Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 5 april 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, beoordeeld. Betrokkene voerde aan dat het voertuig was verkocht en dat het enige tijd had geduurd voordat de vrijwaring in orde was. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat het kenteken van het voertuig op de datum van de gedraging nog op naam van betrokkene stond en het voertuig onverzekerd was. De verzekering was op 27 mei 2022 geëindigd, terwijl het vrijwaringsbewijs pas op 13 juli 2022 was overgelegd. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene zelf verantwoordelijk was voor het tijdig verkrijgen van het vrijwaringsbewijs en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. I.H. Lips, kantonrechter.