uitspraakdatum : 5 april 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken).
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat er geen bord staat dat aangeeft dat dit verboden is. Vanwege de parkeerdruk is het een soort ongeschreven regel in de buurt dat voertuigen op die plaats geparkeerd mogen worden.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven, maar heeft de kantonrechter verzocht om de boete te matigen.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
Bestuurders dienen de rijbaan te gebruiken. Parkeren is niet toegestaan op het trottoir, het voetpad, het fietspad of het ruiterpad. Met een auto mag niet op het trottoir worden gereden, niet worden stilgestaan of geparkeerd. Dit hoeft niet separaat met een bord te worden aangegeven. De gedraging kan dan ook op basis van de foto’s van de verbalisant in het dossier worden vastgesteld. De boete is dus terecht opgelegd.
2.5.
De beoordeling van het beroep op de omstandigheden
Betrokkene doet een beroep op de omstandigheden van het geval en heeft deze ter zitting nader toegelicht. De kantonrechter ziet, zoals ook is voorgesteld door de vertegenwoordiger van de officier van justitie, daarom aanleiding om de boete te matigen € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten). Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: